6.2 Overleg 3.1.1 Bro
6.2.1 Inspraak
Gezien het feit dat dit bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen bevat, wordt het houden van een inspraakprocedure niet noodzakelijk geacht.
6.2.2 Overleg
In het kader van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het voorontwerpbestemmingsplan aan de wettelijke overlegpartners voorgelegd. De overlegreacties zijn in deze paragraaf samengevat en van beantwoording voorzien.
Overlegreacties
Hoogheemraadschap van Delfland
Samenvatting
In de waterparagraaf is aangegeven dat er nog informatie benodigd is over de ligging van de waterkeringen, persleiding en informatie van de peilgebieden in de Boschepolder en de boezem. De persleidingen zijn correct op de verbeelding overgenomen. Wanneer deze informatie correct in de waterparagraaf wordt opgenomen, kan men met het plan instemmen.
Beantwoording
Alle benodigde informatie zal op een correcte wijze in het bestemmingsplan worden opgenomen.
Gasunie
Samenvatting
In het plangebied ligt een drietal gastransportleidingen met toebehoren van de Gasunie en een gasontvangstation die bij de Gasunie in beheer is.
Verbeelding
Op de verbeelding is de ligging van de gastransportleidingen met toebehoren en het gasontvangst-station niet geheel overeenkomstig de gegevens van de Gasunie weergegeven. Voor het gasontvangst-station (GOS) aan de Veilingweg wordt verzocht om in plaats van de bestemming 'Bedrijventerrein' met de aanduiding 'nutsvoorziening' een aparte bestemming 'Bedrijf – Gasontvangstation' op te nemen. Verzocht wordt om de hoogte van het hekwerk rondom het GOS aan te passen naar 3 m. Dit in afwijking van de maximale bouwhoogte voor erfafscheidingen, zoals genoemd in artikel 4.2.3 onder a en b (maximaal 1 en 2 m).
Bouwvlak boven de leiding bij de Veilingweg
Uit de verbeelding blijkt dat er een bouwvlak boven de leiding is geprojecteerd. De daadwerkelijke bebouwing komt niet overeen met het opgenomen bouwvlak. Aardgastransportleidingen van de Gasunie vallen onder de regelgeving van het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Een van de doelstellingen van het Bevb is om de belemmeringenstrook, die bij een aardgastransportleiding hoort, in beginsel obstakelvrij te houden in verband met onderhoud van de buisleiding. Gelet op deze doelstelling en het feit dat de daadwerkelijke bebouwing niet binnen de belemmeringenstrook is gelegen, wordt verzocht om het bouwvlak ter plaatse van de Veilingweg 20 (Innova Geveltechniek) aan te passen aan de feitelijke situatie.
Planregels
Verzocht wordt om het ontbrekende artikel 'Leiding – Gas' op te nemen in de planregels.
Toelichting
Verzocht wordt om in hoofdstuk 3.6 Externe veiligheid de term "belemmeringenstrook" te hanteren in plaats van 'Bebouwingsvrije zone'. De breedte van de belemmeringenstrook is juist op de verbeelding opgenomen, namelijk 4 meter ter weerszijde van de hartlijn van de leiding. In de toelichting wordt echter aangegeven dat de belemmeringenstrook van 5 meter ter weerszijden van de hartlijn zou zijn. De toelichting kan op dit punt worden aangepast.
Beantwoording
Op zowel de planverbeelding, als ook in de regels en de toelichting, zullen de 3 gastransportleidingen en het gasstation op een juiste wijze worden afgebeeld en omschreven. Ook zal de belemmeringenstrook aan weerszijden van de aardgastransportleiding en ter hoogte van Veilingweg 20 in de planverbeelding worden opgenomen. Het ontbrekende artikel 'Leiding – Gas' zal worden opgenomen in de planregels en de toelichting zal op bovengenoemde punten worden aangepast.
Provincie Zuid-Holland
-
a. Verzocht wordt om dit bestemmingsplan pas vast te stellen na vaststelling van de actualisatie van de Provinciale Structuurvisie (PSV).
-
b. Omdat verantwoording op basis van hulpverlening, zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid nog niet (volledig) is uitgevoerd en het advies van de VRH nog niet is uitgebracht, kan nog niet worden aangegeven of dit plan in strijd is met provinciaal ruimtelijk belang. Verzocht wordt de toelichting hierop aan te vullen en de verantwoording van het groepsrisico toe te voegen.
-
c. Verzocht wordt om toezending van de beleidsnota archeologie en de daaruit afgeleide waardenkaart. Dit omdat uit de toelichting van het bestemmingsplan niet valt op te maken hoe tot deze waardestelling en onderzoeksnormen, die afwijken van de CHS, gekomen is.
-
d. In het plangebied lopen meerdere regionale waterkeringen. Hierover is iets opgenomen in de toelichting en regels. Op de planverbeelding is de dubbelbestemming Waterstaat – Waterkering echter in het geheel niet terug te vinden.
-
e. In artikel 4.1 g is 'detailhandel' opgenomen zonder nadere beperking naar branches. Dit is in strijd met de Verordening Ruimte. Verder is de noodzaak/ wenselijkheid ervan niet in het plan gemotiveerd.
-
f. Verzocht wordt om een begripsbepaling op te nemen voor 'volumineuze detailhandel' in de planregels, zoals deze is gedefinieerd in artikel 9, lid 3 onder b van de Verordening Ruimte.
Beantwoording
-
a. De planning is om begin volgend jaar dit bestemmingsplan vast te stellen. Gezien de actualiseringsslag van de vele bestemmingsplannen in onze gemeente, kan er vooralsnog geen rekening mee worden gehouden om dit bestemmingsplan pas vast te stellen na vaststelling van de actualisatie van de Provinciale Structuurvisie (PSV). Dit ook omdat in juli 2013 alle bestemmingsplannen dienen te zijn geactualiseerd.
-
b. Inmiddels is het advies van de Veiligheidsregio Haaglanden ontvangen. Zie ook punt 5. Hieruit kan worden opgemaakt dat dit bestemmingsplan – voor wat betreft de verantwoording op basis van hulpverlening, zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid - niet in strijd is met provinciaal beleid. De paragraaf Externe Veiligheid zal worden aangepast, waarbij de verantwoording van het groepsrisico zal zijn aangevuld.
-
c. De beleidsnota archeologie en de daaruit afgeleide waardenkaart zullen aan de provincie Zuid-Holland worden toegezonden.
-
d. Op de planverbeelding zal de dubbelbestemming Waterstaat – Waterkering worden opgenomen.
-
e. Op een beperkt aantal plaatsen in het plangebied is detailhandel toegestaan. Deze detailhandel is middels een vrijstelling ex artikel 19 W.R.O. (oud) verleend en opgenomen in dit actualisatieplan.
-
f. In artikel 4.6.2 van de planregels van het bestemmingsplan word aangegeven wat er wordt verstaan onder detailhandel in volumineuze goederen. Daarom wordt het niet noodzakelijk geacht om deze ook op te nemen in de begripsbepalingen, zoals opgenomen in artikel 1.
Westland Infra Netbeheer B.V.
Samenvatting
Mits er ook rekening wordt gehouden en overleg is over het eventuele verleggen van de in het voorontwerp aanwezige kabels en leidingen, zijn er geen bezwaren tegen het plan.
Beantwoording
De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. Van het verleggen van kabels is geen sprake.
Veiligheidsregio Haaglanden
Samenvatting
-
a. Geadviseerd wordt de vergunning van Helion Chemie B.V. zo snel mogelijk te herzien en de VRH daarbij te betrekken. Wanneer actuele en definitieve informatie beschikbaar is voor Helion Chemie B.V., zoals de omvang van de PR-10-6-contour(en), het invloedsgebied en de hoogte van het groepsrisico, dient daarnaast ook een aanvullend advies voor dit bestemmingsplan te worden gevraagd. Op dat moment kan door de VRH worden beoordeeld in hoeverre aanvullingen op onderliggend advies gemaakt moeten worden.
-
b. Om de gevolgen bij het vrijkomen van giftige stoffen te beperken, wordt geadviseerd om een technische voorziening te plaatsen, zodat de ventilatie met een eenvoudige handeling kan worden uitgeschakeld. Dit mag ook een handmatige handeling zijn. Dit geldt bij verbouw en vervangende nieuwbouw van alle verblijfobjecten binnen het plangebied, zoals (bedrijfs)woningen, werkplaatsen van bedrijven, bijeenkomstruimten, etc.
-
c. Bij verbouw of (vervangende) nieuwbouw van objecten binnen 325 meter van de N213 en binnen het invloedsgebied van de hoge druk aardgastransportleidingen is het belangrijk dat mensen veilig kunnen vluchten. Dit betekent dat onafhankelijk van de locatie van het incident een vluchtweg wordt geadviseerd via de tuin/gevel aan de afgekeerde zijde van deze risicobronnen.
-
d. Geadviseerd wordt in een plan ten behoeve van noodsituaties van de verschillende calamiteiten zoals brand, ook scenario's op te nemen die zich buiten het object voor kunnen doen. In het kader van externe veiligheid zijn dit de scenario's van een brand in een opslag met gevaarlijke stoffen bij Arend-Sosef b.v. of Helion Chemie B.V., het vrijkomen van ammoniak bij Flora Holland, een incident met een hoge druk aardgastransportleiding of een incident met het transport van gevaarlijke stoffen over de Burgemeester Elsenweg (N213). Naast de scenario's moeten ook de handelingsperspectieven worden beschouwd. Hierbij is het ook van belang dat dit structureel wordt geoefend.
-
e. Geadviseerd wordt om alle bewoners, het personeel van de bedrijven en de vaste gebruikers binnen het plangebied te informeren over de verschillende risico's en gevaren in de omgeving, de wijze van alarmeren en de wenselijke manier van reageren tijdens incidenten (risicocommunicatie). Dergelijke informatie dient op gezette tijden herhaald te worden, zodat het onderwerp onder de aandacht blijft.
Beantwoording
-
a. Het ontwerp bestemmingsplan zal voor en aanvullend advies aan de VRH worden toegezonden.
-
b. In het kader van dit bestemmingsplan kunnen geen regels opgenomen worden om dit te realiseren. Dit zal in overweging genomen worden bij individuele omgevingsvergunningen. Om dit onder de aandacht te brengen bij het team Omgevingsvergunningen en Erfgoed, zal in de toelichting van het bestemmingsplan het advies van de VRH hierover worden opgenomen.
-
c. Aangezien hier sprake is van een bestaande situatie is het moeilijk om invulling te geven aan dit advies. Dit advies geeft daarom geen aanleiding voor verbinden van regels aan dit bestemmingsplan.
-
d. Elk bedrijf moet op grond van de arbeidsomstandigheden wet een nood- en ontruimingsplan hebben. In het noodplan moet onder meer geregeld zijn welke beschikbare middelen en maatregelen er zijn ten-einde adequaat te kunnen handelen bij een calamiteit. Het nood- en ontruimingsplan moet gebaseerd zijn op de noodsituaties die plaats kunnen vinden. In het kader van dit bestemmingsplan kunnen geen verdergaande voorschriften opgenomen worden om dit te realiseren. Dit advies geeft geen aanleiding voor verbinden van regels aan dit bestemmingsplan. Bij een transportroute gevaarlijke stoffen moet in de regel tot op een afstand van 200 meter rekening gehouden worden met ruimtelijke belemmeringen, ongeacht of het invloedsgebied van een transportroute gevaarlijke stoffen groter is. Dit advies geeft, gezien deze afstand tot de benoemde objecten en de risico-communicatiecampagne van de regio Haaglanden, waarbij de gemeente Westland betrokken is, geen aanleiding voor het verbinden van regels aan dit bestemmingsplan.
-
e. Er wordt in de regio Haaglanden gewerkt aan een risico-communicatiecampagne. De gemeente Westland is bij deze campagne betrokken en zal daarmee, in samenwerking met de overige Haaglanden gemeenten, een adequate invulling geven aan risicocommunicatie. Dit advies geeft geen aanleiding voor het verbinden van regels aan dit bestemmingsplan.