direct naar inhoud van 3.2 Archeologie en cultuurhistorie
Plan: Bedrijventerrein Honselersdijk
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1783.ABP00000022-onhe

3.2 Archeologie en cultuurhistorie

Regelgeving en beleid

Als gevolg van het Verdrag van Valletta, dat in 1998 door het Nederlandse parlement is goedgekeurd en in 2006 zijn beslag heeft gekregen in de gewijzigde Monumentenwet 1988, stellen Rijk en Provincie zich op het standpunt dat in het ruimtelijk beleid zorgvuldig met het archeologische erfgoed moet worden omgegaan. Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken. Het Rijk heeft deze beleidsuitgangspunten neergelegd in onder meer de Cultuurnota 2005 - 2008, de Nota Belvedère, de Nota Ruimte en het Structuurschema Groene Ruimte 2.

De provincie Zuid-Holland hanteert het uitgangspunt dat op terreinen die voorkomen op de Archeologische monumentenkaart Zuid-Holland en in gebieden die op de kaart archeologische waarden van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS-kaart) ten minste een redelijke tot grote kans op archeologische sporen hebben, archeologisch vooronderzoek in het kader van de planvoorbereiding dient plaats te vinden. Voor zover er onzekerheid bestaat over de precieze aanwezigheid van archeologische waarden, dient in het bestemmingsplan voor het bouwrijp m aken een omgevingsvergunningplicht te worden gehanteerd. Het verlenen van een omgevingsvergunning wordt daarbij afhankelijk gesteld van de uitkomsten van nader archeologisch onderzoek en de belangenafweging op grond daarvan.

Doelstelling van het Verdrag van Valetta is de bescherming en het behoud van archeologische waarden. Als gevolg van dit verdrag wordt in het kader van de ruimtelijke ordening het behoud van het archeologisch erfgoed meegewogen zoals alle andere belangen die bij de voorbereiding van het plan een rol spelen.

3.2.1 Onderzoek archeologie

Gemeentelijk beleid

In mei 2012 is de definitieve versie van de Archeologische Beleidskaart van de Gemeente Westland vastgesteld. Deze beleidskaart dient als onderlegger voor bestemmingsplannen binnen de gemeente, waarin rekening dient te worden gehouden met de eventuele aanwezigheid van archeologische waarden. De kaart is afgeleid van de gemeentelijke verwachtingskaart, welke aangeeft in welke zones archeologische resten gevonden kunnen worden.

Door middel van deze kaart kan bepaald worden of er voorwaarden gesteld moeten worden aan omgevingsvergunningen voor bodemverstorende activiteiten. Tot een bepaalde diepte, afhankelijk van de verwachtingswaarde, zijn bodemingrepen vrijgesteld van verplichting tot archeologisch onderzoek. Valt een bodemverstorende activiteit met een grotere diepte in een gebied met een hoge kans op aanwezigheid van archeologische resten, dan worden er extra voorwaarden gesteld aan de vergunning zoals de verplichting tot archeologisch onderzoek.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000022-onhe_0011.png"   afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000022-onhe_0012.png"  

Figuur 3.1 Uitsnede Archeologische beleidskaart gemeente Westland

Uit bovenstaande figuur blijkt dat het plangebied drie verschillende waarden kent, te weten 'Historische dorpskern' en 'verwachtingszones II en III'.

De archeologische waarden van het gebied bestaan uit de reeds aangetroffen of te verwachten aanwezigheid, boven of onder de grond, van bouwhistorische resten en archeologische sporen. Samen bevatten zij een hoeveelheid aan historische informatie over ouderdom en ruimtelijke ontwikkeling. Vanwege deze waarden zijn drie afzonderlijke dubbelbestemmingen opgenomen die ieder afzonderlijk aansluiten op één van de drie waarden. Binnen de bestemmingsregels wordt archeologisch onderzoek verplicht gesteld voor (bouw)werkzaamheden die het archeologisch belang kunnen schaden. Hierbij geldt dat hoe hoger de verwachtingswaarde, des te lager zijn de ondergrenzen voor de oppervlakte van bodemingrepen waarboven archeologisch onderzoek nodig is.

Het gebied dat in figuur 3.1 is aangeduid als historische dorpskern omvat onder andere de resten van het Lusthof Honselersdijk en zijn voorgangers. Het terrein werd in 1612 door Prins Frederik Hendrik, stadhouder van 1625 tot 1647, gekocht. Tussen 1620 en 1635 liet hij het terrein inrichten en een nieuw lustslot bouwen. De lusthof is in figuur 3.2 afgebeeld. In 1815 werd het slot afgebroken, tegenwoordig resten nog twee bijgebouwen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000022-onhe_0013.png"

Figuur 3.2 Uitsnede van de kaart van Kruikius uit 1712 met de Lusthof Honselersdijk

3.2.2 Onderzoek cultuurhistorie

Karakteristiek waardevolle bebouwing

Binnen het plangebied bevinden zich cultuurhistorisch waardevolle panden welke niet als rijks- of gemeentelijk monument zijn aangewezen, maar wel op de mIP-lijst staan. Om deze panden te beschermen, zijn in dit bestemmingsplan aanvullende regels opgenomen.

3.2.3 Conclusie

In het plan worden drie dubbelbestemmingen opgenomen ter bescherming van de aanwezige categorieën van archeologische waarden. In de planregels is een bouw- en gebruiksregeling opgenomen waardoor de archeologische waarden voldoende zijn geborgd. Er wordt daarnaast een beschermende regeling voor karakteristiek waardevolle bebouwing opgenomen.