direct naar inhoud van 2.2 Ruimtelijk functionele structuur
Plan: Kern Poeldijk
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1783.ABP00000021-onhe

2.2 Ruimtelijk functionele structuur

In deze paragraaf worden de ruimtelijke en de functionele opbouw van Poeldijk beschreven. Omdat de opbouw en de ontwikkeling niet los gezien kunnen worden van het centrum, heeft de beschrijving op onderdelen betrekking op Poeldijk als geheel.

2.2.1 Historisch ruimtelijke opbouw

De oude kern van Poeldijk is ontstaan op de noordelijke stroomrug van de Gantel, destijds een open kreek naar de Noordzee. De stroomrug sluit aan bij een oude zuidwest-noordoost lopende strandwal waarop ook plaatsen zijn ontstaan zoals Rijswijk, Voorburg en Voorschoten. Deze plaatsen werden onderling verbonden door middel van een route over de strandwal die ten westen van Poeldijk verder leidde naar het direct achter de duinen gelegen Monster. Deze route is bij Poeldijk nog steeds terug te vinden in het huidige tracé van de Poeldijkseweg, Monsterseweg, Voorstraat en Wateringseweg. Deze route werd iets ten westen van de oude kern van Poeldijk gekruist door een noord-zuidlopende trekvaart (Nieuwe Vaart/Nieuweweg). Deze trekvaart verbond Poeldijk met het in het noorden gelegen Loosduinen - Den Haag en het in het zuiden gelegen Naaldwijk.

De historische kern van Poeldijk kenmerkte zich rond 1850 door een enigszins ovaal-ronde bebouwingscluster rond de Schoolstraat en het parallel aan de noordzijde daarvan gelegen deel van de Voorstraat en het meest nabijgelegen deel van de zuidelijk gelegen Rijsenburgerweg. Van daaruit heeft het dorp zich geleidelijk aan lintachtig ontwikkeld langs enkele reeds ten dele bebouwde straten, namelijk de Voorstraat, Poeldijksevaart en de huidige Irenestraat en Nieuwe Vaart (de huidige Nieuweweg en Vredebestlaan).

De rond 1850 gebouwde maar inmiddels verdwenen dorpskerk stond iets ten oosten van de oude kern aan de zuidzijde van de Voorstraat. Ter plaatse van de oude rooms-katholieke kerk verrees rond 1925 de huidige Sint-Bartholomeuskerk, een laat-neogotische kruisbasiliek (de 'kathedraal van het Westland').

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000021-onhe_0006.png"

Historische kaart Poeldijk, situatie 1876 (bron: www.watwaswaar.nl)

2.2.2 Gebieden

Woongebied

In de loop van de vorige eeuw heeft de woonkern van Poeldijk zich verder ontwikkeld in de zuidwesthoek van de Dijkpolder. De oorspronkelijke rechtlijnige polderverkaveling is herkenbaar in bestaande wegen en waterlopen: de Nieuweweg, Verburghlaan en het water van de Klugt-Wittemansingel en Verschoorstraat zijn hier een voorbeeld van. Deze wegen en waterlopen vormen, met uitzondering van de Verburghlaan, de ruimtelijke begrenzing van de uitbreiding van destijds. Aan de zuidzijde grenst de Jan Barendselaan, die de overgang vormt naar het (historische) centrum van Poeldijk. Op deze plek komen veel hoekverdraaiingen voor door de ontmoeting van het oude centrumgedeelte met de rechtlijnige polderverkaveling.

Binnen de dorpsuitbreiding zijn de Verburghlaan, Doctor Weitjenslaan-Sutoriusstraat en Irenestraat de belangrijkste ontsluitingswegen, en ruimtelijk te onderscheiden als laan.

Bovengenoemde hoofdopzet deelt de wijk op in meerdere woonbuurten die zich op basis van de volgende eigenschappen onderscheiden:

  • 1. gesloten woonblokken aan straten;
  • 2. halfopen verkaveling aan centrale, doodlopende ruimten;
  • 3. open strokenverkaveling aan doodlopende erven (voetgangersgebied).

Op een aantal plekken wordt het thema wonen verstoord door een gebouw met een andere functie, zoals de Leuningjes of een school.

Het karakter van de buurten komt ook tot uitdrukking in het aanwezige groen.

  • Ad 1): enkel- of dubbelzijdige wegbeplanting, ondergeschikt in grootte aan de genoemde lanen. Daarnaast komen aparte groenplekken van verschillende grootte en functie voor die over het algemeen geen samenhang vertonen.
  • Ad 2): groene hoven met hier en daar een speelplek.
  • Ad 3): erven die voorzien zijn van een openbare groenstrook (deze komen relatief weinig voor).

Het grootste deel van de bebouwing bestaat uit rijenwoningen in twee bouwlagen met een kap of plat dak. Vrijstaande en twee-onder-een-kapwoningen staan met name langs de historische dorpswegen (Voorstraat, Nieuweweg, Irenestraat) en de Doctor Weitjenslaan. Behalve grondgebonden woningen komen ook appartementen voor, langs de Beatrixstraat en de Verburghlaan, maar ook op kleinere schaal bijvoorbeeld aan de Van de Graafstraat. De bouwhoogte varieert hierbij tussen 3 en 6 bouwlagen.

De jongste woonbuurten bevinden zich ten zuidoosten van de Verburghlaan en ten oosten van de A.J. van Reststraat. Deze buurten onderscheiden zich van de oudere buurten door een duidelijkere groenstructuur en een ruimere verkaveling. De meeste woningen in dit relatief nieuwe gedeelte hebben bovendien een plat dak of lessenaarsdak in plaats van een kap.

De hierboven genoemde karakteristieke buurten passen bij het wonen in een dorp. Bij vervangende woningbouw zal gezocht worden naar een woonvorm dat het karakter van de buurt ondersteunt en indien mogelijk versterkt. Omdat enkele structuurlijnen aansluiten op de rond het oude historische centrum gelegen Jan Barendselaan, komen er vooral in de omgeving van de Fresiastraat veel hoekverdraaiingen voor waardoor er bijna sprake is van een mozaïekachtige plattegrond rond de Fresiastraat. Ook bij de Jan Olierookstraat is sprake van een afwijkend stratenpatroon.

Het grootste deel van de oudere woningvoorraad bestaat uit rijenwoningen in twee bouwlagen onder kap. Soms zijn deze woningen echter gebouwd in twee bouwlagen onder plat dak (onder andere Jan Olierookstraat en De Boerstraat). Vrijstaande en twee-onder-een-kapwoningen komen vooral voor bij de historische dorpswegen (Voorstraat, Nieuweweg, Irenestraat) en aan de in de dorpsrand gelegen Doctor Weitjenslaan. Behalve grondgebonden woningen komen plaatselijk ook appartementen voor, onder meer appartementen in 3 woonlagen aan de Jan Barendselaan en Fresiastraat en appartementen in 4 tot 6 woonlagen boven een bergingenlaag aan de Beatrixstraat en de Irenestraat. Deze appartementen zijn deels gerealiseerd ter vervanging van oudere grondgebonden woningen.

De nieuwere woonbuurten bevinden zich globaal gezien ten oosten van de lijn Verburghlaan-A.J. van Reststraat. Deze woonbuurten rond De Backerstraat, de Eliasdreef en de Van de Graafstraat, kenmerken zich door een meer speelse en ruimere opzet van de woonbebouwing. Hierbij bestaat de woonbuurt rond De Backerstraat nog wel uit eengezinsrijenwoningen in 2 bouwlagen onder kap. De 2 overige woonbuurten bestaan grotendeels uit woningbouw onder plat dak.

De woonbuurt rond de Eliasdreef kenmerkt zich vooral door rijenwoningen in 3 bouwlagen onder plat dak met plaatselijk woningen in 2 bouwlagen en hoekappartementen in 4 bouwlagen alsmede door vrijstaande en twee-aaneengebouwde woningen. Deze duurdere woningen zijn gebouwd onder kap, plat dak of lessenaarsdak en bestaan veelal uit een begane grondlaag en twee verdiepingslagen. De meest bijzondere woonbebouwing is gerealiseerd in de met relatief veel groen en water ingerichte bebouwingszone tussen de Eliasdreef en de Verburghlaan. Hier staan 2 luxe appartementengebouwen in 4 tot 5 woonlagen boven een onderbouw met entree en bergingen en 3 bouwblokken met elk 8 patiowoningen in één en deels twee bouwlagen onder plat dak en lessenaarsdak.

De woonbuurt rond de Van de Graafstraat bestaat overwegend uit rijenwoningen in twee of drie lagen onder plat dak en – in de noordwest- en zuidwestrand – uit vrijstaande woningen in één en twee bouwlagen onder kap.

Voorzieningen

De aanwezige voorzieningen in Poeldijk zijn niet geconcentreerd in het (historische) centrum, maar liggen verspreid door het dorp. Het winkelbestand ligt dan weliswaar in of aan de rand van het centrum, de kleinschalige detailhandel is in laatste jaren gekrompen waardoor de sfeer van een dorpscentrum minder aanwezig is.

Om deze trend om te zetten, zal bij ontwikkelingen in het centrum gestuurd worden op concentratie van detailhandel en andere diensten die in een dorpscentrum thuishoren. Voorwaarde hiervoor is een aantrekkelijk vestigingsmilieu te scheppen. Aangezien de bereikbaarheid goed is (zie paragraaf Verkeer) moet de aantrekkelijkheid in de openbare ruimte zitten.

2.2.3 Verkeer

Ontsluiting gemotoriseerd verkeer, langzaam verkeer en openbaar vervoer

De kern Poeldijk wordt extern ontsloten vanaf provinciale wegen, namelijk de N211, N213 en N464. De N211 verbindt Poeldijk enerzijds met 's Gravenzande en anderzijds met Den Haag en sluit ongeveer 6 km ten oosten van Poeldijk aan op de A4. De N211 (Nieuweweg) wordt ook wel bestempeld als de Centrale As van Westland. De N213 loopt vanaf Poeldijk zuidwaarts via Honselersdijk en Naaldwijk naar de A20. De N464 loopt vanaf Poeldijk oostwaarts naar de Lozerlaan (aansluiting met de N211).

Binnen Poeldijk wordt de hoofdwegenstructuur sterk bepaald door de deels historische route over de noordelijke stroomrug (Voorstraat en Jan Barendselaan) en door de op deze route aansluitende Nieuweweg en Verburghlaan. De hoofdontsluiting van de afzonderlijke woonbuurten wordt bepaald door een min of meer evenwijdig en haaks op deze wegen aangelegd wegenpatroon van onder meer de Irenestraat, Margrietlaan, Nieuwstraat, Doctor Weitjenslaan-De Backerstraat, Eliasdreef en Van de Graafstraat-Hofje van Maat.

Alle wegen in Poeldijk zijn gecategoriseerd als erftoegangswegen met een maximumsnelheid van 30 km/h. Het fietsverkeer en gemotoriseerd verkeer worden op de meeste wegen binnen de kern gemengd afgewikkeld conform de inrichting Duurzaam Veilig.

Langs de N211 ter hoogte van de Doctor Weitjenslaan halteren diensten in de richtingen Honselersdijk, Naaldwijk, Schiedam, Monster, 's-Gravenzande, Hoek van Holland en Den Haag. Deze halte wordt op termijn verplaatst in de richting van de Irenestraat om een betere bereikbaarheid vanuit de kern te realiseren.

Verkeersafwikkeling

De verkeersdoorstroming is reeds goed in beeld gebracht en in het Westlands verkeersmodel ingepast.

Parkeren

Bij nieuwbouw, uitbreiding en verbouw dient aan de hand van de parkeernormen het benodigde aantal parkeerplaatsen te worden bepaald. De gemeente Westland heeft in de parkeernormering eigen parkeernormen opgenomen.

Conclusie

De bereikbaarheid voor het verkeer is goed te noemen. Door het uitgebreide netwerk van provinciale wegen is de kern goed bereikbaar. De verkeersveiligheid is voldoende gewaarborgd door de inrichting conform Duurzaam Veilig. Eveneens is de verkeersafwikkeling voldoende gewaarborgd. Bij nieuwe ontwikkelingen dienen voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein aangelegd te worden om in de eigen parkeerbehoefte te voorzien.

2.2.4 Groen

Poeldijk ligt te midden van het kassengebied van het Westland. Hierdoor ontbreken grotere groengebieden in de directe omgeving van Poeldijk. De duinen, recreatiegebied Madestein, de Uithof en de westelijke uitloper van het Groene Hart (ten noordwesten van Schipluiden) liggen op minstens 1 km afstand van Poeldijk.

Het dichtstbijzijnde groen van enige omvang is het park van de nieuwste uitbreiding van Poeldijk, op de hoek Verburghlaan-Arckelweg. Daar komt de Gantel bij, ongeveer 100 m ten zuiden van de oude kern. Dit vaarwater wordt via het centrum van Poeldijk beter bereikbaar en ontwikkeld als een groene promenade. Het park en de Gantelzone dragen in belangrijke mate bij aan de totale hoeveelheid openbaar groen, dat betekenis heeft voor het gehele dorp.

Voor de kleinere schaal van een woonbuurt geldt daarentegen dat het daar aanwezige groen als gevolg van de parkeerdruk deels verdwenen is. Ook is een aantal laanbomen langs de Verburghlaan vervangen door parkeerplaatsen en hebben bomen langs de Jan Barendselaan een te beperkte omvang om betekenis te geven aan de laan (beide onderdeel de hoofdstructuur).

Naast de hoofdgroenstructuur dient het buurtgroen met de daarbij horende speelplekken voor jonge kinderen bij wijzigingen in de openbare ruimte, hersteld en waar mogelijk versterkt te worden.

Daartoe behoren ook bijzondere plekken, zoals de pleinachtige ruimte op de hoek Rijsenburgerweg-Voorstraat die de entree vormt naar het oude centrum, en het kerkplein bij de grote kerk dat dienstdoet als parkeerplaats, maar eigenlijk een open ruimte hoort te zijn.