Plan: | Kern Kwintsheul |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1783.ABP00000018-ONHE |
Het op de planverbeelding in een bouwvlak vermelde percentage geeft aan, hoeveel procent van het oppervlak van dat bouwperceel maximaal mag worden bebouwd met gebouwen en overkappingen.
De op de planverbeelding aangegeven bouwvlakken waarin geen percentages zijn geplaatst mogen volledig worden bebouwd met gebouwen en overkappingen, tenzij in de bestemmingsregels anders is bepaald.
Het op de planverbeelding in een bouwvlak vermelde percentage heeft geen betrekking op bouwwerken en geen gebouwen zijnde.
De op de planverbeelding aangegeven hoogteaanduiding is opgenomen, geldt voor de maximaal toelaatbare goot- dan wel bouwhoogte het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze planregels.
Indien op de planverbeelding geen hoogteaanduiding is opgenomen, geldt voor de maximaal toelaatbare goot- dan wel bouwhoogte het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze planregels.
De in artikel 23.2 bedoelde hoogten mogen worden overschreden door antenne-installaties, mits deze voldoen aan het bepaalde in artikel 23.4 en door schoorstenen, liftkokers, trappenhuizen, alarminstallaties en andere ondergeschikte bouwdelen, indien en voor zover de overschrijding niet meer dan 1,50 m bedraagt, tenzij in hoofdstuk 2 anders is bepaald.
De in artikel 23.2 bedoelde hoogten mogen worden overschreden, indien deze hoogteoverschrijding voortvloeit uit wet en/of behoort tot het normale onderhoud.
Als maximaal toelaatbare bouwhoogte van bouwwerken, die geen gebouwen zijn, gelden de volgende maten, tenzij in hoofdstuk 2 anders is bepaald:
erfafscheidingen tussen voorgevelrooilijn en openbare weg | 1 m |
erfafscheidingen elders | 2 m |
overkappingen | 3 m |
straatmeubilair | 3 m |
lichtmasten | 20 m |
antennes ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes | 5 m |
overige bouwwerken | 2 m |
vlaggenmasten | 6 m |
De op de planverbeelding aangegeven bouwgrenzen mogen uitsluitend worden overschreden door:
Bij elke ontwikkeling wordt de normering vanuit het Westlands Verkeer- en Vervoerplan 2005 (WVVP) toegepast.
Voor het bouwen van dakkapellen gelden de volgende regels:
Een bestaand bouwwerk, dat met een vergunning is gerealiseerd, mag worden teruggebouwd.