Artikel 13 Maatschappelijk
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. bibliotheken, sociale en culturele instellingen, gezondheidszorg, jeugd- en kinderopvang, onderwijs, openbare dienstverlening en verenigingsleven, religieuze en levensbeschouwelijke activiteiten en bijeenkomsten;
-
b. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' ofwel '(bp)': uitsluitend een begraafplaats;
-
c. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' ofwel '(gd)' uitsluitend:
-
1. op de begane grond: het wonen en maatschappelijke en culturele voorzieningen;
-
2. op de verdiepingen: het wonen;
-
d. ter plaatse van de aanduiding 'gezondheidszorg' ofwel '(gz)': uitsluitend medische voorzieningen;
-
e. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' ofwel '(nv)': uitsluitend nutsvoorzieningen uit ten hoogste categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging';
-
f. ter plaatse van de aanduiding 'onderwijs' ofwel '(on)': uitsluitend onderwijs;
-
g. ter plaatse van de aanduiding 'religie' ofwel '(re)': uitsluitend religieuze en levensbeschouwelijke activiteiten en bijeenkomsten;
-
h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' ofwel '(sba-2)': tevens een rijksmonument;
-
i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3' ofwel '(sba-3)': tevens een gemeentelijk monument;
-
j. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 3' ofwel '(h<3)': tevens een horecabedrijf uit ten hoogste categorie 3 van de Staat van Horeca-activiteiten;
-
k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 1' ofwel '(sm-1)': uitsluitend overheidsvoorzieningen of kantoorfuncties;
-
l. ter plaatste van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 3' ofwel '(sm-3)': uitsluitend maatschappelijke en culturele voorzieningen, educatieve voorzieningen en detailhandel met uitzondering van de verkoop en opslag van consumentenvuurwerk;
-
m. ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven' ofwel '(vl)': uitsluitend sociale en culturele voorzieningen en verenigingsleven;
-
n. ter plaatse van de aanduiding 'wonen' ofwel '(w)': tevens het wonen;
-
o. ter plaatse van de aanduiding 'welzijnsinstelling': tevens een locatie ten behoeve van sociale ontmoetingen;
-
p. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water.
13.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
13.2.1 Hoofdgebouwen
-
a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
-
b. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
-
c. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
-
d. de totale oppervlakte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste het met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwperceel, indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwperceel;
-
e. indien de hoofdgebouwen niet in de erfgrens worden gebouwd, dient de afstand tot de erfgrens ten minste 1,5 m te bedragen.
13.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
-
f. het gezamenlijk oppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen op het erf bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf van het hoofdgebouw tot een maximum van 50 m²;
-
g. indien het zij- en achtererf een grotere oppervlakte heeft dan 100 m² mag bij de maximale oppervlakte van 50 m² een percentage van 10% van het meerdere worden opgeteld, tot een maximum van 75 m²;
-
h. de afstand van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen tot de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt ten minste 1 m;
-
i. indien niet in de erfscheiding wordt gebouwd bedraagt de afstand tot de erfscheiding ten minste 1 m;
-
j. de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste 0,3 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw op de aangrenzende gronden;
-
k. de bouwhoogte van aan-, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen bedraagt ten hoogste 4 m;
-
l. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen/aangebouwde bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m;
-
m. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen bedraagt ten hoogste 5 m;
-
n. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m.
13.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:
-
a. van erfafscheidingen tussen de voorgevel van het hoofdgebouw en de openbare weg: 1 m;
-
b. van erfafscheidingen elders: 2 m;
-
c. van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 3 m.
13.2.4 Begraafplaats
Ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' ofwel '(bp)' gelden de volgende aanvullende regels:
-
a. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak bedraagt ten hoogste 200 m²;
-
b. de goothoogte van gebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak bedraagt ten hoogste 3 m;
-
c. te bouwhoogte van gebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak bedraagt ten hoogste 4,5 m;
-
d. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:
-
1. voor erfafscheidingen 3 m;
-
2. voor het herdenkingsteken 8 m;
-
3. voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 5 m.
13.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaald in lid 13.2.4 onder a voor de bouw van gebouwen ten behoeve van het onderhoud en/of beheer tot een gezamenlijke grondoppervlakte van ten hoogste 300 m², indien dit voor een doelmatig beheer noodzakelijk is.
13.4 Specifieke gebruiksregels
13.4.1 Bruto vloeroppervlak kantoorfuncties
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 1' ofwel '(sm-1)' bedraagt het bruto vloeroppervlak kantoorfuncties ten hoogste 1.000 m².
13.4.2 Locatie ten behoeve van sociale ontmoetingen
Ter plaatse van de aanduiding 'welzijnsinstelling' zijn maatschappelijk-aanverwante functies als horeca, verenigingsleven, kinderopvang of onderwijs niet toegestaan.
13.4.3 Aan-huis-gebonden ondernemingen
Ter plaatse van de aanduiding 'wonen' ofwel '(w)' wordt onder strijdig gebruik niet verstaan het gebruik van gedeelten van woningen ten behoeve van aan-huis-gebonden ondernemingen, mits:
-
a. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
-
b. het netto vloeroppervlak in gebruik voor de aan-huis-gebonden onderneming niet groter is dan 25% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw met een maximum van 50 m²;
-
c. het gebruik niet leidt tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluiting en parkeersituatie ter plaatse;
-
d. er geen gebruik wordt gemaakt van gevelreclame;
-
e. de onderneming uitsluitend door één van de bewoners (zonder ander personeel) wordt uitgeoefend;
-
f. voor de activiteiten van de onderneming geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist en de inrichting valt onder het begrip type A van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer;
-
g. er geen horeca- en detailhandelsactiviteiten plaatsvinden;
-
h. de activiteiten worden uitgevoerd in het hoofdgebouw plus aan-, uitbouw en aangebouwd bijgebouw.
13.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen in het geval van beëindiging en/of verplaatsing van een functie uit artikel 13.1 lid b t/m artikel 13.1 lid o, uitgezonderd lid h, i en k, het plan wijzigen voor het vestigen van een maatschappelijke functie die niet overeenkomt met de op die locatie geldende aanduiding, met dien verstande dat:
-
a. er op de betreffende locatie een functie als beschreven in artikel 13.1 lid b t/m artikel 13.1 lid o, uitgezonderd lid h en i, of daaraan gelijk te stellen wordt gevestigd;
-
b. de nieuwe functie geen onevenredige afbreuk doet aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving;
-
c. de nieuwe functie geen onevenredige toename van de verkeersaantrekking met zich meebrengt.