direct naar inhoud van 3.5 Externe veiligheid
Plan: Bedrijventerrein De Hoge Woerd
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1783.ABP00000014-vast

3.5 Externe veiligheid

Normstelling en beleid

Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:

  • bedrijven waar activiteiten plaatsvinden die gevolgen hebben voor de externe veiligheid;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of leidingen.

Voor zowel bedrijvigheid als vervoer van gevaarlijke stoffen zijn twee aspecten van belang, te weten het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon dodelijk wordt getroffen door een ongeval, indien hij zich onafgebroken2 en onbeschermd op een bepaalde plaats zou bevinden. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting dan wel infrastructuur. Hierbij is de risicocontour van 10-6 maatgevend voor nieuwe ontwikkelingen3.

Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van een ongeval waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. De normen voor het GR hebben een oriënterende waarde (inspanningsverplichting). Indien de oriënterende waarde voor het GR wordt overschreden, legt dit in het algemeen ook ruimtelijke beperkingen op aan een gebied buiten de 10-6-contour (PR).

Bedrijvigheid

Op 27 oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) in werking getreden. Voor het PR geldt volgens het Bevi een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten op een niveau van 10-6 per jaar4. Binnen de 10-6-contour mogen dan ook geen nieuwe kwetsbare functies mogelijk worden gemaakt. Uitsluitend om gewichtige redenen mogen nieuwe beperkt kwetsbare objecten binnen de 10-6-contour gerealiseerd worden. Daarnaast bevat het Bevi een verantwoordingsplicht ten aanzien van het GR rondom deze inrichtingen.

Vervoer gevaarlijke stoffen

Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen is in augustus 2004 de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen gepubliceerd. In deze circulaire is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen opgenomen (PR en GR). In nieuwe situaties geldt voor het PR een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten op een niveau van 10-6 per jaar5. Uit de circulaire blijkt dat op meer dan 200 m afstand vanaf de route het aspect externe veiligheid geen beperkingen oplegt aan het ruimtegebruik. Uit de circulaire blijkt voorts dat bij het vervoer van gevaarlijke stoffen beargumenteerd van de grenswaarde, richtwaarde en oriënterende waarde mag worden afgeweken.

Onderzoek

Bedrijvigheid

In de directe omgeving van het plangebied zijn enkele risicorelevante bedrijven gelegen, te weten Flora Holland, Van den Bos Flowerbulbs en Nic. Sosef BV.

Het plangebied ligt buiten de PR 10-6-contour van Flora Holland. Wel ligt het plangebied binnen het invloedsgebied voor het GR, dat vanaf de bron 1.125 m bedraagt. In de huidige situatie wordt voldaan aan de oriënterende waarde voor het GR. In het plangebied worden geen nieuwe ontwikkelingen rechtstreeks mogelijk gemaakt die relevante gevolgen hebben voor het GR. Wanneer gebruik wordt gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid voor de realisatie van bedrijven ter plaatse van het momenteel nog agrarische gebied, dient het GR in het wijzigingsplan verantwoord te worden. De betreffende ontwikkeling zal naar verwachting nauwelijks invloed hebben op de hoogte van het GR, gelet op de aard van de omgeving.

Het plangebied ligt buiten de PR 10-6-contour van Van den Bos Flowerbulbs. Het invloedsgebied van dit bedrijf is niet bekend. Net als bij Flora Holland speelt bij dit bedrijf externe veiligheid een rol vanwege het gebruik van een ammoniakkoelinstallatie. Aangezien FloraHolland aanzienlijk groter is qua omvang en ook beschikt over een grotere ammoniakkoelinstallatie, is Flora Holland maatgevend voor de situatie met betrekking tot externe veiligheid in het plangebied.

Het bedrijf Nic. Sosef BV, waar opslag van bestrijdingsmiddelen/chemicaliën plaatsvindt, valt onder het Bevi. Volgens de Risicoatlas van de provincie Zuid-Holland geldt hiervoor een PR 10-6-contour van 165 m. Volgens de Regeling externe veiligheid Inrichtingen die bij het Bevi hoort, geldt voor een dergelijk bedrijf een invloedsgebied van 520 m. De afstand tussen de grens van het plangebied en de opslaglocatie van het bedrijf is meer dan 520 m. Het plangebied ligt derhalve buiten het invloedsgebied van het GR.

Vervoer van gevaarlijke stoffen

Over de N213/Burgemeester Elsenweg aan de noordoostzijde van het plangebied vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. De PR 10-6-contour ligt niet buiten de weg zelf. Een deel van het plangebied ligt binnen het invloedsgebied voor het GR. In de huidige situatie wordt voldaan aan de oriënterende waarde voor het GR. In het plangebied worden geen nieuwe ontwikkelingen rechtstreeks mogelijk gemaakt die relevante gevolgen hebben voor het GR. Wanneer gebruik wordt gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid voor de realisatie van bedrijven ter plaatse van het agrarische gebied, dient het GR in het wijzigingsplan verantwoord te worden. De betreffende ontwikkeling zal naar verwachting weinig invloed hebben op de hoogte van het GR, gelet op de aard van de omgeving.

Er zijn geen planologisch relevante leidingen in het plangebied gelegen.

Verantwoording groepsrisico

Binnen het bestemmingplangebied zijn een aantal beperkt kwetsbare objecten en kwetsbare objecten aanwezig. Het betreft een tiental burger- en bedrijfswoningen, een appartementencomplex, winkels en de aanwezige bedrijvigheid.

FloraHolland en Bos Flowerbulbs

Het plangebied in gelegen binnen het invloedsgebied van FloraHolland. In het advies van de Hulpverleningsregio Haaglanden van 18 mei 2009 is een worstcasescenario beschreven ingeval er bij FloraHolland een ammoniakleidingbreuk plaatsvindt waarbij ammoniak vrijkomt. Dit heeft een invloedsgebied van 1.125 m. Het bedrijf Van den Bos Flowerbulbs beschikt ook over een ammoniakinstallatie welke echter een kleinere impact heeft op het plangebied. Vandaar dat enkel van FloraHolland wordt uitgegaan.

Uit de Kwantitatieve risicoanalyse FloraHolland 'Ammoniakkoelinstallatie'6 is geconcludeerd dat met de huidige locatie van FloraHolland het GR beneden de oriëntatie waarde blijft. Hierbij is uitgegaan van een hoge bevolkingsdichtheid. Binnen het plangebied (als onderdeel van het invloedsgebied) is, gezien het conserverend karakter, geen verhoging van de bevolkingsdichtheid te verwachten.

Burgemeester en wethouders vinden het dan ook niet nodig om maatregelen te treffen ter verkleining van het groepsrisico voor deze (beperkt) kwetsbare objecten, gezien de grote afstand tot FloraHolland, het feit dat er een bestaande situatie in het plan wordt vastgelegd en het kleine aantal woningen (kwetsbare objecten) binnen het plangebied. Tevens heeft FloraHolland al verschillende veiligheidsmaatregelen genomen, welke ook deels zijn opgenomen in de huidige milieuvergunning (onder andere ammoniakdetectie, inbloksystemen, bedrijfsbrandweer). Een aantal aanvullende maatregelen wordt opgenomen in de nieuwe milieuvergunning, welke in behandeling is. Verder is FloraHolland van twee zijdes goed bereikbaar, oefenen de overheidshulpverleningsdiensten (regionaal en lokaal) zeer regelmatig met de bedrijfsbrandweer van FloraHolland en is rondom de terreinen voldoende bluswater aanwezig. In het aanvalsplan van de brandweer staan de opstelplaatsen en de belangrijkste informatie over de ammoniakkoelinstallatie. De mensen binnen het bestemmingsplan kunnen goed vluchten ingeval van een calamiteit. Er wordt gestreefd naar het op een hoog peil houden van de risicocommunicatie en een goed bereik van alarmsirenes.

Burgemeester en wethouders vinden het groepsrisico als geschetst in deze rapportage verantwoord. Nieuwe ontwikkelingen met kwetsbare of beperkte kwetsbare objecten worden niet mogelijk gemaakt binnen dit plan. Uitzondering hierop vormen de wijzigingsbevoegdheden 1 en 2 (beperkt kwetsbare objecten) . Bij toepassing hiervan dient het GR opnieuw te worden verantwoord. Dit is vastgelegd in de randvoorwaarden die zijn verbonden aan de wijzigingsbevoegdheid.

N213

In het advies van de Hulpverleningsregio Haaglanden van 18 mei 2009 is een worstcasescenario beschreven ingeval er een zogenoemde BLEVE van een tankwagen plaatsvindt, dan wel indien er een giftige wolk ontstaat. Dit heeft een effectafstand van respectievelijk 230 en 600 m. Hierbij is het van belang dat hulpverleningsdiensten snel actie kunnen ondernemen om verdere escalatie bij een ongeval te voorkomen (vrijkomende vloeistof afdekken met schuim om plasbrand te voorkomen, koeling van de tankwagen om een BLEVE te voorkomen, waarschuwen omgeving bij een gifwolk). Risicocommunicatie is hierbij essentieel. Er wordt gestreefd naar het op een hoog peil houden van de risicocommunicatie en een goed bereik van alarmsirenes.

Burgemeester en wethouders vinden het groepsrisico als geschetst in deze rapportage verantwoord. Nieuwe ontwikkelingen met kwetsbare of beperkte kwetsbare objecten worden niet mogelijk gemaakt binnen dit plan. Uitzondering hierop vormen de wijzigingsbevoegdheden 1 en 2 (beperkt kwetsbare objecten). Bij toepassing hiervan dient het GR opnieuw te worden verantwoord. Dit is vastgelegd in de randvoorwaarden die zijn verbonden aan de wijzigingsbevoegdheid.

Conclusie

Het aspect externe veiligheid levert geen belemmering op voor de uitvoering van het bestemmingsplan.