direct naar inhoud van 3.9 Luchtkwaliteit
Plan: Centrum 's-Gravenzande
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1783.ABP00000010-onhe

3.9 Luchtkwaliteit

Normstelling en beleid

Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door titel 5.2. van de Wet milieubeheer, luchtkwaliteitseisen (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk). De Wet milieubeheer (Wm) bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 3.2 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.

Tabel 3.2 Grenswaarden maatgevende stoffen Wm

stof   toetsing van   grenswaarde   geldig vanaf  
stikstofdioxide (NO2)   jaargemiddelde concentratie   60 µg/m³   2010 tot en met 2014  
  jaargemiddelde concentratie   40 µg/m³   vanaf 2015  
fijn stof (PM10)1)   jaargemiddelde concentratie   40 µg/m³   vanaf 11 juni 2011  

1) Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007).

Op grond van artikel 5.16 van de Wm kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien:

  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden (lid 1 onder a);
  • de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof als gevolg van de uitoefening van die bevoegdheden per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft (lid 1 onder b1);
  • bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, door een met de uitoefening van de betreffende bevoegdheid samenhangende maatregel of een door die uitoefening optredend effect, de luchtkwaliteit per saldo verbetert (lid 1 onder b2);
  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht (lid 1 onder c);
  • het voorgenomen besluit is genoemd of past binnen het omschreven Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of een vergelijkbaar programma dat gericht is op het bereiken van de grenswaarden (lid 1 onder d).

Besluit niet in betekenende mate (nibm)

In dit Besluit is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Hierbij worden 2 situaties onderscheiden:

  • een project heeft een effect van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10;
  • een project valt in een categorie die is vrijgesteld aan toetsing aan de grenswaarden; deze categorieën betreffen onder andere woningbouw met niet meer dan 1.500 woningen bij één ontsluitingsweg of 3.000 woningen bij twee ontsluitingswegen.

In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een bestemmingsplan uit een oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit.

Onderzoek en conclusie

In 2012 is een luchtkwaliteitsonderzoek uitgevoerd naar het Centrumplan (Van Kooten akoestisch advies, kenmerk 1119.N03, d.d. 16-09-2012, zie Bijlage 15). Uit dit onderzoek blijkt dat de realisatie van het bestemmingsplan niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentraties luchtverontreinigende stoffen. Ook worden de grenswaarden uit de Wet milieubeheer tijdens de planperiode van dit bestemmingsplan niet overschreden. Daarnaast is er, vanwege de relatief lage verkeersintensiteit in en rondom het plangebied, geen overschrijding van de wettelijke grenswaarden te verwachten. Om die reden is er geen sprake van verhoogde blootstelling van mensen aan slechte luchtkwaliteit en past het plan in dit opzicht binnen de kaders van een goede ruimtelijke ordening.

Voor het tijdelijke winkelcentrum is ook een luchtkwaliteitsonderzoek uitgevoerd (Van Kooten akoestisch advies, kenmerk 1115.N03, d.d. 23-09-2012, zie Bijlage 16). Uit dit onderzoek blijkt dat deze planontwikkeling geen belemmeringen ontmoet vanuit de gestelde luchtkwaliteitseisen. Het plan voldoet aan de eisen als vastgelegd in het Besluit 'niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)'. Hiermee is een aparte toetsing van het plan aan luchtkwaliteitseisen niet noodzakelijk. Daarnaast voldoen de concentraties van verontreinigende stoffen in en rondom het plangebied aan de wettelijke grenswaarden. Om die reden is er geen sprake van verhoogde blootstelling van mensen aan slechte luchtkwaliteit en past het plan in dit opzicht binnen de kaders van een goede ruimtelijke ordening.