direct naar inhoud van 3.7 Luchtkwaliteit
Plan: Kern Honselersdijk
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1783.ABP00000009-onhe

3.7 Luchtkwaliteit

Normstelling en beleid

Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door titel 5.2 van de Wet milieubeheer, luchtkwaliteitseisen (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd). De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 3.4 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.

Tabel 3.4 Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000009-onhe_0013.jpg"

Op grond van artikel 5.16 van de Wlk kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien:

  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden (lid 1 onder a);
  • de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof als gevolg van de uitoefening van die bevoegdheden per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft (lid 1 onder b1);
  • bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, door een met de uitoefening van de betreffende bevoegdheid samenhangende maatregel of een door die uitoefening optredend effect, de luchtkwaliteit per saldo verbetert (lid 1 onder b2);
  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht (lid 1 onder c);
  • het voorgenomen besluit is genoemd of past binnen het omschreven Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of een vergelijkbaar programma dat gericht is op het bereiken van de grenswaarden (lid 1 onder d).

Besluit niet in betekenende mate (nibm)

In dit Besluit is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Hierbij worden 2 situaties onderscheiden:

  • een project heeft een effect van minder dan 1% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10;
  • een project valt in een categorie die is vrijgesteld aan toetsing aan de grenswaarden; deze categorieën betreffen onder andere woningbouw met niet meer dan 1.500 woningen bij één ontsluitingsweg.

In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een bestemmingsplan uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit.

Onderzoek

Aangezien er met dit bestemmingsplan geen nieuwe functies worden mogelijk gemaakt, kan op grond van het Besluit nibm, een toetsing aan de grenswaarden achterwege blijven. Wel dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening de luchtkwaliteit ter plaatse inzichtelijk te worden gemaakt.

Ten aanzien van de luchtkwaliteit ter plaatse wordt gebruikgemaakt van de Rapportage Luchtkwaliteit van de gemeente uit 2006 7 . Uit de rapportage blijkt dat in de kern Honselersdijk geen overschrijdingen van de grenswaarden plaatsvinden. Wel werd in 2006 langs de N466 ter plaatse van de bloemenveiling de grenswaarde van het jaargemiddelde voor stikstofdioxide en de 24-uurgemiddelde waarde van fijn stof overschreden. Aangezien deze locatie echter op enige afstand van het plangebied is gelegen, kan worden gesteld dat de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied in 2006 over het algemeen goed was. Uit de saneringstool die bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit hoort, blijkt dat deze overschrijdingen inmiddels niet meer optreden. De luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied is daardoor als goed aan te merken.

Conclusie

Er wordt geconcludeerd dat titel 5.2 luchtkwaliteitseisen van de Wet milieubeheer (Wlk) de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg staat. Ter plaatse van het plangebied is sprake van een goed woon- en leefklimaat uit het oogpunt van luchtkwaliteit.