direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Van Nassaustraat naast 15 te Wateringen
Status: vastgesteld
Plantype: omgevingsvergunning
IMRO-idn: NL.IMRO.1783.ABP00000008g10-VA01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Het project omvat het vervangen van een basketbalkooi door een voetbalkooi en de aanleg van groenvoorzieningen op het perceel Van Nassaustraat naast 15 te Wateringen, kadastraal bekend WTR00 sectie A nummer 7378 met de volgende omgevingsvergunningplichtige activiteit(en):

- het (ver)bouwen van een bouwwerk;

- het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan.


Het project is gelegen binnen de bebouwde kom.

1.2 Ligging plangebied

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000008g10-VA01_0001.png"

De voorgenomen voetbalkooi ingepast op het perceel 'naast Van Nassaustraat 15'

De voetbalkooi wordt gebouwd naast de woning Van Nassaustraat 15 in Wateringen.

1.3 Geldend bestemmingsplan

Binnen het plangebied zijn de volgende planregimes van kracht:

  • Kern Wateringen;
  • Paraplubestemmingsplan parkeernormen.

 

1.4 Leeswijzer

De ruimtelijke onderbouwing "Van Nassaustraat naast 15 te Wateringen" bestaat uit een toelichting, als volgt opgebouwd: in Hoofdstuk 2 komt de gebiedsvisie aan de orde. Hierin wordt de hoofdstructuur van het plangebied beschreven met aandacht voor cultuurhistorisch waardevolle elementen, overige ruimtelijke kwaliteiten, aanwezige knelpunten en te verwachte ontwikkelingen. Dit tezamen leidt tot een beschrijving van de gemeentelijke visie op het gewenste behoud en beheer van de ruimtelijke kwaliteit in het plangebied. In Hoofdstuk 3 wordt onderzoek op het gebied van milieu, ecologie, archeologie en cultuurhistorie en water behandeld. Tot slot wordt in Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid ingegaan op de economische en de maatschappelijke uitvoerbaarheid van het de ruimtelijke onderbouwing.

Hoofdstuk 2 Gebiedsvisie

2.1 Beleidskader

2.1.1 Gemeentelijk beleid

Structuurvisie Westland 2025-Perspectief 2040

De visie geeft een ruimtelijk toekomstperspectief, ons streven voor de langere termijn, zonder daarbij de realiteit uit het oog te verliezen. In het perspectief 2040, dat in dialoog met de samenleving tot stand is gekomen, staan de ambities voor de toekomst van Westland. Hierin staan ook de kernwaarden die we als meetlat gebruiken bij toekomstige afwegingen of ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt of niet. We zetten zo eerst de stip op de horizon om aan te geven waar we naartoe willen.

In de visie is bepaald dat in de kernen de leefbaarheid van alle verschillende Westlanders van goed niveau zijn. Dit betekent dat er aandacht moet zijn voor alle verschillende leeftijdsgroepen: van kleine kinderen die in de buurt moeten kunnen spelen tot ouderen die de mogelijkheid moeten hebben om zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen wonen. De nieuwe voetbalkooi voorziet in de behoefte van de jongere inwoners van de wijk Vliettuinen.

In de visie is ook bepaald dat in bestaande gebieden knelpunten t.a.v. de gebruiks- en belevingswaarde van openbaar gebied moeten worden opgelost, waarbij een uitgangspunt is dat er voldoende groen is. Op wijk- en buurtniveau wordt bij ruimtelijke ontwikkelingen voldoende groen gerealiseerd. In dit plan wordt ter vervanging van de oude basketbalkooi een kleinere voetbalkooi terug gebouwd, waardoor ook meer ruimte ontstaat voor groen in de wijk. Zo worden er knotwilgen, perenbomen, bloeiende heesters en een bloemrijk grasveld geplant en/of aangelegd.

Speelruimte beleidsplan gemeente Westland

Volgens het Speelruimtebeleidsplan 'Geef ze de Ruimte', vastgesteld door de gemeente Westland in 2009, wordt in woongebieden tenminste 3% formele speelruimte als uitgangspunt gehanteerd. Gezondheidaspecten en scholing maar ook het recht op vrije tijd, spelen en cultuur zijn van essentieel belang voor kinderen en jongeren. Het is dan ook de taak van de gemeente om aan hen de ruimte te geven die ze nodig hebben.

Kinderen en jongeren zijn ingedeeld in drie doelgroepen. Doelgroep I betreft de 0-7 jarigen, doelgroep II de 7-12 jarigen en doelgroep III de 13-18 jarigen. Voor doelgroep II geldt een actieradius tot 400 meter, voor doelgroep III een tot 1000 meter. De spreiding van speelruimte lijkt voor beide doelgroepen voldoende. Voor doelgroep III geldt dat speelplaatsen ook fungeren als ontmoetingsplaatsen. Bij de situering van jongerenontmoetingsplaatsen (JOP's) wordt dan ook gekeken of de locatie op een redelijke afstand van woningen ligt, of hij voldoende in het zicht licht en voor de politie goed bereikbaar is.

Westlandprogramma 2018-2022

In het collegewerkprogramma "Samen werken aan een nieuwe balans" heeft het college uitgesproken dat de ruimte in Westland schaars is. De uitdaging is het vinden van een goede mix, waarbij gerealiseerd moet worden dat we in een dynamische omgeving wonen. Belangen van maatschappelijke voorzieningen en wonen kunnen conflicteren, alleen kiezen voor groen of wonen is in het volle Westland geen optie.

Participatie

In het programma is ook opgenomen dat de gemeente niet veraf van haar inwoners wil staan, maar juist bij hen input voor beleid wil ophalen. Er is een enquete in de wijk Vliettuinen uitgezet en daarna is in 2017 nog een participatietraject doorlopen met wijkbewoners. Uit het laatste traject is het onderhavige plan als voorkeursvariant gekomen.

2.1.2 Conclusie

De ontwikkeling voor groen met een voetbalkooi op het perceel 'naast Van Nassaustraat 15' is in overeenstemming met het gemeentelijk beleid.

2.2 Ruimtelijk-functionele structuur

2.2.1 Inventarisatie van waarden

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000008g10-VA01_0002.png"

De huidige basketbal/voetbalkooi aan de Van Nassaustraat

De huidige basketbal/voetbalkooi aan de Van Nassaustraat naast 15 in Wateringen is ca. 23 bij 12 meter. De afstand tot aan de meest nabije woning ten oosten van de kooi is ca. 10 meter, de afstand tot de meest nabij gelegen woning aan de westkant is ca. 4 meter. De kooi heeft in zijn huidige afmetingen een behoorlijk ruimtelijk effect op de omliggende bebouwing.

2.2.2 Wenselijke afwijking van de huidige inrichting / het bestemmingsplan

De huidige basketbalkooi kan worden aangemerkt als speelvoorziening voor doelgroep III. De afgelopen jaren is gebleken dat er vanwege de oudere jeugd die hier (ook van verder dan alleen de wijk Vliettuinen) naartoe komt, enige overlast voor omwonenden is opgetreden. Een voetbalkooi van kleinere afmeting dan de huidige kooi (7 x 10 meter) is eerder gericht op doelgroep II en zal -zeker met de aanleg van kunstgras en geluidwerende bekleding van de hekken- naar verwachting tot minder kans op overlast leiden.

Doelgroep III kan ook gebruik maken van de voetbalkooi aan de Vigelandstraat (Den Haag), hemelsbreed zo'n 500 meter van de locatie aan de Nassaustraat. Dit veld is van asfalt en kent een afmeting van ca. 18 bij 11 meter. Deze kooi kent een afstand van tenminste 16 meter tot aan de meest nabij gelegen woningen.

De nieuwe voetbalkooi op het perceel 'Van Nassaustraat naast 15' is in strijd met het bestemmingsplan Kern Wateringen, omdat de palen van het ballennet hoger zijn dan de toegestane drie meter hoogte voor speelvoorzieningen binnen de bestemming 'groen'. Daarbij wordt een hek geplaatst op de bestemming 'verkeer-verblijfsgebied' waardoor een gedeelte van het bestaande pad niet langer bereikbaar is.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000008g10-VA01_0003.png"

Situatietekening voetbalkooi 'naast Nassaustraat 15' Wateringen

2.3 Gebiedsvisie

2.3.1 Stedenbouwkundige randvoorwaarden

Het plan is stedenbouwkundig beoordeeld, waarbij de conclusie luidt dat de vervanging leidt tot een afname van het ruimtebeslag en de impact op de omgeving. De met het bestemmingsplan strijdige palen zijn qua bouwmassa zeer gering, terwijl transparantie en doorzicht geborgd zijn omdat het slechts twee lijnvormige elementen betreft op ruime afstand van elkaar.

Beide palen hebben weinig invloed op de woonkwaliteit en is er sprake van een verbetering t.o.v. de huidige situatie: de palen worden op grotere afstand van de omringende bebouwing geplaatst door de kleinere omvang van het speelveld. Gezien de beperkte ruimtelijke impact en verbetering t.o.v. de huidige situatie is het plan stedenbouwkundig akkoord.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000008g10-VA01_0004.png"

Ontwerp tekening voetbalkooi "Van Nassaustraat naast 15" Wateringen

Hoofdstuk 3 Onderzoek

3.1 Milieuzonering

3.1.1 Wettelijk kader

VNG Brochure 'Bedrijven en milieuzonering'

Milieuzonering is het aanbrengen van een noodzakelijke ruimtelijke scheiding tussen milieubelastende en milieugevoelige functies ter bescherming of vergroting van de leefkwaliteit. Door te zoneren kunnen milieuonderwerpen waaronder de aspecten geluid of geur indirect doorwerken in een ruimtelijk plan. Milieuzonering is een ruimtelijk instrument voor het invullen en beheren van de ruimte. Hierbij wordt een scheiding tussen verschillende, vaak zich niet met elkaar verdragende, functies aangehouden. Voor milieuzonering is de VNG publicatie Bedrijven en Milieuzonering een belangrijk standaardwerk.

De publicatie geeft voor vele bedrijfstakken en installaties aan:

•welke milieuonderwerpen een rol kunnen spelen;

•welke gemiddelde afstanden tot de woonbebouwing 'passend' zijn.

3.1.2 Onderzoek

In de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering' is niets bepaald voor een voetbalkooi of speelvoorziening. Aansluiting kan worden gezocht bij een schoolplein of kinderdagopvang met een buitenspeelplaats, waarvoor tot aan een rustige woonwijk een richtafstand geldt van 30 meter met als relevant hinderaspect 'geluid'.

De nieuwe voetbalkooi wordt uitgevoerd met een kunstgras vloer, waarvan een dempende werking uitgaat, zeker in vergelijking met de huidige basketbal/voetbalkooi die een asfaltvloer heeft. Bovendien worden langs de hekken nog zogenaamde 'noise reducer' geluidsschermen geplaatst.

 

Het 'noise-reducer' geluidsscherm is een lichtgewicht constructie met een hoge isolatie- en absorptiewaarde. De buitenzijde van deze schermen is afgewerkt met een laag minerale steenwol achter een kunststof gaasnet. De binnenzijde is uitgevoerd met een geluidsisolerende staalplaat afgewerkt met een verzinkt stalen gaasnet. Door de toepassing van een laag minerale steenwol hebben de 'noise-reducer' geluidsschermen een hoge geluidsabsorptie.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000008g10-VA01_0005.png"

Voorbeeld van een 'noise-reducer' geluidsscherm

Omdat de voetbalkooi kleiner is dan de voorgaande wordt de afstandsmaat tot aan de meest dichtbij gelegen woning ten westen van de kooi vergroot van 4 meter tot ca. 8 meter.

3.1.3 Conclusie

Gelet op de uitvoering van de voetbalkooi en het feit dat de afstand tussen woningen en kooi vergroot wordt in vergelijking met de bestaande situatie, en bovendien voorzien wordt in 'noise-reducer' geluidsschermen is het gerechtvaardigd van de richtlijn die zou gelden voor bv. kinderspeelplaatsen bij scholen of kinderdagopvang af te wijken.

3.2 Luchtkwaliteit

3.2.1 Wettelijk kader

Wet luchtkwaliteit

Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door hoofdstuk 5, titel 5.2 (Luchtkwaliteitseisen van de Wet milieubeheer). De Wlk bevat grenswaarden voor
zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxide, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in onderstaande tabel weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.

Stof   Toetsing van   Grenswaarde   Geldig  
stikstofdioxide (NO2)   jaargemiddelde concentratie   60 ìg/m³   2010 t/m 2014   
    jaargemiddelde concentratie   40 ìg/m³   vanaf 2015  
fijn stof (PM10)   jaargemiddelde concentratie   48 ìg/m³      
    jaargemiddelde concentratie   40 ìg/m³   vanaf 11 juni 2011  
    24-uurgemiddelde concentratie   max. 35 keer p.j. meer dan 75 ìg/m³       
    24-uurgemiddelde concentratie   max. 35 keer p.j. meer dan 50 ìg/m³   vanaf 11 juni 2011  


Op grond van artikel 5.16 van de Wlk kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien:

  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden (lid 1 onder a); 
  • de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof als gevolg van de uitoefening van die bevoegdheden per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft (lid 1 onder b1); 
  • bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, door een met de uitoefening van de betreffende bevoegdheid samenhangende maatregel of een door die uitoefening optredend effect, de luchtkwaliteit per saldo verbetert (lid 1 onder b2); 
  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht (lid 1 onder c); 
  • het voorgenomen besluit is genoemd of past binnen het omschreven Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of een vergelijkbaar programma dat gericht is op het bereiken van de grenswaarden (lid 1 onder d).

 

Besluit niet in betekenende mate (nibm)
In dit Besluit is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Hierbij worden 2 situaties onderscheiden:

  • een project heeft een effect van minder dan 1% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10; 
  • een project valt in een categorie die is vrijgesteld aan toetsing aan de grenswaarden; deze categorieën betreffen onder andere woningbouw met niet meer dan 1.500 woningen bij één ontsluitingsweg.

In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een bestemmingsplan uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied.

3.2.2 Onderzoek

De voetbalkooi is vooral voor de jongere kinderen die binnen een beloopbare straal van de voorziening wonen. Ten opzichte van de huidige situatie zal de verkeersaantrekkende werking gelijkblijven of zelfs afnemen. Het effect op de luchtkwaliteit bedraagt in geen geval meer dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarden voor PM10 en NO2. Op het plan is daarom het besluit nibm van toepassing. Een toetsing aan de grenswaarden kan achterwege blijven.

In het bestemmingsplan Wateringen Kern is opgenomen dat in de kern Wateringen geen sprake is van overschrijding van de grenswaarden voor PM10 en NO2, het plan voor de voetbalkooi brengt hier geen verandering in en voldoet ook.

3.2.3 Conclusie

Het plan voldoet aan de grenswaarden van de Wet luchtkwaliteit.

3.3 Externe veiligheid

3.3.1 Wettelijk kader

Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:

- bedrijven waar activiteiten plaatsvinden die gevolgen hebben voor de externe veiligheid;

- vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of door buisleidingen.


Voor zowel bedrijvigheid als vervoer van gevaarlijke stoffen zijn twee aspecten van belang, te weten het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon dodelijk wordt getroffen door een ongeval, indien hij zich onafgebroken (dat wil zeggen 24 uur per dag gedurende het hele jaar) en onbeschermd op een bepaalde plaats zou bevinden. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting dan wel infrastructuur. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van een ongeval waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. De norm voor het GR is een orientatiewaarde. Het bevoegd gezag heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de orientatiewaarde overschrijdt.

3.3.2 Onderzoek

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000008g10-VA01_0006.png"

Uitsnede www.risicokaart.nl

Uit de provinciale risicokaart (www.risicokaart.nl) blijkt dat in (de directe omgeving van) het plangebied geen risicovolle inrichtingen aanwezig zijn. Daarnaast vindt er geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats over de weg, het water, het spoor of door buisleidingen dat van invloed is op de risicosituatie in het plangebied.

Explosieven

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000008g10-VA01_0007.png"

Uitsnede Explosievenkaart Westland

De voetbalkooi is niet gelegen in een gebied waar explosieven verwacht worden.

Hoogspanningsleidingen en vuurwerkopslagplaats

De voetbalkooi is niet gelegen binnen een planologisch relevante zone van een hoogspanningsleiding of een vuurwerkopslagplaats.

3.3.3 Conclusie

Geconcludeerd wordt dat het plan voldoet aan het beleid en de normstelling ten aanzien van externe veiligheid. Het aspect externe veiligheid staat de uitvoering van het plan niet in de weg.

3.4 Water

3.4.1 Onderzoek

Waterkwantiteit

Het Hoogheemraadschap van Delfland streeft naar een duurzame, robuuste waterstructuur met voldoende mogelijkheden voor waterberging. Dit streven heeft uiteindelijk tot doel wateroverlast voor de nieuwe en de al aanwezige functies in het gebied te voorkomen. Bij het voorkomen van wateroverlast en het verwerken van hemelwater hebben perceeleigenaar, gemeente en Delfland elk een verantwoordelijkheid. De gemeente draag zorg voor de inzameling en verwerking van het afstromend hemelwater. Dit betekent, dat de gemeente in eerste instantie en initiatiefnemers/perceel eigenaren inspanning moet doen om dit hemelwater vast te houden of terug te brengen in de bodem. Vervolgens kan het (al dan niet na zuivering) worden afgevoerd naar het oppervlaktewater. Delfland is vervolgens verantwoordelijk voor de ontvangst van hemelwater in het oppervlaktewater.

Volgens de provinciale verordening is het beschermingsniveau tegen wateroverlast voor wonen eens in de 100 jaar, voor bedrijfsterreinen eens in de 100 jaar en voor agrarisch, eens in de 10 jaar.

Voorkomen wateroverlast

De Handreiking Watertoets (2018) van Delfland bepaalt dat de waterhuishoudkundige situatie niet mag verslechteren als gevolg van een ruimtelijke ontwikkeling, het zogenaamde "stand-still" beginsel. Er mag dus geen extra verharding van het plangebied plaatsvinden. Momenteel is bijna 100% van het plangebied verhard. In de nieuwe situatie is dat nog ca. 25%.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000008g10-VA01_0008.png"

Huidige basketbalkooi, bijna 100% verharding

Veiligheid en waterkeringen

Er liggen geen waterkeringen in het gebied.

Watersysteemkwaliteit / waterafvoer / klimaatadaptatie

Het plan heeft geen effecten op de waterkwaliteit, zo worden er geen uitlogende materialen toegepast. Het hemelwater zal via natuurlijke weg worden afgevoerd en worden geen extra maatregelen getroffen om water vast te kunnen houden.

3.4.2 Conclusie

Met de vervanging van de basketbal/voetbalkooi door de nieuwe, kleinere voetbalkooi wordt ook extra groen toegevoegd en wordt de verharding ter plaatse minder, hiermee heeft de ontwikkeling een positief gevolg voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.

3.5 Bodem

3.5.1 Wettelijk kader

Wet bodembescherming

De Wet bodembescherming ziet, vanuit een goed milieubeheer, op de bodembescherming en bodemsanering. Met deze wet moet rekening worden gehouden met het ontwikkelen en realiseren van ruimtelijke plannen. In een bestemmingsplan dat voorziet in ruimtelijke ontwikkeling, moet verantwoord zijn dat het bestemmingsplan uitvoerbaar is op grond van de bodemkwaliteit voor die ruimtelijke ontwikkeling.

Met het oog op een goede ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening te worden gehouden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de betreffende functiewijziging. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.

3.5.2 Conclusie

Ter plaatse van het plangebied vindt geen functiewijziging plaats waarbij rekening moet worden gehouden met de bodemkwaliteit. Hierdoor is geen nader bodemonderzoek noodzakelijk. Er wordt geconcludeerd dat het aspect bodem de vaststelling van het bestemmingsplan niet in de weg staat.

3.6 Ecologie

3.6.1 Wettelijk kader


Wet natuurbescherming
Sinds 1 januari 2017 is de Wet natuurbescherming (Wnb) in werking. De Wnb is het nieuwe wettelijke stelsel voor natuurbescherming en vervangt drie tot dan bestaande wetten, namelijk de Natuurbeschermingswet 1998, de Flora- en faunawet en de Boswet. Het beschermingsregime gaat uit van het "nee, tenzij-principe". Dit betekent dat de genoemde verbodsbepalingen in de Wnb voor bescherming van gebieden, soorten en houtopstanden altijd gelden. Het afwijken hiervan is alleen onder voorwaarden toegestaan. Gedeputeerde Staten (GS) van de provincie Zuid-Holland is het bevoegd gezag voor het verlenen van toestemming door middel van een vergunning, ontheffing of vrijstelling.


In de Wnb zijn bepalingen opgenomen voor de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten. Het gaat onder meer om soorten die in Nederland, maar ook in Europa in hun voortbestaan bedreigd worden. De Wnb kent drie beschermingsregimes:

  • Vogels: het gaat hier om alle inheemse vogels in hun natuurlijk verspreidingsgebied. Ze zijn
    beschermd via de vogelrichtlijn;
  • Dieren en planten: het gaat hier om alle inheemse dieren en planten. Ze zijn beschermd via de Habitatrichtlijn en de verdragen van Bern en Bonn;
  • Nationale soorten: het gaat hier om de soorten, die niet onder de reikwijdte van de Vogel- of Habitatrichtlijn vallen. Deze soorten zijn wel nationaal beschermd.


Zorgplicht
De zorgplicht (artikel 1.11. Wnb) houdt in dat handelingen, die nadelige gevolgen kunnen hebben voor in het wild levende dieren en planten:

  • 1. Achterwege gelaten worden, of
  • 2. Noodzakelijke maatregelen treft om die gevolgen te voorkomen, of
  • 3. Deze zoveel mogelijk beperkt of ongedaan maakt


Het betreft alle in het wild levende dieren en planten. De zorgplicht dient onder meer als vangnet voor de bescherming van soorten waarvoor op grond van de Wnb geen specifiek verbod geldt. De zorgplicht is daarnaast van toepassing op beschermde gebieden.

3.6.2 Onderzoek

De voetbalkooi is op ruim 5 kilomter gelegen van de Natura 2000 gebieden "Solleveld" en "Westerduinpark". Gelet op deze afstand en de geringe omvang van de bouwactiviteiten heeft de voetbalkooi geen significant (negatief) effect voor deze natuurgebieden. Uit bureauonderzoek en bezoek ter plaatse is gebleken dat er geen beschermde soorten op de locatie verblijven. Vanwege deze grote afstand en de geringe ruimtelijke uitstraling van de functiewijziging zijn effecten als verstoring, versnippering, verdroging etc. op voorhand uitgesloten. Ook effecten als vermesting en verzuring als gevolg van stikstofdepositie zijn uit te sluiten.

De vervanging van de bestaande basketbal/voetbalkooi door een kleinere voetbalkooi gaat gepaard met de aanleg van extra groen. De oppervlakte aan verharding neemt af en de oppervlakte aan groen neemt toe, waarmee deze activiteit een positieve bijdrage aan de ecologie van Westland levert.

3.6.3 Conclusie

De vervanging van de basketbal/voetbalkooi door een kleinere voetbalkooi met de aanleg van extra groen, is niet in strijd met de natuurwetgeving.

3.7 Cultuurhistorische aspecten

3.7.1 Wettelijk kader

Als gevolg van het Verdrag van Valetta, dat in 1998 door het Nederlandse parlement is goedgekeurd en in 2006 zijn beslag heeft gekregen in de gewijzigde Monumentenwet 1988, stellen Rijk en Provincie zich op het standpunt dat in het ruimtelijk beleid zorgvuldig met het archeologische erfgoed moet worden omgegaan. Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken. Het Rijk heeft deze beleidsuitgangspunten neergelegd in onder meer de Cultuurnota 2005 - 2008, de Nota Belvedère, de Nota Ruimte en het Structuurschema Groene Ruimte 2.

De provincie Zuid-Holland hanteert het uitgangspunt dat op terreinen die voorkomen op de Archeologische Monumentenkaart Zuid-Holland en in gebieden die op de kaart archeologische waarden van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS-kaart) ten minste een redelijke tot grote kans op archeologische sporen hebben, archeologisch vooronderzoek in het kader van de planvoorbereiding dient plaats te vinden. Voor zover er onzekerheid bestaat over de precieze aanwezigheid van archeologische waarden, dient in het bestemmingsplan voor het bouwrijp maken een omgevingsvergunningplicht te worden gehanteerd. Het verlenen van een omgevingsvergunning wordt daarbij afhankelijk gesteld van de uitkomsten van nader archeologisch onderzoek en de belangenafweging op grond daarvan.

Doelstelling van het Verdrag van Valetta is de bescherming en het behoud van archeologische waarden. Als gevolg van dit verdrag wordt in het kader van de ruimtelijke ordening het behoud van het archeologisch erfgoed meegewogen zoals alle andere belangen die bij de voorbereiding van het plan een rol spelen.

3.7.2 Onderzoek

Voor het gebied waarin de voetbalkooi gebouwd wordt, geldt reeds de dubbelbestemming 'Archeologische waarden", dat betekent dat bepaalde werkzaamheden niet mogelijk zijn zonder ofwel een archeologisch rapport n.a.v. een veldonderzoek of zonder omgevingsvergunning voor werken als afgraven, woelen, diepploegen, egaliseren e.d.

Voor een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 100m2 is bepaald dat geen archeologisch rapport noodzakelijk is, indien de grondbewerkingen niet dieper gaan dan 50 cm. is voor de werkzaamheden ook geen aparte omgevingsvergunning benodigd.

3.7.3 Conclusie

De aspecten archeologie en cultuurhistorie staan uitvoering van het plan niet in de weg.

Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid

4.1 Economische uitvoerbaarheid

De kosten voor de bouw van de voetbalkooi en de aanleg van het groen worden voldaan door de aanvrager.

4.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

4.2.1 Zienswijzen

Van 22 mei tot 3 juli 2020 heeft het ontwerp van deze ruimtelijke onderbouwing ter visie gelegen voor het indienen van zienswijzen, als bedoeld in artikel 3.8, lid 1, van de Wet ruimtelijke ordening in verbintenis met Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Gedurende de periode van tervisielegging is een zienswijze ingediend.

De ontvangen zienswijze is beoordeeld en gaf geen aanleiding tot aanpassing van het plan.

4.2.2 Wettelijk overleg art. 3.1.1 Bro

Het ontwerp-besluit tot het verlenen van een omgevingsvergunning met deze ruimtelijke onderbouwing is voor overleg verstuurd aan de provincie Zuid-Holland en het Hoogheemraadschap van Delfland. Op verzoek van het Hoogheemraadschap is de waterparagraaf nog aangepast tot de huidige tekst.

4.2.3 Verklaring van geen bedenking

Voor het aangevraagde project zijn in het bestemmingsplan geen regels opgenomen inzake afwijkingen en het aangevraagde project is geen geval zoals genoemd in het Bor, bijlage II, artikel 4. Wel kan voor het aangevraagde project worden afgeweken van de in het bestemmingsplan gegeven regels met toepassing van artikel 2.12, lid 1, onder a, sub 3 Wabo indien het aangevraagde project niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat.


In artikel 2.27 lid 1 Wabo is aangegeven dat in de in het Bor aangewezen categorieën gevallen een omgevingsvergunning niet wordt verleend dan nadat een daarbij aangewezen bestuursorgaan heeft verklaard dat het daartegen geen bedenkingen heeft. Artikel 6.5, lid 1 van het Bor bepaalt dat de omgevingsvergunning niet wordt verleend dan nadat de gemeenteraad heeft verklaard dat hij daartegen geen bedenkingen heeft. Ingevolge het tweede lid van dat artikel kan de verklaring slechts worden geweigerd in het belang van een goede ruimtelijke ordening.


Het derde lid van genoemd artikel geeft aan dat de gemeenteraad categorieën gevallen kan aanwijzen waarin een verklaring niet is vereist. Het ingediende project valt binnen een door de raad op 18 september 2018 aangewezen categorie. Het betreft een geval genoemd in bijlage 3 bij de "Verordening op de raadsinformatieavonden en raadscommissies van de Raad van de gemeente Westland 2018" onder B 2. Een verklaring van geen bedenkingen is dan ook niet vereist.