Bijlage B Het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan
(grote buitenplanse afwijking)
Inleiding
De aanvraag heeft betrekking op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en is in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan. De omgevingsvergunning kan op grond van artikel 2.12, lid 1, onder a Wabo slechts worden verleend met toepassing van de in het bestemmingsplan opgenomen regels inzake afwijking, in de bij het Besluit omgevingsrecht (Bor) aangewezen gevallen of indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat.
Toetsing
De activiteit is getoetst aan het uitwerkingsplan "Holle Watering fase 1A" op de volgende aspecten.
Bestemmingen
De aanvraag is gelegen op gronden met de bestemmingen Woondoeleinden (artikel 8), Tuin (artikel 5) en Groenvoorzieningen (artikel 4).
GebruiksregelsDe aanvraag past binnen de gebruiksregels behorende bij bovengenoemde bestemmingen.
Bouwregels
Artikel 8 lid 3 onder a: het maximum aantal woningen bedraagt 8. Met de gevraagde 8 woningen en de al gebouwde woning op de hoek, komt het aantal op 9 woningen en is hiermee in strijd met de bouwregel.
Artikel 8 lid 3 onder e: de afstand van iedere woning tot de zijdelingse perceelsgrenzen dient ten minste 3 m te bedragen. De twee-onder-één kapwoningen worden op de erfgrens gebouwd en zijn hierdoor in strijd met deze bouwregel.
Artikel 8 lid 4: bijgebouwen mogen niet vrijstaand worden gebouwd. De gevraagde bergingen zijn wel vrijstaand. De aanvraag is hierdoor in strijd met deze bouwregel.
Artikel 8 lid 4 onder a: alle bijgebouwen moeten binnen het bebouwingsvlak worden gebouwd. De berging van de hoekwoning (rechts) valt buiten het bebouwingsvlak. (artikel 5 lid 2 onder a: Op de bestemming Tuin zijn uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan). De aanvraag is hiermee in strijd met de genoemde bouwregel.
Mogelijkheid tot afwijken
Voor de activiteit zijn in het bestemmingsplan geen regels opgenomen inzake afwijkingen en de activiteit is geen geval zoals genoemd in het Bor, bijlage II, artikel 4. Wel kan voor de activiteit worden afgeweken van de in het bestemmingsplan gegeven regels met toepassing van artikel 2.12, lid 1, onder a, sub 3 Wabo indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat.
In artikel 2.27 lid 1 Wabo is aangegeven dat in de in het Bor aangewezen categorieën gevallen een omgevingsvergunning niet wordt verleend dan nadat een daarbij aangewezen bestuursorgaan heeft verklaard dat het daartegen geen bedenkingen heeft. Artikel 6.5 lid 1van het Bor bepaalt dat de omgevingsvergunning niet wordt verleend dan nadat de gemeenteraad heeft verklaard dat hij daartegen geen bedenkingen heeft.
Ingevolge het tweede lid van dat artikel kan de verklaring slechts worden geweigerd in het belang van een goede ruimtelijke ordening.
Het derde lid van genoemd artikel geeft aan dat de gemeenteraad categorieën gevallen kan aanwijzen waarin een verklaring niet is vereist. Het ingediende project valt binnen een door de raad op 15 februari 2011 aangewezen categorie. Het betreft een geval genoemd in bijlage I bij dit raadsbesluit onder B.1. Een verklaring van geen bedenkingen is dan ook niet vereist.
Overwegingen
Voor het plangebied waarbinnen deze aanvraag om omgevingsvergunning voor de bouw van 8 twee-onder-één kapwoningen valt is een voorontwerp bestemmingsplan opgesteld ‘De Gouw fase 1’. Het bouwplan is getoetst aan het voorontwerpbestemmingsplan.
In het voorontwerpbestemmingsplan is het bouwplan geprojecteerd op gronden met de bestemming woondoeleinden met een specifieke bouwaanduiding 1.
De 8 geplande woningen vallen in het voorontwerpbestemmingsplan binnen het op de bestemming woondoeleinden aangegeven bouwvlak. Tevens is de al gebouwde woning op de hoek als dusdanig bestemd. Binnen het bouwvlak is aangegeven dat er maximaal 8 woningen mogen worden gebouwd. Het aantal woningen past hierdoor binnen het voorontwerpbestemmingsplan. Tevens zijn alle bijgebouwen binnen het aangegeven bouwvlak geprojecteerd en voldoen hiermee aan de bouwregels zoals opgenomen in het voorontwerpbestemmingsplan.
In het voorontwerpbestemmingsplan zijn bij de specifieke bouwaanduiding 1, afstandsmaten opgenomen waaraan het bouwplan dient te voldoen. Het bouwplan is passend binnen de aangegeven afstandsmaten.
De bepaling dat bijgebouwen niet vrijstaand mogen worden gebouwd is niet in de bouwregels behorende bij het voorontwerpbestemmingsplan opgenomen. Hierdoor is hier geen strijdigheid meer.
De geplande erkers die in het voorontwerpbestemmingsplan zijn gelegen op gronden met de bestemming ‘Tuin’ zijn op grond van de bouwregels behorende bij deze bestemming toegestaan.
De bouw van de 8 twee-onder-één kapwoningen op gronden met de bestemmingen ‘Woondoeleinden’ en ‘Tuin’ gelegen in het voorontwerpbestemmingsplan ‘De Gouw fase 1’ is gelet op bovenstaande passend.
Conclusie
Gelet op het bovenstaande en het bepaalde in artikel 2.12, lid 1, onder a, sub 3 Wabo, kan de omgevingsvergunning voor deze activiteit worden verleend.