De gemeente Dinkelland heeft verschillende beleidskaders waaraan getoetst kan worden of een ontwikkeling aanvaardbaar is. Hieronder volgt het relevante gemeentelijk beleid.
Het bestemmingsplan is het planologisch juridische kader. Zoals reeds is beschreven is de herbouw van de schuur in strijd met het vigerende bestemmingsplan "Rossum Kom". Binnen de bestemming 'Groene ruimte' is het niet mogelijk de schuur op te richten.
Het bestemmingsplan voor Rossum zal binnenkort worden geactualiseerd. In dit bestemmingsplan zal aansluiting worden gezocht bij de regels die ook voor de andere kernen worden gebruikt. Als gekeken wordt naar de gehanteerde uitgangspunten voor bijgebouwen bij woningen dan is hiervoor het volgende opgenomen:
“De gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een hoofdgebouw zal ten hoogste 75 m² bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen met een maximum van 350 m².”
De herbouw van de schuur is in lijn met deze toekomstige regelgeving. Daarvoor dient bij de actualisatie van het bestemmingsplan wel het bestemmingsvlak aangepast te worden, zodat de schuur binnen de bestemming 'Wonen' komt te liggen.
2.3.2 Welstandsnota
Het gemeentelijk welstandsbeleid is vastgelegd in de Welstandsnota gemeente Dinkelland (mei 2004). De welstandsnota bevat de basisvoorwaarden waaraan bouwaanvragen op welstandsaspecten getoetst zullen worden. Het legt voor bepaalde gebieden beoordelingskader vast. Dit is opgesteld vanuit een visie op de toekomst van het gebied en vanuit een beeld van aanwezige waarden. Er worden criteria benoemd die ertoe moeten bijdragen dat de toekomstige bebouwing past in de omgeving. Afhankelijk van de waarde van het gebied en de ambitie van de gemeente, kan het kader meer of minder streng zijn.
Het projectgebied maakt volgens Welstandsnota deel uit van het gebied H3.2 Uitlopers dorpse eslinten. Voor dit gebeid geldt een BASIS niveau van welstand, omdat de dynamiek in de gebieden met gemengde bebouwing relatief hoog is. Functie veranderingen en ruimtelijke ingrepen komen hier frequent voor. Het bouwplan dient aan de gebiedscriteria te voldoen en zal ter toetsing worden voorgelegd aan de rayonarchitect van de welstandscommissie. Over een schetsplan is reeds gunstig geadviseerd.
Bij het realiseren van nieuwe voorzieningen dienen met verschillende milieuaspecten rekening gehouden te worden. De gemeente Dinkelland stelt eisen aan de verschillende onderzoeken die in het kader van het Milieubeleid moeten worden verricht. In hoofdstuk 3 komt elk aspect (luchtkwaliteit, bodem, geluid en externe veiligheid) aan de orde. Ook de aspecten water en cultuurhistorie komen daar aan de orde.
De gemeente sluit zich aan bij het waterbeleid van waterschap Regge en Dinkel. Deze hanteert de volgende beleidsregels. Afkoppelen of het niet-aankoppelen van verharde oppervlakken wordt gezien als een maatregel met milieuhygiënische en hydrologische voordelen. Afkoppeling reduceert de vuiluitworp via rioolstelsels en verbetert het zuiveringsrendement van RWZI’s. Verder draagt afkoppelen bij aan het bereiken van een veerkrachtig watersysteem en het realiseren van het gewenste grond- en oppervlaktewaterregime. In de zogenaamde ‘Afkoppelnota’ van het waterschap is één van de doelstellingen dat bij vernieuwing van bestaand bebouwd gebied gestreefd wordt naar het afkoppelen van zoveel mogelijk vierkante meters schoon verhard oppervlak. Ook in de ‘Beleidsnota Retentie’ wordt de noodzaak tot het vasthouden en bergen van water onderstreept. In paragraaf 3.4 komt de wijze waarop in onderhavig projectbesluit wordt omgegaan met het aspect water.
Omdat de meeste verantwoordelijkheid voor het zorgvuldig omgaan met (eventuele) archeologische waarden bij de gemeente ligt heeft de gemeente Dinkelland hiervoor eigen beleid opgesteld: 'Archeologiebeleid gemeente Dinkelland'.
De gemeentelijke 'archeologische verwachtings- en advieskaart' speelt daarbij een belangrijke rol. Aan de op de kaart vlakdekkend weergegeven verwachtingszones zijn beleidsadviezen gekoppeld. Uitgangspunten voor de adviezen zijn de beleidskaders zoals deze op de verschillende overheidsniveaus zijn geformuleerd en het besluitvormings- en archeologisch onderzoekstraject zoals beschreven in het Handboek Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie. In deze beleidsnota zijn de aan de verwachtingenkaart gekoppelde beleidsadviezen onverkort overgenomen. In paragraaf 3.6 komt de wijze waarop in onderhavig projectbesluit wordt omgegaan met archeologie aan de orde.