4.2 Geluid
In een bestemmingsplan moet rekening gehouden worden met geluidhinder. Ten aanzien van het aspect geluid is de
Wet geluidhinder
(Wgh) bepalend. Deze onderscheidt drie vormen van geluidhinder: wegverkeerslawaai, industrielawaai en spoorweglawaai. De wet geeft (voorkeurs)grenswaarden voor de geluidbelasting op de gevel van geluidgevoelige functies zoals woningen. Bij het vaststellen van een bestemmingsplan dienen deze grenswaarden in acht te worden genomen.
Voor dit bestemmingsplan is uitsluitend het aspect wegverkeerslawaai relevant. Op grond van de Wgh hebben alle wegen een geluidzone waarbinnen in principe akoestisch onderzoek moet plaatsvinden. De breedte van de geluidzone van wegen is afhankelijk van de ligging van de weg in (buiten) stedelijk gebied en van het aantal rijstroken. Wegen waarvoor een maximum snelheid van 30 km per uur geldt, hebben geen zone. De meeste wegen binnen het plangebied zijn 30-km-wegen. Op de doorgaande wegen geldt een maximum snelheid van 50 km per uur.
Dit bestemmingsplan is hoofdzakelijk een conserverend bestemmingsplan, waarin bestaande geluidgevoelige objecten, zoals woningen, en bestaande wegen slechts opnieuw worden bestemd. Ten aanzien van dergelijke bestaande situaties stelt de wet dat deze niet hoeven te worden getoetst aan de grenswaarden uit de Wgh. Nader onderzoek en de eventuele vaststelling van een hogere grenswaarde, is voor deze gevallen dan ook niet noodzakelijk.