Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: NL.IMRO1774.WEEBPWEERSELOKERN
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1774.WEEBPWEERSELOKERN-0403

Artikel 4 Bedrijf

4.1. Bestemmingsomschrijving
 
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. bedrijven, die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2 en;
    1.   een garagebedrijf categorie 1, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf-garagebedrijf 1";
    2.   een garagebedrijf categorie 2, ter plaatse van de aanduiding "specieke vorm van bedrijf - garagebedrijf-2";
    3.   een bergbezinkbassin, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - bergbezinkbassin";
    4.   een houtbewerkingsbedrijf, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - houtbewerkingsbedrijf";
    5.   opslag lpg, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - opslag lpg";
    6.   een slachthuis, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van  bedrijf - slachthuis";
    7.   een constructiebedrijf, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - constructiebedrijf
    8.   nutsvoorziening, ter plaatse van de aanduiding "nutsvoorziening";
    9.   een verkooppunt motorbrandstoffen met LPG, ter plaatse van de aanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen met LPG";
    10. een verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG, ter plaatse van de aanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG"
    11. een vulpunt voor LPG, ter plaatse van de aanduiding "vulpunt LPG";
   
met daaraan ondergeschikt:
 
b. wonen in de vorm van een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’;
c. een nutsvoorziening, ter plaatse van den aanduiding 'nutsvoorziening';
d. groenvoorzieningen;
e.  openbare nutsvoorzieningen;
f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
g. parkeervoorzieningen;
h.  wegen en paden;
i.  tuinen, erven en terreinen.
   
4.2. Bouwregels
 
4.2.1. Algemeen
a. op de voor 'Bedrijf' bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd voor zover dit in overeenstemming is met het bepaalde in artikel 4.1.;
b. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
c. ondergrondse gebouwen (kelders) zijn uitsluitend toegestaan, daar waar bovengrondse gebouwen aanwezig zijn, met dien verstande dat in geaccidenteerd terrein de ondergrondse bebouwing de bovengrondse bebouwing met een (horizontale) diepte van 3 m mag overschrijden. Ondergrondse gebouwen zijn uitsluitend toegestaan in één bouwlaag.
 
4.2.2. Bedrijfsgebouwen
De verbeelding (plankaart) aangegeven aanduidingen ten aanzien van de toegestane goot-, en bouwhoogte dienen in acht genomen worden.
 
4.2.3. Bedrijfswoning
a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' mag ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd;
b. de inhoud van een bedrijfswoning bedraagt maximaal 750 m³;
 
4.2.4. Nutsvoorziening
In afwijking van het bepaalde onder artikel 4.2.2. geldt voor gebouwen van openbaar nut, zoals voorzieningen voor telecommunicatie, water - en energiedistrubutie:
a. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' dat de bebouwde oppervlakte niet meer dan 50 m2 en de bouwhoogte niet meer dan 5 m mag bedragen;
b. op gronden buiten de aanduiding 'nutsvoorziening' dat de bebouwde oppervlak niet meer dan 15 m2 en de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen.
 
4.2.5. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 1 m bedragen met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan ten hoogste 2 m bedraagt;
b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5 m bedragen.
 
 
4.3. Afwijken van de bouwregels
 
4.3.1. Bouwen buiten bouwvlak
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.1. onder b ten behoeve van de realisering van gebouwen, met dien verstande dat:
a. een bijbehorend bouwwerk mag ten minste 3 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning of het verlengde daarvan worden gebouwd;
b. in afwijking van het gestelde onder a, mag een carport ten minste 1 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden gebouwd;
c. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken mag bij een bedrijfswoning, mits het bebouwingspercentage van het perceel maximaal 50 bedraagt:
1. ten hoogste 85 m2 bedragen;
2. bij percelen groter dan 400 m2 maximaal 100 m2 bedragen;
3. tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt dan onder 1 of 2 is gesteld, dan mag de gezamenlijk oppervlakte ten hoogste
    350 m2 of de oppervlakte die genoemd is ter hoogte van de aanduiding "bijgebouw" bedragen;
d. de goothoogte van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk mag ten hoogste 3 m bedragen, met dien verstande dat de goothoogte bij platte afdekking mag worden verhoogd tot ten hoogste 0,30 m boven de vloer van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning;
e. de goothoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag ten hoogste 3 m bedragen;
f. de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag ten hoogste de bouwhoogte van het hoofdgebouw verminderd met 1 m bedragen;
g.geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
 
 
4.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor bedrijven, die niet zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, tenzij de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf 1", "specifiek vorm van bedrijf - garagebedrijf 2","specifieke vorm van bedrijf - bergbezinkbassin", "specifieke vorm van bedrijf - houtbewerkingsbedrijf", "specifieke vorm van bedrijf - opslag LPG", "specifieke vorm van bedrijf -slachthuis", "specifieke vorm van bedrijf - constructiebedrijf", "verkooppunt motorbrandstoffen met LPG", verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG" en een "vulpunt LPG";
b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca;
c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van zelfstandige detailhandel;
d. risicovolle inrichtingen, vuurwerkbedrijven en/of geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
e. het splitsen van een bedrijfswoning in meer dan één woning;
f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van wonen, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’.
 
Onder het gebruik wordt tevens verstaan het laten gebruiken.
 
 
4.5. Afwijken van de gebruiksregels
 
4.5.1. Bedrijven in aard gelijkgesteld
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.4. onder a. in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, mits:
a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
b. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd en toegestaan zijn of bedrijven die wel zijn genoemd in bijlage 1 onder een hogere categorie dan de toegestane categorie, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting hebben;
c. het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven betreft.
 
4.5.2. Inwoning
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.4. onder e in die zin dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor inwoning, mits:
a. de (hoofd)toegang tot de afzonderlijke wooneenheden plaatsvindt via één voordeur, die toegang verschaft tot de gemeenschappelijke hal. Een eigen achterdeur is wel toegestaan;
b. de gemeenschappelijke hal rechtstreeks toegang verschaft tot beide woonruimtes, zonder dat door een slaapkamer, badkamer, toilet of bergruimte behoeft te worden gegaan;
c. in geval van meerdere achterdeuren deze visueel te onderscheiden zijn van de hoofdtoegang;
d. in de centrale hal een trap aanwezig is voor het bereiken van de verdieping. Meerdere trappen zijn toegestaan, doch deze dienen uit te komen op één gezamenlijke overloop (zoldertrappen hierin niet meegerekend);
e. er sprake is van één aansluiting voor de verschillende nutsvoorzieningen (één meterkast);
f. de inwoning niet leidt tot een toename van het aantal ontsluitingswegen van het perceel;
g. er geen sprake is van het realiseren van extra bouwmogelijkheden, de bouwmogelijkheden zijn gekoppeld aan de woning;
h. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
 
4.5.3. Mantelzorg
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.4. onder f in die zin dat vrijstaande bijgebouwen worden gebruikt ten behoeve van mantelzorg, mits:
a. er aantoonbaar sprake is van een zorgbehoefte, welke tijdelijk van aard is;
b. er sprake blijft van één huishouden;
c. de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte mag niet meer dan 75 m² bedragen;
d. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
 
 
4.6. Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf 1',
"specifiek vorm van bedrijf - garagebedrijf 2","specifieke vorm van bedrijf - bergbezinkbassin", "specifieke vorm van bedrijf - houtbewerkingsbedrijf", "specifieke vorm van bedrijf - opslag LPG", "specifieke vorm van bedrijf -slachthuis", "specifieke vorm van bedrijf - constructiebedrijf", "verkooppunt motorbrandstoffen met LPG", verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG" en een "vulpunt LPG" en/of wordt verwijderd, mits de betreffende functie ter plaatse is beëindigd.