2.2 Provinciaal beleid
Omgevingsvisie Overijssel
De door Provinciale Staten van Overijssel op 1 juli 2009 vastgestelde Omgevingsvisie Overijssel geeft de hoofdlijnen van de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling voor de lange termijn aan voor Overijssel, zoals de provincie deze nastreeft. Aan de hand van generiek beleid, ontwikkelingsperspectieven en gebiedskenmerken kan worden bepaald of, waar en hoe ruimtelijke ontwikkelingen plaats kunnen vinden.
Een van de opgaven voor de Omgevingvisie is het ontwikkelen en beschermen van de groene kwaliteiten en het cultureel erfgoed. De waarden van cultureel erfgoed vormen een belangrijk onderdeel van de kwaliteit van stad en land. Eigenheid en herkenbaarheid van regio’s, steden en dorpen bepalen mede het welzijn van de inwoners van de provincie.
Het cultuurhistorisch erfgoed speelt een belangrijke rol in de identiteit en leefkwaliteit van Overijssel. Dit erfgoed vertelt “het verhaal van Overijssel” en bepaalt voor een belangrijk deel het aanzien van de steden, dorpen en platteland. Het culturele erfgoed is voor een belangrijk deel ook het visitekaartje waarmee Overijssel zich presenteert en is mede bepalend voor de aantrekkingskracht van de provincie als recreatiegebied, woonomgeving en vestigingsplaats voor bedrijven.
De wettelijke taken voor het beschermen en behouden van het cultuur(historische) erfgoed, archeologisch en aardkundig erfgoed liggen hoofdzakelijk bij het Rijk en de gemeenten. Gelijktijdig met de Omgevingsvisie hebben Provinciale Staten op 1 juli 2009 een Omgevingsverordening Overijssel vastgesteld. In deze Omgevingsverordening Overijssel 2009 is opgenomen dat, in aansluiting op wat al in de rijkswetgeving is geregeld, gemeenten bij de planontwikkeling in beeld brengen en rekening houden met de aanwezige aardkundige, archeologische en cultuur(historische) waarden en deze in hun planontwikkeling zo mogelijk benutten.
Ontwikkelingsperspectief
Op basis van de omgevingsvisie valt het plangebied binnen het ontwikkelingsperspectief "Buitengebied accent productie, schoonheid van de moderne landbouw". In dit ontwikkelingsperspectief staat modernisering en schaalvergroting centraal. Dit ontwikkelingsperspectief omvat gebieden waar het ruimtelijk raamwerk van lanen, waterlopen, lintbebouwing en bosstroken optimaal in harmonie zijn.
Gebiedskenmerken
Ten aanzien van de "natuurlijke laag" wordt het gebied gekenmerkt als een dekzandvlakte. Dekzandgebieden zijn voor het overgrote deel in cultuur gebracht als essenlandschap. Ten aanzien van de "laag van het agrarisch cultuurlandschap" wordt het gebied dan ook gekenmerkt als een essenlandschap. In deze gebieden wordt waarde gehecht aan de herkenbaarheid van essen en flanken. De ambitie is om essen als ruimtelijke eenheid te versterken en de relatie met omliggende bebouwing en landschap te behouden.
Conclusies provinciaal beleid
1) De provincie erkent de beschermde status van het Stift als cultureel erfgoed. De provincie geeft aan dat ontwikkelingen in dergelijk cultureel erfgoed met respect voor aardkundige, archeologische en cultuurhistorische waarden moeten worden uitgevoerd. Er worden slechts zeer beperkt bodemingrepen uitgevoerd. Bovendien doet het ontsluitingspad geen afbreuk aan het Stift als cultureel erfgoed.
2) Ten aanzien van het ontwikkelingsperspectief en de gebiedskenmerken moet waarde worden gehecht aan de es als landschapselelement. Het beoogde pad wordt gerealiseerd aan de schil van de bebouwing in de flank van de es. Dit is niet in strijd met het provinciaal beleid.