Sinds 1973 heeft het plangebied de status van Beschermd dorpsgezicht in de zin van artikel 35 van de Monumentenwet 1988. Onder een Beschermd dorpsgezicht verstaat de wet: een groep van onroerende zaken die van belang is wegens de schoonheid ervan, de onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang dan wel de wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde en in welke groep zich één of meer monumenten bevinden. Op grond van de Monumentenwet 1988 dient de gemeenteraad voor een Beschermd dorpsgezicht een beschermend bestemmingsplan vast te stellen.
In de Nota Ruimte (deel 4, januari 2006) heeft het rijk het ruimtelijk beleid voor de komende tien tot vijftien jaar aangegeven. De nota gaat uit van krachtige en groeiende steden en een vitaal platteland. Daarbij heeft de Nota Ruimte vooral de grote steden en economische kerngebieden van ons land onder haar hoede genomen. De Nota Ruimte bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland tot 2020, met een doorkijk naar 2030. De nota bevat de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land. In de nota worden de hoofdlijnen van beleid aangegeven, waarbij het kabinet kiest voor ‘decentraal wat kan, en centraal wat moet’. Twee begrippen staan centraal in de Nota Ruimte: basiskwaliteit en Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur. Ter waarborging van de algemene basiskwaliteit geeft de Nota Ruimte generieke regels die als ondergrens gelden voor alle ruimtelijke plannen. Daarnaast geeft de nota extra regels voor de nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur (c.q. de gebieden die van nationaal belang zijn). Hier streeft het rijk naar méér dan de algemene basiskwaliteit.
Noordoost Twente behoort tot de Nationale Landschappen. Dit zijn gebieden met internationaal zeldzame of unieke en nationaal kenmerkende landschapskwaliteiten, en in samenhang daarmee bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten. In Nederland zijn in totaal 20 gebieden aangewezen als Nationaal Landschap. Landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten van nationale landschappen moeten behouden blijven, duurzaam beheerd en waar mogelijk worden versterkt. In samenhang hiermee zal de toeristisch-recreatieve betekenis moeten toenemen. Binnen nationale landschappen is daarom ‘behoud door ontwikkeling’ het uitgangspunt voor het ruimtelijk beleid.
Conclusies Rijkbeleid
1. De beschermde status van het Stift, voortvloeiend uit de Monumentenwet, zal ook van toepassing zijn op deze partiële herziening. In het bestemmingsplan "Het Stift" is deze beschermde status tot uiting gekomen in de dubbelbestemming "Waarde - Beschermd dorpsgezicht". In deze partiële herziening is deze bestemming onverkort van kracht.
2. Ten aanzien van het beleid zoals verwoord in de Nota Ruimte moet vastgesteld worden dat de schaal en aard van het voornemen om het landbouwpad te herbestemen tot ontsluitingspad (voor het perceel aan de Rudolph Wilminklaan 10) dermate gering is, dat enig raakvlak tussen deze partiële herziening en de Nota Ruimte ontbreekt. De uitgangspunten van de Nota Ruimte verzetten zich niet tegen de voorgenomen ontwikkeling.
3. In relatie tot het Nationaal Landschap, waarvoor geldt dat bijzondere gebieden zoals Het Stift versterkt moeten worden, kan gesteld worden dat het aanleggen van een deugdelijke ontsluiting het woongenot van zowel de Rudolph Wilminklaan 8 als 10 vergroot. Een bijdrage aan het woongenot levert indirect een versterking op van het Stift als bijzondere woon- en verblijfskern.