4.2 Archeologische waarden
In 1992 is het Verdrag van Malta tot stand gekomen. Volgens dit verdrag, dat thans nadere concrete vormen krijgt in een in procedure gebracht wetsvoorstel, dient het archeologisch erfgoed beschermd te worden en moeten archeologische resten in kaart gebracht worden voordat de bodem verstoord kan worden. Indien er archeologische resten worden aangetroffen, dient besloten te worden hoe er met deze resten wordt omgegaan. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot het bewaren van de resten in de bodem of het geheel opgraven van de resten. Bureau RAAP heeft de Archeologische Verwachtings- en Advieskaart gemeente Dinkelland uitgewerkt. Deze atlas biedt een overzicht van aanwezige typen landschap (in geomorfologische zin), in Dinkelland zijn dat dekzandlandschappen en stuwwallandschappen. Verder geeft de atlas een overzicht van onder meer historische kernen (Tilligte is geen historische kern), vindplaatsen, terreinen van archeologische waarden, historische erven met bufferzones en bekende bodemverstoringen.
Bekende archeologische waarden
Tilligte is als kern relatief jong maar er zijn in de directe omgeving een aantal historische boerderijen waarvan bekend is dat er al in ieder geval sinds de Middeleeuwen mensen woonden. Deze historische boerderijen hebben een bufferzone die zich uitstrekt tot in het plangebied van dit bestemmingsplan.
Verwachtingswaarde
De kern Tilligte kent volgens de Archeologische verwachtings- en advieskaart twee typen dekzandlandschap: "Dekzandhoogten en -ruggen met een plaggendek" en "Beekdalen en overige laagten". Het type dekzandhoogten en -ruggen met een plaggendek ligt ten noorden van de Ootmarsumsestraat, ten zuiden bevindt zich het type beekdalen en overige laagten. De archeologische verwachtingswaarde voor de dekzandhoogten en -ruggen met een plaggendek is "hoog" voor resten uit alle perioden. Omdat de archeologische resten zijn afgedekt door een dik plaggendek, zijn ze doorgaans goed geconserveerd en niet erg kwetsbaar voor bodemingrepen. Bij ontwikkelingen in een gebied met hoge verwachtingswaarde dient er archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd als het plangebied groter is dan 2500 m2 en de bodemingrepen dieper dan 40 cm. Voor beekdalen en overige laagten geldt een lage verwachtingswaarde voor archeologische resten uit alle perioden. Vondsten die in een beekdal worden gedaan zijn meestal gelieerd aan beekdalgebonden activiteiten, zoals bruggen, watermolens en resten die in verband staan met bewoning op hogere delen van het landschap, zoals afvaldumps. Bij ontwikkelingen in een gebied met een lage verwachtingswaarde dient archeologisch onderzoek verricht te worden als in het plangebied ook gebieden liggen met een hoge verwachtingswaarde en als het plangebied grenst aan een gebieden met waardevolle archeologische resten. Binnen een bufferzone rond een historisch erf moet archeologisch onderzoek worden verricht als het plangebied groter is dan 2500 m2 en de bodemingreep dieper dan 40 cm.
Figuur 14 - Uitsnede uit de Archeologische verwachtings- en advieskaart gemeente Dinkelland, RAAP 2007
Voorliggend bestemmingsplan heeft een conserverend karakter en voorziet niet in ontwikkelingen en daarmee samenhangende bodemingrepen. Het uitvoeren van archeologisch onderzoek is voor de totstandkoming van dit bestemmingsplan dan ook niet noodzakelijk. Tevens is dit bestemmingsplan in overeenstemming met het beleid gericht op het behoud van cultuurhistorische waarden.