Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Rossum
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1774.ROSBPROSSUM-0401

4.2 Archeologie

Algemeen
Om het archeologisch erfgoed te beschermen moeten op grond van het Verdrag van Malta (1992) alsmede van het daarop gebaseerde thans in procedure zijnde wetsvoorstel eventuele archeologische resten in kaart gebracht worden, alvorens de bodem wordt verstoord. Rekening moet worden gehouden met in de bodem aanwezige archeologische waarden.
 
Verwachtingswaarden
Op de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) kan per perceel onderzocht worden welke verwachtingswaarde het perceel heeft. De gemeente Dinkelland heeft een archeologische verwachtings- en advieskaart opgesteld. Het rapport is opgesteld door RAAP en geeft voor het grondgebied de verwachtingswaarde voor archeologische resten aan. Aan de hand van deze kaart kan bepaald worden of archeologisch onderzoek noodzakelijk is.
 
Figuur 9. Archeologische verwachtings- en advieskaart uitsnede Rossum (bron: RAAP)
 
In het uiterste noorden en in het westen van het plangebied heeft de geomorfologie van een dekzandlandschap en wordt voor de donker bruin gekleurde gebieden getypeerd als dekzandhoogten en -ruggen met een plaggendek. De verwachtingswaarde is hoog voor resten uit alle perioden. Archeologische resten afgedekt door een plaggendek >50 cm en daardoor minder kwetsbaar voor bodemingrepen. Archeologische resten hierdoor goed geconserveerd. Het beleid wat als gevolg van het RAAP-rapport wordt gevolgd is dat bij roering in deze gebieden archeologisch onderzoek noodzakelijk is in plangebieden groter dan 2.500 m² bij bodemingrepen dieper dan 40 cm. Voor gebieden kleiner dan 2.500m² geldt vrijstelling voor archeologisch onderzoek.
 
De gele gebieden, beekdalen en overige laagten, vallen ook onder het dekzandlandschap. Naar verwachting zijn archeologische resten uit meerdere perioden aanwezig. Hoofdzakelijk archeologische resten die in verband staan met beekdalgebonden activiteiten, zoals bruggen, voordes, watermolens etc. en mogelijk archeologische resten, bijvoorbeeld afvaldumps, die in verband staan met bewoning op nabij gelegen, hoge gronden. Verder diverse categorieën losse vondsten. Vaak geldt hier een vrijstelling voor archeologisch onderzoek.
 
Conclusie
Voorliggend bestemmingsplan heeft een conserverend karakter en voorziet niet in ontwikkelingen en daarmee samenhangende bodemingrepen. Het uitvoeren van archeologisch onderzoek is dan ook niet noodzakelijk. Tevens is in een conserverend bestemmingsplan in overeenstemming met het beleid gericht op het behoud van cultuurhistorische waarden.