5.2.1. Bestemmingen
De gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor de uitoefening van agrarische veehouderijbedrijven en kwekerijen. Tevens is onder voorwaarden medegebruik van de gronden in de vorm van evenementen toegestaan. Tevens is nog een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Op grond van deze wijzigingsbevoegdheid is het mogelijk om de gronden met een agrarische bestemming te wijzigen in de bestemming “Wonen”, indien er geen sprake meer is van een bedrijfsmatige uitoefening van agrarische activiteiten. Door het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid wordt bewerkstelligd dat de gronden een passende bestemming krijgen.
Aan de zuidoostzijde van het dorp komen nog enkele volwaardige agrarische bedrijven voor. Deze zijn, met de bijbehorende bedrijfswoningen, binnen een bouwvlak onder een agrarische bestemming gebracht. Bedrijfswoningen zijn specifiek aangeduid. De bouw- en gebruiksmogelijkheden binnen deze bestemming zijn zo veel mogelijk afgestemd op de ontwikkelingsmogelijkheden van agrarische bedrijven in het buitengebied van Dinkelland. Op onderdelen is de regeling beperkter vanwege de ligging binnen de bebouwde kom.
Deze bestemming heeft betrekking op de bestaande volwaardige bedrijven. Daarnaast zijn de 'grotere' nutsvoorzieningen in het plangebied bestemd als bedrijf. Kleinere nutsvoorzieningen van ondergeschikte aard (< 15 m2), zoals schakelkasten, zijn omgevingsvergunningvrij en kunnen door het hele plangebied gerealiseerd worden. Daar waar bij de bedrijven bedrijfswoningen voorkomen, zijn deze op de verbeelding aangeduid. De huidige omvang van de bedrijven is op de verbeelding vastgelegd.
Bij recht zijn bedrijven tot en met milieucategorie 2 van de VNG-bedrijvenlijst toegestaan in een aantal gevallen is sprake van een bedrijf dat valt in een zwaardere milieucategorie dan 1 of 2. Ter bescherming van omliggende woonfuncties zijn deze "zwaardere" bedrijven specifiek aangeduid. Hierdoor kan er, wanneer er sprake is van bedrijfsbeëindiging, zich ter plaatse alleen eenzelfde bedrijf of een bedrijf uit een lichtere milieucategorie vestigen. Door middel van een wijzigingsbevoegdheid kunnen deze aanduidingen verwijderd worden, waardoor zich alleen nog maar bedrijven van milieucategorie 1 of 2 kunnen vestigen.
De diverse voorzieningen en bedrijfsactiviteiten in Ootmarsum dragen bij aan de leefbaarheid. Uitgangspunt ten aanzien van deze voorzieningen is dan ook het behoud ervan. In een aantal gevallen komen de woon- en bedrijfsfunctie vlak naast elkaar voor. Uitgangspunt ten aanzien van deze bedrijvigheid is dat de milieuhygiënische situatie ten opzichte van omliggende woonbebouwing niet mag verslechteren. Het voorgaande wil niet zeggen dat binnen het plangebied helemaal geen nieuwe bedrijvigheid wordt toegestaan. Bij bestaande woningen worden mogelijkheden geboden voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten en/of aan-huis-verbonden beroepen.
In verband met de diversiteit aan functies binnen een beperkt gebied, is gekozen voor de bestemming Centrum. Deze verzamelbestemming is opgenomen voor het woonzorgcentrum Huize Franciscus met aanliggende winkels aan de Meierij ten noorden van het kernwinkelgebied van Ootmarsum. In de bestemmingsomschrijving komt de diversiteit aan gebruik tot uitdrukking: zowel detailhandel (niet zijnde perifere / grootschalige detailhandel en/of supermarkten), dienstverlenende bedrijven, lichte horecabedrijven tenzij anders aangeduid, kantoor en maatschappelijke voorzieningen zijn toegestaan.
Binnen de bestemming zijn deze functies vrij uitwisselbaar. Dit betekent dat een pand waar nu een uitzendbureau in is gevestigd, over een aantal jaren als winkel kan worden gebruikt zonder wijziging van het bestemmingsplan ten aanzien van gebruik. De vrije uitwisselbaarheid geldt niet voor woningen, de ‘zwaardere’ horecagelegenheden en grootschalige en perifere detailhandel en supermarkten. Grootschalige en perifere detailhandel als bouwmarkten en tuincentra zijn binnen de bestemming uitgesloten. Dit geldt ook voor supermarkten. Ook voor zwaardere horecabedrijven (categorie 2) zoals eetcafés, restaurants en hotels geldt de vrije uitwisselbaarheid niet. Dit omdat deze bedrijven met name in de avonduren veel bezoekers aantrekken, wat kan leiden tot overlast.
Via toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, is de vestiging van de horecavorm categorie 2 wel mogelijk.
Wonen is (bij recht) toegestaan vanaf de tweede bouwlaag of hoger. Wanneer er op de begane grond (eerste bouwlaag) wordt gewoond, is dit met een specifieke aanduiding ‘wonen’ aangegeven. Verdwijnt de woonfunctie op de begane grond, dan kan de aanduiding worden verwijderd, zodat wonen op de begane grond niet meer mogelijk is. Via toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, kan de aanduiding ook worden aangebracht.
De voorkomende winkels buiten het kernwinkelgebied, zijn specifiek bestemd als “Detailhandel”. De gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor detailhandel op de begane grond en wonen op de verdieping. Ter plaatse van de aanduiding bedrijfswoning is zowel op de begane grond als op de verdieping een bedrijfswoning toegestaan. Vanaf de tweede bouwlaag of hoger is wonen binnen deze bestemming bij recht toegestaan. Tevens is het onder voorwaarden toegestaan om een deel van de woning te gebruiken voor een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit.
De gronden binnen de bestemming groen zijn bestemd voor onder andere groenstroken en speelvoorzieningen. Bij recht zijn alleen bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan. De plaatsing van speeltoestellen of kunstwerken is wel mogelijk. Onder deze bestemming vallen ook voet- en fietspaden en parkeervoorzieningen. Tevens is onder voorwaarden medegebruik van de gronden in de vorm van evenementen toegestaan.
De gronden binnen de bestemming Horeca zijn bestemd voor horeca in de categorieën 1 en 2 en wonen, met dien verstande dat wonen uitsluitend op de verdieping is toegestaan. Binnen de bestemming is onderscheid gemaakt tussen ‘lichte’ (categorie 1) en ‘zwaardere’ (categorie 2) horecabedrijven. Horeca in categorie 2 is uitsluitend toegestaan daar waar dit als zodanig op de verbeelding is aangeduid. Ter plaatse van de aanduiding bedrijfswoning is zowel op de begane grond als op de verdieping wonen toegestaan.
De in het plangebied voorkomende kantoren zijn onder de bestemming “Kantoor” gebracht. Het betreft bedrijvigheid waar administratieve werkzaamheden of werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van instellingen en/of het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij afnemers niet of beperkt ter woord worden gestaan of geholpen. Een kantoor is in die zin anders dan reguliere bedrijven of detailhandelsbedrijven, dat er nagenoeg geen verkeersaantrekkende werking is (alleen van personeel) en het daarmee een geringe ruimtelijke impact heeft.
De gronden binnen de bestemming maatschappelijk zijn bestemd voor maatschappelijke doeleinden. Gebouwen met een maatschappelijke functie, waaronder de kerken, de scholen en de gebouwen met een sociaal/culturele en/of medische functie, zijn onder de bestemming “Maatschappelijk” gebracht. Daar waar de maatschappelijke functie gecombineerd wordt met een andere functie, is deze specifiek aangeduid.
De bestaande natuurgebieden, welke ook onderdeel uit kunnen maken van de Ecologische Hoofdstructuur en/of gebieden die zijn aangewezen in het kader van Natura 2000, hebben een passende, beschermende regeling gekregen. De toegekende bestemming doet recht aan de voorkomende waarden. Binnen de bestemming Natuur is een verbodsbepaling opgenomen voor werken die samenhangen met aantasting van aanwezige elementen en waarden.
De sportvelden in de stad aan de zuidoostrand (sportpark 'n Tooslag), centraal gelegen ten oosten van het centrum (sportcomplex) en in het zuidwestelijk deel (zwembad), vallen onder de bestemming “Sport”. De bebouwing op deze terreinen bestaat uit kleed- en opslagruimtes en verenigingsgebouwen met kantines. Rondom de aanwezige bebouwing is op de verbeelding een bouwvlak aangegeven. Buiten het bouwvlak mag bij afwijking tribunes en gebouwtjes ten behoeve van onderhoud worden opgericht.
De bestemming Tuin heeft betrekking op bij woningen gelegen (voor)tuinen. Het specifiek bestemmen van dit water komt voort uit de ruimtelijke betekenis ervan.
De gronden binnen de bestemming Verkeer zijn bestemd voor wegen en straten en alle daarbij horende voorzieningen ten behoeve van het bestemmingsverkeer. Tevens zijn garageboxen toegestaan ter plaatse van de aanduiding. Binnen de bestemming Verkeer zijn uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde, toegestaan met uitzondering van de hiervoor genoemde bestaande garageboxen.
De in het plangebied aanwezige waterpartijen zijn als “Water” bestemd. De bestemming Water heeft betrekking op oppervlakte water en bijbehorende oevers en voorzieningen. Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
De bestemming “Wonen” is een verzamelbestemming voor alle in het plangebied voorkomende vrijstaande en aaneengeschakelde woningen en de bijbehorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen (bijbehorende bouwwerken). De bestemming is primair een conserverende regeling voor de woningen, met tegelijk ruimte voor kwalitatieve verbeteringen. De toegestane goot- en bouwhoogtes van de woningen zijn op de verbeelding vastgelegd. Deze zijn afgestemd op de bestaande situatie. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden bebouwingsbepalingen die betrekking hebben op de oppervlakte (maximaal 85 m²), de situering en de hoogte. Voor wat betreft de situering zijn, ter bescherming van het straatbeeld, de bebouwingsbepalingen erop gericht bebouwing aan de voorzijde van de woning te voorkomen. In verband met de bescherming van belangen van buren (privacy, lichttoetreding) gelden ook bij het oprichten van bijbehorende bouwwerken achter de (voorgevel van) woningen eisen ten aanzien van oppervlakte, hoogte en situering. Binnen de woonbestemming is ruimte geboden voor een aan-huisverbonden- beroep, dan wel kleinschalige bedrijfsmatige activiteit. Het gaat om kleinschalige beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten die in ruimtelijk en functioneel opzicht ondergeschikt zijn aan de woonfunctie en daardoor verantwoord zijn in woongebieden. Hierbij kan gedacht worden aan klassieke ‘vrije’ beroepen (arts, advocaat,notaris) maar ook aan beroepen als makelaar of accountant of bedrijfsmatige activiteiten als een kapper of een schoonheidsspecialist. Om de ruimtelijke en functionele ondergeschiktheid aan de woonfunctie te waarborgen gelden criteria ten aanzien van de aard en omvang van de activiteiten. De woonbestemming biedt ook ruimte voor mantelzorg bij woningen. Ten eerste in de vorm van inwoning, daarnaast ook, via afwijking, in de vorm van (tijdelijke) bewoning van vrijstaande bijgebouwen. Bestaande bijgebouwen kunnen tot een oppervlakte van maximaal 75 m2 worden vergroot ten behoeve van mantelzorg. Voorwaarde is wel dat de noodzaak van de mantelzorg (op medische gronden) hierbij wordt aangetoond.
De dubbelbestemming Leiding - Gas ligt op een tweetal buisleidingen die in het zuidoosten het plangebied elkaar naderen. Derhalve is een dubbelbestemming met een belemmerende strook opgenomen. De belemmerende strook betreft een zone van 5 meter aan weerzijde van de hartlijn van de leiding. Deze is gericht op de bescherming van de buisleiding. Binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bedoelde leiding(en) worden gebouwd. Voor het uitvoeren van diverse werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden nodig. Voordat er een omgevingsvergunning wordt verleend, wordt door het bevoegd gezag schriftelijk advies ingewonnen bij de leidingbeheerder.
De dubbelbestemming Waarde - Archeologie is opgenomen ter bescherming van de archeologische waarden binnen het plangebied. Op grond van deze dubbelbestemming gelden beperkte bouwmogelijkheden en bepalingen met betrekking tot het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden. Afwijking van deze bouwregels is onder voorwaarden wel mogelijk. Binnen deze gebieden dient, conform het beleidsadvies bij de gemeentelijke archeologische beleidskaart, bij ingrepen groter dan 100 m² en een diepte van meer dan 50 cm archeologisch onderzoek te worden verricht.
De dubbelbestemming Waarde - Ecologie is opgenomen ter bescherming van de onderliggende ecologische waarden. Welke aaneengeschakeld onderdeel kunnen vormen van de ecologische hoofdstructuur.
5.2.2. Gebiedsaanduiding
Een maalvaardige molen en een enthousiaste molenaar alleen zijn niet voldoende om een molen te laten functioneren. Het werktuig stelt ook eisen aan zijn omgeving: er moet wind zijn om de wieken in beweging te kunnen zetten. In 1973 werd om dit omgevingselement aan te duiden het begrip 'molenbiotoop' geïntroduceerd. De molenbiotoop heeft betrekking op de hele omgeving van een molen, voor zover die van invloed is op het functioneren van die molen als maalwerktuig én als monument. Naast windvang dient dan ook te worden gelet op de belevingswaarde van de molen. Gebouwen en bomen kunnen de molenbiotoop aantasten. Bomen en boomgroepen veroorzaken een extra nadeel voor de windvang, omdat zij met hun bladerkroon de wind enige tijd vasthouden, waardoor er grotere turbulentie optreedt en de wind met grotere kracht en met vlagen op de molen afkomt. Molenaars vrezen dit 'hollen en stilstaan' verschijnsel. Een tweede aspect van de molenbiotoop heeft te maken met de belevingswaarde. Molens zijn een belangrijk element in het landschap of stedelijk gebied en hebben vaak te maken met de ontstaansgeschiedenis van de omgeving. Omdat molens wind moesten kunnen vangen, stonden ze in een open landschap of staken ze in ieder geval uit boven hun omgeving. Die voor molens kenmerkende situatie moet zoveel mogelijk worden bewaard, willen de werktuigen volledig tot hun recht komen. Met andere woorden: molens horen in het zicht te staan. Als dat het geval is, blijken molens zeer belangrijke herkenningspunten in een gebied te zijn.
De Oude Hengel is een molen gelegen buiten het plangebied, echter de invloedsfeer van de molen valt binnen onderliggend bestemmingsplan. De vrijwaringszone van de molenbiotoop is opgedeeld in twee zones. Een zone van de eerste 100 meter en een zone van 400 meter, voor elke van de zones gelden een specifieke bouwregels. De hoogte van bouwwerken zou binnen 100 meter van de woning in ieder geval niet meer mogen bedragen dan 6,80 meter (stellinghoogte).