Burgemeester en wethouders kunnen met toepassing van artikel 3.6 onder a van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming Wonen op onderdelen wijzigen teneinde woningbouw mogelijk te maken, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
1. deze wijziging uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding "Wro-zone - wijzigingsgebied 2";
2. ten hoogste 1 vrijstaande woning wordt gebouwd, ter vervanging van de bestaande woning;
3. de goothoogte van een hoofdgebouw ten hoogste 6 meter bedraagt;
4. de bouwhoogte van een hoofdgebouw ten hoogste 10 meter bedraagt;
5. de inhoud van de woning bedraagt maximaal 750 m³;
6. geen onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de ontwikkelingsmogelijkheden van aangrenzende functies;
7. het hoofdgebouw op een verantwoorde wijze worden ingepast in de omgeving;
8. het parkeren op eigen terrein plaatsvindt;
9. de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer niet hoger is dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde;
10. het bepaalde in artikel 16 in acht genomen wordt.
24.4 Wro-zone - wijzigingsgebied 3
Burgemeester en wethouders kunnen met toepassing van artikel 3.6 onder a van de Wet ruimtelijke ordening de bouwhoogte wijzigen ten opzichte van bestaande bebouwing met dien verstande dat er maximaal één verdieping mag worden toegevoegd, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
1. deze wijziging uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding "Wro-zone - wijzigingsgebied 3";
2. de dakhelling bedraagt ten minste 18 graden en ten hoogste 60 graden;
3. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
4. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de in de omgeving aanwezige architectonische en/of cultuurhistorische waarden;
5. het parkeren op eigen terrein plaatsvindt;
6. het bepaalde in artikel 8 in acht genomen wordt.