Op grond van het Verdrag van Malta en de daaruit vloeiende Wet op de Archeologische Monumentenzorg, dient te worden gekeken naar de archeologische waarden in het plangebied. Volgens de Omgevingsvisie Overijssel ligt het plangebied niet binnen archeologisch gebied. Wel heeft het plangebied volgens de Archeologsiche verwachtingskaart behorende bij de omgevingsvisie een hoge verwachtingswaarde. De gemeenteraad van Dinkelland heeft in de vergadering van 27 mei 2008 de nota “Archeologiebeleid gemeente Dinkelland” vastgesteld. Op basis van een voor de gemeente opgestelde Archeologische verwachtings- en advieskaart zijn de te nemen beslissingen in een integraal kader geplaatst. Aan de op het kaartmateriaal vlakdekkend weergegeven verwachtingszones zijn beleidsadviezen gekoppeld. Het plangebied valt op basis van de Archeologische verwachtings- en advieskaart binnen 'historische kern'. De archeologische verwachtingswaarde is hoog voor archeologische resten uit de Middeleeuwen en Nieuwe tijd, die in verband staan met bewoning in een historische kern. De archeologische verwachting is gebaseerd op te verwachten oude bebouwingsporen uit het begin van de 19e eeuw of ouder. Op grond van de gemeentelijke archeologische waardenkaart blijkt dat het plangebied ligt ter plaatse van de voormalige buitengracht van Ootmarsum. Deze is vermoedelijk gegraven in de 15e eeuw en eind 16e of het begin van de 17e eeuw gedempt. De gracht heeft dus vrij kortstondig bestaan. Archeologisch gezien bevatten buitengrachten doorgaans geen grachtvulling waarin een archeologisch rijke grachtvulling aanwezig is.
Bij plangebieden gelegen in een gebied met een hoge archeologische verwachtingswaarde geldt voor plangebieden groter dan 100 m2 en dieper dan 50 cm een onderzoeksplicht. Het bouwvlak van de nieuwbouwwoning omvat meer dan 100 m2 (153 m2). Op basis van het gemeentelijk beleid dient er een archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd in het kader van de ruimtelijke onderbouwing van de herziening van het bestemmingsplan.
In 2005 heeft de initiatiefnemer reeds een bureauonderzoek en een verkennend booronderzoek laten uitvoeren (Oude Rengerink, J.A.M., 2005. Archeologisch Rapport. Inventariserend archeologisch onderzoek Locatie Westwal-Carint te Ootmarsum. Oranjewoud). In dit onderzoek kon de buitengracht inderdaad worden aangetoond, maar werden er geen archeologische waarden van enige betekenis vastgesteld. Het advies luidde dat er geen vervolgonderzoek nodig was. Op grond van een eerder uitgevoerd onderzoek zijn er geen archeologische waarden te verwachten. Betreffend archeologisch onderzoek is opgenomen in bijlage 1.
Een archeologisch onderzoek is niet nodig. Wel wordt aanbevolen om in dit geval aan amateurarcheologen de gelegenheid te bieden om bij de ontgraving van de bouwput aanwezig te zijn en de mogelijkheden te bieden om eventueel waarnemingen te doen en vondsten te verzamelen. Aangezien het niet gaat om een door het bevoegd gezag voorgeschreven archeologische begeleiding van de graafwerkzaamheden hoeft er geen professionele archeoloog van een bedrijf of instantie met een opgravingsvergunning bij betrokken te worden.