Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Deurningen
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1774.DEUBPDEURNINGEN-0401

4.6 Bedrijven en milieuzonering

In dit bestemmingsplan is de bestaande situatie vastgelegd. Dit geldt ook voor de bestaande bedrijven. Deze zijn veelal gelegen in de directe nabijheid van woningen. De hinderuitstraling naar de omgeving is geregeld via het spoor van de milieuvergunning of het Activiteitenbesluit. In en aan de randen van het plangebied zijn enkele bedrijven gevestigd. Op basis van hun bedrijfsactiviteiten kunnen de bedrijven overlast veroorzaken voor milieugevoelige functies zoals wonen. In de navolgende tekst wordt hier nader op ingegaan.
 
Categorisering
Voor de bedrijven wordt voor de indicatieve beoordeling gebruik gemaakt van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in de richtlijn 'Bedrijven en milieuzonering' van de VNG (2009). Per milieuaspect (geur, stof, geluid, gevaar, lucht-, water- en bodemverontreiniging, verkeersaantrekkende werking en visuele hinder) is in deze brochure voor inrichtingen een afstand genoemd, welke tot de dichtstbijzijnde milieugevoelige bebouwing in beginsel in acht moet worden genomen. Zonering op basis van de VNG-methode gebeurt aan de hand van een categorie-indeling. Bedrijven zijn in categorieën ingedeeld, waarbij de categorie is gekoppeld aan een afstand die aangehouden dient te worden tot gevoelige functies. Bepalend is de afstand van het meest hinderlijke milieuaspect, hetgeen resulteert in de zogenaamde grootste afstand. De grootste afstand is de afstand, die tenminste in acht dient te worden genomen ten opzichte van een kwetsbaar object zoals een woning. Binnen de grootste afstanden dient te worden afgewogen in hoeverre de functies passend zijn ten opzichte van elkaar. Uit specifiek milieuonderzoek in het kader van het milieuvergunningtraject kan blijken dat de grootste afstand voor het betreffende bedrijf kleiner is dan op basis van de VNG-lijst is aangegeven, bijvoorbeeld door de omvang en/of aard van de activiteiten en/of technische vooruitgang.
Binnen een woonmilieu zoals de kern Deurningen wordt maximaal milieucategorie 2 aanvaardbaar geacht, omdat de bedrijven wat betreft milieuhinder moeten passen in een woonomgeving. Voor bedrijven in milieucategorie 1 geldt een grootste afstand van 0 of 10 meter en voor bedrijven in milieucategorie 2 geldt een grootste afstand van 30 meter. In de bestemmingsplanregeling is aan de regels voor de bestemming 'Bedrijf' een Staat van Bedrijfsactiviteiten gekoppeld, waarin de bedrijven in de milieucategorieën 1 en 2 zijn opgenomen. Dit biedt enige flexibiliteit binnen duidelijke milieukaders in het geval van een wijziging in bedrijfsaard, al dan niet als gevolg van eigendomsverandering. De Staat van de Bedrijfsactiviteiten is toegevoegd als bijlage van de regels.
In het plangebied zijn bedrijfsbestemmingsvlakken waarop meerdere bedrijven zoals een tuincentrum, garage, lasbedrijf en rijwielhandel zijn gevestigd naast de percelen waarop een nutsvoorziening is bestemd als bedrijf.
Als een bedrijfsmatige activiteit niet past binnen de milieucategorie 1 en 2, dan wordt op de verbeelding, door middel van een aanduiding, weergegeven wat voor type bedrijfsvoering het betreft. De maximaal toelaatbare milieuhinder wordt via het spoor van een milieuvergunning geregeld. Uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn logischerwijs water- en luchthavengebonden bedrijven geschrapt.
Eveneens is 'verkooppunt motorbrandstoffen' (milieucategorie 2) uit de lijst geschrapt, daar de willekeurige vestiging van een dergelijk bedrijf kan leiden tot ongewenste gevolgen voor de verkeerstructuur en verkeersveiligheid in verblijfsgebieden. Door middel van een afwijking van de gebruiksregels kunnen bedrijven met een gelijkwaardige milieubelasting of bedrijven van één milieucategorie hoger met een gelijkwaardige milieubelasting, welke niet in de Staat van bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, worden toegelaten.
 
Conclusie
De bestaande bedrijven in de kern behoren tot milieucategorieën 1 en 2 en zijn op de verbeelding bestemd als ‘bedrijf’. Hogere categorieën zijn in het voorliggende bestemmingsplan niet mogelijk gemaakt, omdat deze niet onderdeel uitmaken van de bestaande situatie. De mate van hinder geproduceerd door deze bedrijven is vastgelegd in milieuvergunningen. Vanwege het conserverende karakter van onderhavig plan belemmert het aspect bedrijvigheid de uitvoering van het bestemmingsplan niet.