Zoals hiervoor is beschreven wil het tuincentrum, mede gelet op het grote aantal bezoekers, een uitbreiding van de bebouwde oppervlakte realiseren, grotendeels door de oppervlakte van de tijdelijke kas definitief bij het tuincentrum te betrekken.
De beoogde ontwikkelingen vinden plaats aan de voor- en achterzijde van Tuincentrum Oosterik.
Aan de achterzijde is de tijdelijke kas aanwezig met een oppervlakte van ca. 6.177 m2. Deze oppervlakte wordt vervangen door een kas met een oppervlakte van ongeveer 4.540 m2. Aan de voorzijde wordt een uitbreiding gewenst met een oppervlakte van 2.016 m2. In deze oppervlakte is een passage opgenomen van circa 420 m². Deze passage wordt gevormd door een entree en een hoofdgangpad.
Tussen kas en het tuincentrum is een overkapping aanwezig, die in dit plan wordt meegenomen. Deze overkapping biedt bezoekers de mogelijkheid de planologisch reeds toegestane kas vanuit het tuincentrum te bereiken. In deze kas zijn vooral planten en kweekgoed te vinden. De overkapping heeft een oppervlakte van 1.017 m2. De totale oppervlakte die in dit project meegenomen wordt bedraagt 7.573 (4540 + 2016 + 1017) m2. De sloop van de tijdelijke kas bedraagt 6.177 m2, waardoor er een verruiming plaatsvindt circa 1.396 m2. Daarbij wordt bij de bedrijfswoning nog bebouwing (schuur) voorzien met een oppervlakte van circa 150 m². Hiermee komt de uitbreiding ten opzichte van de tijdelijke situatie op 1.546 m² en de totale oppervlakte in dit project op 7.573 + 150 = 7.723 m².
Bouwwerken | Functie | | |
Nieuwe kas | tuincentrum | | |
Uitbreiding voorzijde | tuincentrum | | |
Overkapping | overgangsgebied | | |
Bedrijfsruimte bij bedrijfswoning | bedrijfsruimte | | |
Te slopen tijdelijke kas | | | |
Totaal uitbreiding Tuincentrum | | 7.723 | |
Op de volgende afbeelding zijn de beoogde uitbreidingen weergegeven. De uitbreiding bij de bedrijfswoning is gering van aard en is niet aangegeven op deze afbeelding.
Situering beoogde uitbreidingen
Met de extra verkregen ruimte kan intern de gehele structuur gewijzigd worden. Daarbij worden de looppaden aangepast, waardoor de route logischer en duidelijker wordt.
Mede gelet op de verbouwing in 2006 bieden de hier beoogde wijzigingen de mogelijkheid de verkoopruimte optimaler in te richten en het verblijf voor de bezoekers van het tuincentrum aangenamer te maken.
De nieuwe inrichting ziet dus toe op een optimalisatie van de benodigde ruimte, waarbij niet alleen de goederen goed en geordend te koop aangeboden kunnen worden, maar dat ook de paden door het tuincentrum voldoende ruim en duidelijk zijn waardoor de consument zich prettiger door het tuincentrum kan begeven.
De bestaande gezamenlijke oppervlakte bedraagt 32.480 m². Met een uitbreiding van 25% wordt de maximale bebouwde oppervlakte 40.600 m². De feitelijke toename bedraagt iets meer dan 1.546 m². De planologische verruiming bedraagt echter 7.723 m². Immers de tijdelijk vergunde uitbreiding maakt voor de ruimtelijke onderbouwing geen deel uit van de bestaande gezamenlijke oppervlakte. De oppervlakte in de nieuwe situatie bedraagt hierdoor 40.203 m², waardoor de uitbreiding de oppervlakte van 40.600 m² niet overschrijdt.
Met de gewenste uitbreiding vinden geen veranderingen plaats in de aan- en afvoerwegen van Tuincentrum Oosterik. De ruimtelijke en functionele structuur blijven ongewijzigd.
De beoogde werkzaamheden brengen gevolgen met zich mee met betrekking tot het bouwverkeer en vrijkomende grond.
Ten behoeve van het bouwverkeer bestaat de wens om tijdelijk aan de Gravenveen over een extra afzonderlijke in- en uitrit te beschikken (in rood aangegeven op de volgende afbeelding). Deze in- en uitrit, met een breedte van ongeveer 10 m, kunnen door het bouwverkeer worden gebruikt, waardoor een vlotte afvoer/transport van materialen kan plaatsvinden. Door te kiezen voor 'eenrichtingsverkeer' ontstaat er ook een goede logistieke en logische route voor de aan- en afvoer van materiaal. Met de afzonderlijke in- en uitrit kunnen verkeersonveilige situaties goed worden voorkomen.
Situering tijdelijke in- en uitrit (bron: NK Bouwbegeleiding)
De bezoekers van het tuincentrum en doorgaand verkeer worden op deze wijze zo min mogelijk belemmerd.
Deze constructie is eerder (2005) toegepast en leverde geen problemen op.
De in- en uitrit zijn 2,5 jaar nodig ten behoeve van de werkzaamheden. De sloot wordt ter plaats van de in- en uitrit gedicht. Een duiker wordt geplaatst, waarboven zand en gebroken puin worden gestort. Na afronding van de bouwwerkzaamheden zal de duiker weer verwijderd worden en de sloot hersteld. De waterhuishouding wordt met de tijdelijke maatregel aangepast maar niet belemmerd.
Ten behoeve van de bouwwerkzaamheden zal grond vrijkomen. Dit vindt vooral plaats vanwege de bouw van de bedrijfsgebouwen.
Deze vrijkomende grond zal binnen de grenzen van het terrein van Tuincentrum Oosterik hergebruikt worden. Met de ophoging worden de betreffende percelen nagenoeg net zo hoog als de omliggende percelen.
De vrijkomende grond met een inhoud van circa 10.388 m3 wordt verspreid over de percelen naast de kwekerij van Oosterik aan de Venweg (groot ± 8.500 m²) en een perceel aan de Johannninksweg (naast de bedrijfswoning Johanninksweg 70), groot circa 18.000 m² (zie overzichtstekening). De vrijkomende grond levert een verhoging op van ongeveer 39 cm.
Overzicht percelen waar de grond wordt opgehoogd
In de regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied 2010' is met betrekking tot de bestemming 'Agrarisch - 1' bepaald dat voor eenmalige ophogingen tot 30 cm geen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (voorheen aanlegvergunning) is vereist. Gelet op de hoeveelheid grond die opgebracht wordt, is een omgevingsvergunning nodig. De ophoging brengt geen onevenredige gevolgen voor de omliggende gronden met zich mee, nu deze gronden ongeveer dezelfde hoogte krijgen.