Na deze inleiding wordt in hoofdstuk 2 ingegaan op de opzet van deze ruimtelijke onderbouwing. In hoofdstuk 3 is een beschrijving van het projectgebied opgenomen. Hoofdstuk 4 bevat het beleidskader, voor zover van toepassing, van rijk, provincie en gemeente. In hoofdstuk 5 wordt stilgestaan bij de diverse omgevingsaspecten, zoals bodem, geluid, water, luchtkwaliteit etc.
Hoofdstuk 6 bevat een inventarisatie van de verschillende omgevingsaspecten die van invloed zijn op het realiseren van het ruimtelijk beleid. Daarbij komen onder meer de milieuaspecten (bodem, geluid, luchtkwaliteit), externe veiligheid, waterhuishouding, archeologie, flora & fauna en het aspect verkeer en parkeren aan de orde.
Hoofdstuk 7 gaat respectievelijk in op de economische uitvoerbaarheid van het project en de maatschappelijke uitvoerbaarheid van het project (inspraak en vooroverleg).