Tuincentrum Oosterik

1.2 Ligging, begrenzing en juridische status van het plangebied

Ligging

Tuincentrum Oosterik ligt ten noordwesten van het dorp Noord Deurningen. Noord Deurningen ligt bij de N342, ten noorden van Denekamp en op ongeveer 1 kilometer van de Duitse grens en Nordhorn.  

Aan de rand van het dorp ligt Tuincentrum Oosterik. Op de volgende afbeeldingen is de situering van Noord Deurningen en het tuincentrum weergegeven.

 

 

Noord Deurningen ligt aan de N342, de doorgaande verbinding tussen Oldenzaal en Nordhorn (D). De ontsluiting van het parkeerterrein van het tuincentrum ligt aan de Gravenveen. De Gravenveen gaat over in de Johanninksweg (adres van het tuincentrum). Via de Korenmorsweg kan richting Lattrop worden gereden. Vlak voor Lattrop verandert de Korenmorsweg in de Disseroltweg. De Johanninksweg sluit aan op de Lattropperstraat die richting Denekamp (ten zuiden van tuincentrum Oosterik) en Lattrop en Tilligte (ten noordwesten/westen van tuincentrum Oosterik) leidt.

 

Aan de westzijde van het tuincentrum ligt bungalowpark Bavelds dennen. Dit ruim opgezette park ligt in het landelijk gebied van de gemeente Dinkelland en heeft de beschikking over 126 bungalows en diverse faciliteiten. 

 

Begrenzing en Juridische status van het plangebied

Het tuincentrum ligt geheel binnen de grenzen van het bestemmingsplan Buitengebied 2010, waarin het de bestemming 'Detailhandel - Tuincentrum' heeft. Dit bestemmingsplan is op 18 februari 2010 door de gemeenteraad vastgesteld (agendanummer D7/B2) en in juli 2010 in werking getreden. Door de uitspraak van de Raad van State op 20 april 2012 is het plan tevens onherroepelijk geworden.

 

Op de volgende afbeelding is de begrenzing van het projectgebied (blauwe lijn) op een fragment van de verbeelding van het bestemmingsplan Buitengebied 2010 weergegeven.

 

Begrenzing projectgebied, fragment verbeelding Buitengebied 2010

 

Gronden met de bestemming 'Detailhandel - Tuincentrum' zijn bestemd voor bedrijfsgebouwen, waaronder overkappingen en kassen, ten be­hoeve van het kweken van bloemen en planten en detail­handel, kantoorruimten, kantinevoorzieningen, ondergeschikte horecadoeleinden en opslagvoorzieningen. Verder kunnen binnen deze bestemming bedrijfswoningen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfs­woningen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep dan wel een kleinschalige be­drijfsmatige activiteit worden gebouwd.

 

De detailhandel is nader uitgewerkt in drie categorieën. Deze uitwerking maakt onderdeel uit van de regels.

Categorie a ziet toe op de detailhandel in bloemen, planten (daaronder begrepen kamerplanten), seizoensgroen, bomen, kerstbomen, heesters, coniferen en ander opgaand groen, snijbloemen, droog- en zijdebloemen, bollen, knollen, zaden, vijvers, vijvermaterialen, koudwatervissen, tuinmeubelen en -gereedschap, blokhutten, kassen, serres, tuinhuisjes, vogelhuisjes, tuinhout, -beelden en -ornamenten, tuinverlichting, tuinsfeerartikelen (lantaarns lampionnen, kaarsen en dergelijke), kerst- en paasartikelen, halloweenartikelen en speeltoestellen, grondproducten, meststoffen, gewasbescherming, bestratingsmateriaal en potterie inclusief rieten, zinken en glazen  vazen en potten.

Categorie b ziet toe op de detailhandel in barbecue en accessoires, campingartikelen, tuinspeelgoed, tuinkleding, tuinkledingaccessoires, tuintrendartikelen en dierbenodigdheden.

Categorie c ziet tot slot toe op de detailhandel in cadeauartikelen en interieurdecoratie, speelgoed, huishoudelijke artikelen, binnenmeubelen, verfartikelen en gereedschappen anders dan tuingereedschappen. Voor deze laatste categorie geldt dat het aantal m² oppervlak per onderdeel is gemaximaliseerd.

 

In de regels is geen oppervlakte vastgelegd voor bedrijfsbebouwing. Wel is de totale verkoopvloeroppervlak vastgelegd voor niet-tuingerelateerde producten zoals vermeld in bijlage 7 onder b en c (Detailhandel binnen de bestemming "Detailhandel - Tuincentrum").

Uit de bouwregels van de betreffende bestemming blijkt echter dat de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfsgebouwen, waaronder overkappingen en kassen, per bestemmingsvlak niet meer mag bedragen dan 115% van de bestaande gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfsgebouwen, waaronder overkappingen en kassen.

Deze oppervlakte kan met gebruikmaking van een wijzigingsbevoegdheid verruimd worden tot 125% van de bestaande oppervlakte van de bedrijfsgebouwen, waaronder overkappingen en kassen.

 

Met het thans aan de orde zijnde projectafwijkingsbesluit wordt binnen die ruimtelijke kaders van die regeling gebleven, met uitzondering van de oppervlakte aan bedrijfsbebouwing. De aangevraagde omgevingsvergunning voor de activiteit afwijken bestemmingsplan ziet dan ook uitsluitend op de in het bestemmingsplan opgenomen oppervlaktemaat met betrekking tot die bebouwing en heeft derhalve nadrukkelijk geen betrekking op bijvoorbeeld het door Tuincentrum Oosterik te voeren assortiment.