4.6 Luchtkwaliteit
Het aspect luchtkwaliteit is per 15 november 2007 geregeld in de Wet luchtkwaliteit. Deze wet maakt deel uit van de Wet milieubeheer. De wet is enerzijds bedoeld om negatieve effecten van luchtverontreiniging op de volksgezondheid aan te pakken. Anderzijds schept de wet ruimte voor ruimtelijke ontwikkeling, ondanks de (landelijke) overschrijdingen van de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit.
De
Wet luchtkwaliteit
voorziet onder meer in een gebiedsgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal amenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling
tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen.
Luchtkwaliteitseisen vormen geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als een project “niet in betekenende mate” bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Een project draagt “niet in betekenende mate” bij aan de luchtverontreiniging als de 3%-grens niet wordt overschreden. De 1%-grens is gedefinieerd als 3% van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van fijn stof (PM
10) of stikstofdioxide (NO2). Projecten die “niet in betekenende mate” bijdragen aan de luchtverontreiniging zijn onder andere:
• woningbouwlocaties met niet meer dan 1500 nieuwe woningen bij één ontsluitingsweg en 3000 nieuwe woningen bij twee
ontsluitingswegen;
• kantoorlocaties met een bruto vloeroppervlak van niet meer dan 100.000 m2 bij één ontsluitingsweg en 200.000 m2 bij twee
ontsluitingswegen;
• bepaalde landbouwinrichtingen.
Dit bestemmingsplan maakt geen nieuwe woningbouw mogelijk. Nieuwe kantoorfuncties zijn mogelijk in het kernwinkelgebied, maar uitsluitend in reeds bestaande panden. Het plan draagt derhalve niet in betekenende mate bij aan de luchtverontreiniging. Hiermee wordt voldaan aan de eisen zoals gesteld in de
Wet milieubeheer
.