4.3 Bodem
Ten behoeve van een goede ruimtelijke onderbouwing van het bestemmingsplan is het zaak door middel van een bodemonderzoek de bodemgesteldheid van het plan inzichtelijk te maken. Indien sprake is van bodemverontreiniging dient een afweging plaats te vinden over de te realiseren functies op dan wel nabij betreffende verontreiniging alsmede voor de mogelijke kosten omtrent bodemsanering. De kwaliteit van de bodem dient uiteindelijk zodanig te zijn, dat zij geen belemmering oplevert voor de ter plaatse te realiseren bebouwing, c.q. functies.
Het bestemmingsplan heeft betrekking op een bestaand bebouwd gebied. Om deze reden en gezien het conserverende karakter van dit bestemmingsplan is ten aanzien van het aspect bodem geen aanvullend onderzoek noodzakelijk.