Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Denekamp Kern
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1774.DENBPDENEKAMPKERN-0402

3.4 Gemeentelijk beleid


3.4.1 Structuurvisie Centrumgebied Denekamp (2007)

Voor het centrumgebied van Denekamp heeft de gemeenteraad in oktober 2007 de
Structuurvisie Centrumgebied Denekamp
vastgesteld. Primaire aanleiding voor de Structuurvisie is de ingebruikname van de randweg in 2004. Door de aanleg van deze weg verloor de brede doorgaande traverse door Denekamp (Oldenzaalsestraat, Eurowerft en Nordhornsestraat) zijn betekenis als doorgaande verbindingsweg. Deze ‘afwaardering’ bood de mogelijkheid het centrum autoluw te maken en de situering van de traverse terug te brengen naar een voor Denekamp passende schaal. Daarmee ontstond ook de mogelijkheid de ruimtelijke
structuur van het dorp sterk te verbeteren.
 
Op basis van onderzoek naar ruimtelijke, demografische, (distributie-) planologische (o.a. op het gebied van detailhandel, horeca en verblijfsrecreatie) én verkeerskundige aspecten is de ruimtelijke visie voor het centrumgebied
vastgelegd. Uitgangspunten voor de visie zijn:
• het realiseren van een ‘knip’ in de voormalige traverse, waarbij het profiel en de ligging van het tracé zo veel mogelijk aansluiten
  bij het kleinschalige en dorpse karakter van Denekamp;
• het realiseren van een compact kernwinkelgebied rondom de Marktplein - Vledderstraat - Brinkstraat - Eurowerft, inclusief het
  gebied rondom het gemeentehuis en de kerk. Door het creëren van een passage tussen de Vledderstraat en de Brinkstraat wordt
  het kernwinkelgebied verder versterkt. De uitwisselbaarheid tussen de diverse centrumfuncties is groot. In het overige deel van
  het centrumgebied is wonen de belangrijkste functie;
• de pleinen van Denekamp (Marktplein, Nicolaasplein, Eurowerft en Stationsplein) met ieder hun eigen identiteit vormen de dragers
   van de ruimtelijke structuur van het centrum;
• behoud van het kleinschalige, dorpse karakter van Denekamp;
• een goede bereikbaarheid van de winkels in het centrumgebied;
• versterken van de woonfunctie en sturing van het aantal en soort woningen op basis van de gemeentelijke Woonvisie;
• verbetering van de groenstructuur en de openbare ruimte. Deze uitgangspunten vormen de basis voor de Structuurvisiekaart (zie
  figuur 6). Daarbij zijn de onderstaande negen (her)ontwikkellocaties benoemd.
 
 
Project
Doel
1
Herontwikkeling VTO / De Kul
Nieuw gemeentehuis, centrumfunctie, wonen en parkeergarage
2
Herontwikkeling Eurowerft Noord
Ontwikkeling winkelruimte / centrumvoorzieningen
3
Passage Vledderstraat / Brinkstraat
Realiseren winkelroute / centrumfunctie
4
Herontwikkeling voormalige EDAH-locatie en omgeving
Ontwikkeling woongebied / centrumfuncties
5
Herstructurering Van der Borchstraat/transformatie Brinkstraat naar wonen
Uitbreiding begraafplaats en parkeren Van der Borchstraat
6
Herontwikkeling locatie Vledderstraat / Brinkstraat
Realisatie centrumfunctie met appartementen (Vledderstraat) en grondgebonden woningen (Brinkstraat)
7
Passage Vledderstraat – Eurowerft met nieuwe winkel
Nieuwbouw op huidige parkeerplaats
8
Sanering bedrijven omgeving Prinsessenstraat
Voorwaardescheppend
9
Herontwikkeling De Hiel en omgeving
Voorwaardescheppend
10
Herinrichting openbare ruimte conform uitgangspunten Masterplan
Realiseren passende, onderhoudsvriendleijke, eigentijdse inrichting van het openbare gebied waarbij het “eigene van Denekamp behouden blijft”
 
Figuur 6. Structuurvisiekaart Centrum Denekamp (rood = kernwinkelgebied, ontwikkellocaties = raster, beige = pleinen)
Figuur 6. Structuurvisiekaart Centrum Denekamp (rood = kernwinkelgebied, ontwikkellocaties = raster, beige = pleinen)
 
   

3.4.2 Concept Structuurvisie gemeente Dinkelland

De (concept)
Structuurvisie Dinkelland
bevat een integrale ruimtelijke en functionele toekomstvisie voor de gemeente. Feitelijk betreft de Structuurvisie een actualisering en integratie van het bestaande beleid. Naast een integrale beleidsvisie geeft de visie de regionale positionering en inbreng van de gemeente Dinkelland in de regio Twente aan.
Hoofdambitie van de concept Structuurvisie is:
‘Dinkelland staat voor het duurzaam borgen en ontwikkelen van een unieke combinatie van levende en sociaal coherente gemeenschappen, ligging en landschap, rijk historisch bezit en een gezonde en weerbare economie’.
Om deze hoofdambitie te kunnen realiseren zijn vijf hoofdkeuzes gemaakt:
1. de gemeente zet in op 10 vitale woonkernen met een concentratie van de meest kostbare gemeenschapsvoorzieningen in de 
    hoofdkernen Denekamp, Ootmarsum en Weerselo;
2. het versterken van het economisch profiel door het realiseren van compenserende werkgelegenheid in de agrarische sector en het
    bevorderen van de economische betekenis van de toeristische recreatieve sector;
3. het waarborgen van de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied;
4. het bevorderen en versterken van recreatie en toerisme;
5. het bevorderen van de bereikbaarheid en de verkeersveiligheid.
 
Figuur 7.  Visie Denekamp Structuurvisie Dinkelland
Figuur 7. Visie Denekamp Structuurvisie Dinkelland
 
Voor de kern Denekamp is de structuurvisie op hoofdlijnen als volgt (zie figuur 7):
• uitbreiding van woningbouw vindt plaats binnen de schil van de nieuwe randweg. De gebieden binnen de schil zijn aangewezen als
  zoekgebied voor uitbreiding woonbebouwing. Extensieve woningbouw is voorzien in het gebied rondom de voormalige vuilstort bij 't
  Diepengoor;
• het gebied is eveneens is beeld voor maatschappelijke voorzieningen, zoals een school. De vuilstort zelf is in beeld als
  groenvoorziening;
• uitbreiding bedrijventerrein Sombeek / herstructurering bedrijventerrein Kloppendijk;
• afronding van de wijk Pierik 2e fase;
• afronding herinrichting centrum;
• zandkuil II voor twee landschappelijk ingepaste woningen.
 
Voor zover de structuurvisie geleid heeft tot concrete projecten zijn deze in dit bestemmingsplan meegenomen en vertaald in een planologisch juridische regeling. Een voorbeeld hiervan is de bouw van twee landschappelijk ingepaste woningen in Zandkuil II. Voor een aantal andere projecten is in dit bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid opgenomen.

3.4.3 Woonvisie 2009-2020 (2009)

In de Woonvisie 2009 - 2020 wordt het volgende toekomstbeeld van de gemeente Dinkelland geschetst:
Dinkelland is in 2020 een aantrekkelijke agrarisch-toeristische gemeente met drie verzorgingskernen (Denekamp,
Ootmarsum en Weerselo) en zes woonkernen. Alle kernen hebben een diversiteit aan groene woonmilieus. In de verzorgingskernen wil de gemeente onder meer de grotere gemeenschapsvoorzieningen en woningen voor ouderen concentreren’.
 
Uit de provinciale prognose ten aanzien van de woningmarkt blijkt dat de woningbehoefte in Dinkelland voor de periode 2009 - 2020 960 woningen bedraagt. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in de behoefte aan nieuwbouw
voor 75-plussers (260 woningen) en van overige doelgroepen (700 woningen). Naast de behoefte aan nieuwbouwwoningen voor senioren bestaat er een behoefte aan het ‘opplussen’ van 260 bestaande woningen tot seniorenwoning. Dit omdat ouderen liever in hun eigen woning blijven wonen dan verhuizen.
Aanvullend op de provinciale prognose voor de woningmarkt heeft de gemeente eigen onderzoek laten verrichten. Hieruit is gebleken dat de gemiddelde woningbezetting in Dinkelland sneller daalt dan de provinciale prognose aangeeft. Oorzaken hiervan zijn het meerekenen en oplossen van inwoonsituaties en het inlopen van het woningtekort uit het verleden. De gemeentelijke prognose voor de woningmarkt komt hierdoor uit op in totaal 1590 woningen tot 2020.
 
Het concrete woningbouwprogramma voor de kern Denekamp tot 2020 is in de woonvisie vastgesteld op totaal 460 woningen, verdeeld over:
• verzorgd wonen: 105 woningen;
• gezinsverdunning (extra): 115 woningen;
• andere doelgroepen: 240 woningen.
 
Van dit programma is in de periode 2006 - 2008 al een deel (namelijk 221 woningen) werkelijk gerealiseerd. Het overige deel (239 woningen) zal in de periode 2009 - 2020 worden gerealiseerd. In de verzorgingskern Denekamp is Sint Lucia (Wilhelminastraat) aangewezen als zorgsteunpunt, waaromheen een woonzorgzone wordt gerealiseerd. Een woonzorgzone is een (deel van een) wijk waarin optimale condities zijn geschapen voor wonen met zorg en welzijn tot en met nietplanbare 24-uurs-zorg. Deze zorg wordt geleverd vanuit het zorgsteunpunt, dat het centrum is van de woonzorgzone.

3.4.4 Paraplubestemmingsplan ontheffingsegeling (2009)

Dit paraplubestemmingsplan geeft invulling aan de wijze waarop de gemeente mee wil werken aan relatief eenvoudige bouwaanvragen in de kernen, die niet in de geldende (en verouderde) bestemmingsplannen passen. Het Parapluplan heeft zijn grondslag in de Wro artikel 3.23 juncto artikel 4.1.1 Bro. In het bestemmingsplan zijn mogelijkheden opgenomen om voor bouwprojecten van geringe omvang, in afwijking van het bestemmingsplan, ontheffing te verlenen. Onderwerpen waarvoor het
 
Parapluplan een regeling geeft zijn:
- de bebouwingsdiepte van hoofdgebouwen;
- overschrijding van de voorgevelrooilijn;
- het realiseren van aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen, carports, dakkapellen en dakopbouwen;
- het realiseren van bouwwerken geen gebouwen zijnde;
- aan-huis-verbonden-beroepen en aan-huis-verbonden kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
- inwoning;
- evenementen.
 
De regeling ten aanzien van de genoemde onderwerpen in voorliggende bestemmingsplan sluit aan bij het paraplubestemmingsplan ontheffingsregeling.

3.4.5 Welstandsnota (2004)

Het gemeentelijk welstandsbeleid is vastgelegd in de
Welstandsnota gemeente Dinkelland
(mei 2004). De welstandsnota bevat de welstandscriteria waaraan bouwaanvragen getoetst worden. Afhankelijk van de waarde van een gebied en de gemeentelijke ambitie zijn de criteria meer of minder streng.
De welstandsnota onderscheid drie niveaus van welstandtoezicht:
• Basisniveau van welstand;
• Plusniveau van welstand;
• Bijzonder niveau van welstand.

Voor het merendeel van de bestaande woongebieden in Denekamp geldt een basisniveau van welstand. Hierbij worden gebouwen en bouwwerken niet op detailniveau beoordeeld. Voor het historische dorpscentrum geldt een plusniveau van welstand.
Het welstandsbeleid is hier gericht op het handhaven van de ruimtelijke kwaliteit van het dorpse eslint en het bewaren van de eenvoud in hoofdbouwvormen en kleurgebruik. Van gebieden met een bijzonder niveau van welstand is in Denekamp geen sprake.

3.4.6 Archeologiebeleid (2008)

In mei 2008 heeft de gemeente (eigen) archeologisch beleid vastgesteld. Dit beleid bestaat uit een archeologische verwachtings- en advieskaart en geeft voor het grondgebied van de gemeente de verwachtingswaarde voor archeologische resten aan. Aan de hand van deze kaart kan bepaald worden of archeologisch onderzoek nodig is. Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet hiermee rekening gehouden worden. Zie verder paragraaf 4.7.

3.4.7 Waterbeleid

Het waterbeleid van de gemeente is in december 2009 vastgelegd in het
Rioleringsplan 2009 – 2011,
met als ondertitel ‘Watertakenplan’
.
Dit beleidsplan beschrijft naast het rioleringsbeleid ook het hemelwater- en grondwaterbeleid. Het plan is afgestemd met het betrokken Waterschap Regge en Dinkel. De gemeentelijke taken op het gebied van afval-, hemel- en grondwater die relevant zijn voor de kern Denekamp zijn als volgt omschreven. Hier zal nader op ingegaan worden in paragraaf 4.6.
 
Afvalwater
De gemeente zorgt vanaf de erfgrens voor (vuilwater)riolering en transporteert dit naar een rioolgemaal of rioolzuivering van het waterschap.
 
Hemelwater
Waar mogelijk zal de gemeente de hemelwateraansluitingen afkoppelen van de (vuilwater)riolering. Schoon hemelwater moet gescheiden van afvalwater aan de
erfgrens worden aangeboden, met uitzondering van bestaande situaties met een
gemengd rioolstelsel. Bij nieuwbouw moet hemelwater altijd gescheiden worden
aangeboden, ongeacht het stelseltype van de riolering. In het beleidsplan is de
‘beslisboom systeemkeuze’ opgenomen. Aan de hand daarvan wordt bij alle infrastructurele
projecten en ruimtelijke ontwikkelingen nagegaan of daarbij het
hemelwater kan worden afgekoppeld van de riolering.
 
Grondwater
Ook bij deze taak wordt geprobeerd waterketen en watersysteem gescheiden te
houden. De gemeente hanteert de volgende voorkeursvolgorde:
1. grondwater in de bodem laten (niet onttrekken / niet inzamelen);
2. ingezameld overtollig grondwater infiltreren in de bodem (zo mogelijk lokaal
maar op plaatsen waar dit niet tot overlast leidt);
3. ingezameld overtollig grondwater (zonodig vertraagd) op het oppervlaktewater lozen;
4. ingezameld overtollig grondwater afvoeren.
 
Naar verwachting is eind 2011 is een grondwatermeetnet operationeel waarmee de grondwaterstanden op cruciale punten in stedelijk gebied worden gemonitord.