5. de wijziging betrekking heeft op een nieuw aaneengesloten gebied met een oppervlakte groter dan 1,00 hectare, dan wel op een nieuw aaneengesloten gebied kleiner dan 1,00 hectare in geval er aangesloten wordt bij een groter bestaand aaneengesloten gebied;
6. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, de geomorfologische, de archeologische en cultuurhistorische waarden, de waarden van de historische buitenplaatsen en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
Ad 1.
Artikel 5 wordt met dit wijzigingsplan van toepassing verklaard op de betreffende percelen zoals weergegeven op de verbeelding.
Ad 2.
Alle gronden, zoals weergegeven op de verbeelding, hebben in het bestemmingsplan "Buitengebied" de dubbelbestemming "Waarde - Ecologie" behalve daar waar de bestemming "Water - 2" van toepassing is.
Ad 3.
In paragraaf 2.1 en 2.2 is het beleid met betrekking tot de Ecologische Hoofd Structuur beschreven. De betreffende percelen in de wijzigingsplan maken deel uit van een groter gebied van de EHS. Het omzetten van de bestemming naar "Bos of Natuur" past binnen het beleid van de EHS.
Ad 4.
Aangrenzende agrarische bedrijven zouden voornamelijk hinder kunnen ondervinden als de waterhuishouding in het plangebied niet goed geregeld is. In paragraaf 3.2 en 3.3 is beschreven hoe het watersysteem binnen dit gebied functioneert. De aanpassingen zullen op zichzelf geen groot effect uitstralen naar de directe omgeving. Het doel is de kwaliteit van de natuur in dit gebied te bevorderen. Er worden geen werkzaamheden uitgevoerd die mogelijk ngatieve effecten kunnen hebben op omliggende landbouwgebieden.
Ad 5.
Er is sprake van 2 percelen, kadastraal bekend Weerselo, sectie Q nrs. 852 (ged.), 862 (ged.), 904 (ged.), 359 en 360. De totale oppervlakte is meer dan 4 ha. De nieuwe bestemming sluit aan bij een gebied dat reeds de bestemming "Bos en natuur" heeft.
Ad 6.
In paragraaf 3.6 is beschreven dat de uitvoeringsmaatregelen een positief effect hebben op de ecologie. In paragraaf 3.5 is beschreven dat de geomorfologische en archeologische samenstelling van het gebied onaangetast blijft. Van cultuurhistorische waarden of bijzonder buitenplaatsen is in het plangebied geen sprake. In paragraaf 3.3 is beschreven dat de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet worden geschaad.