De gemeente Dinkelland heeft zelf het bestemmingsplan Buitengebied 2010 gemaakt en vastgesteld. Het wijzigingsplan op basis waarvan medewerking kan worden verleend aan het verzoek van dhr. Haafkes rust op inhoudelijke bepalingen die in het bestemmingsplan zijn opgenomen. Dit betekent, dat de gemeente reeds eerder heeft voorzien, dat medewerking mogelijk zou kunnen zijn. Om te kunnen meewerken, moet wel voldaan worden aan de in het bestemmingsplan opgenomen bepalingen.
Daarnaast is beoordeeld of het, los van de voorwaarden voor een wijzigingsplan, wenselijk is om mee te werken aan het plan. Volgens beoordeling door de gemeente leidt het plan tot een aanvaardbare situatie. Geconstateerd is dat de te bouwen kapschuur ruimtelijk aansluit bij de bestaande bebouwing en geen nadelige gevolgen heeft voor de directe omgeving.
Zoals gemeld onder hoofdstuk 1.3 'Vigerende bestemmingsplannen' moet de wijziging voldoen aan de onderstaande voorwaarden. De gearceerde teks
1. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 36 van overeenkomstige toepassing zijn;
Na het onherroepelijk worden van dit wijzigingsplan zijn de regels van artikel 36 (wonen) van toepassing.
2. de oppervlakte van het betreffende bestemmingsvlak voor het wonen na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid ten hoogste 2.000
m2 zal bedragen;
De oppervlakte van het betreffende bestemmingsplan bedraagt na de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid maximaal 1350
m2. Hiermee past het ruimschoots binnen de maximale oppervlakte van 2000 m2.
3. er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in dié zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
De kapschuur heeft geen enkel nadelig effect voor omliggende agrarische bedrijven of woningen. Het dichtsbijzijnde agrarisch
bedrijf ligt op 500 meter afstand.
4. er sprake is van een goede landschappelijke inpassing van de gronden ten behoeve van het wonen en de gronden als één aaneengesloten geheel worden ingericht;
Als voorwaarde is gesteld dat het perceel landschappelijk moet worden ingericht.
5. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, de archeologische waarden, de waarden van historische buitenplaatsen en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Het gewenste plan past binnen het Landschapsontwikkelingsplan (LOP). De locatie ligt binnen het deelgebied 'Ootmarsum, Lemselo-Rossum-Volthe', wat gekenmerkt wordt door het Jonge bos- en heideontginningslandschap. Hierin wordt ruimte geboden voor nieuwe ontwikkelingen ten behoeve van de landbouw. De bouw van de kapschuur zal hier geen afbreuk aan doen en past derhalve binnen het LOP. Verder wordt in hoofdstuk 3 aangetoond dat archeologische waarden, de waarden van historische buitenplaatsen niet worden aangetast. Ook worden de gebruiksmogelijkheden van aangrezende gronden niet beperkt.