| vastgesteld |
| NL.IMRO.1774.BUIPBBAVELDSDENNEN-0401 |
Op de voorbereiding van de omgevingsvergunning die een Wabo bevat is in artikel 6.18 van het Bor artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening van overeenkomstige toepassing verklaard. Dit artikel regelt het verplichte vooroverleg met ‘betrokken gemeenten en waterschappen’ en met ‘die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn’. Onderhavig plan is in het vooroverleg met de provincie besproken. De provincie Overijssel staat positief tegenover het plan. In principe is het uitgangspunt vanuit provinciaal beleid (zoals verwoord in de omgevingsvisie en omgevingsverordening) om geen nieuwe recreatiewoningen toe te staan, tenzij sprake is van een innovatief concept of indien de realisering van de recreatiewoningen onderdeel uitmaakt van een kwaliteitsimpuls van bestaande recreatieterreinen.
Onderhavig plan kan gezien worden als een uniek, onderscheidend en innovatief concept in de gemeente Dinkelland, met een duidelijke kwaliteitsimpuls voor het huidige bungalowpark Bavelds Dennen tot gevolg. Op basis van voorstaande heeft de provincie Overijssel haar goedkeuring gegeven met betrekking tot dit plan in het kader van het vooroverleg.
Tevens hebben de VROM-inpectie en het Waterschap aangegeven in te kunnen stemmen met het plan.
Hte projectafwijkingsbesluit heeft voor een periode van zes weken ter inzage gelegen. Gedurende deze periode is 1 mondelinge zienswijze ingediend. De zienswijze wordt hieronder samengevat weergegeven en voorzien van een gemeentelijke reactie.
Samenvatting zienswijze
Reclamant geeft aan niet in te kunnen stemmen met de twee geschakelde recreatiewoningen die gepland zijn aan de zuidzijde van de vijver. Door deze situering wordt het zicht op de vijver en het open terrein daarachter belemmert als je het park opkomt. Reclamant verzoekt de situering van de twee recreatiewoningen te wijzigen zodat het zicht op de vijver en het open gebied behouden blijft.
Beantwoording gemeente
De geschakelde recreatiewoningen waar reclamant het over heeft zijn gepland aan de zuidzijde van vijver. Op deze locatie zijn op dit moment enige houtopstanden aanwezig. De locatie is zodanig gekozen dat je bij aankomst op het park wel zicht houdt op de vijver maar dat ook de vijverrand zoveel mogelijk in stand wordt gehouden om de ecologische waarden niet aan te tasten. De andere twee recreatiewoningen die nabij de vijver zijn gesitueerd zijn om deze reden ook gepland in de nu al open plekken binnen het gebied. In het bedrijfsnatuurplan van het bungalowpark staat ook aangegeven dat deze vijverrand potentieel heeft om een ecologische oeverrand te creëren. Bij de situering van de recreatiewoningen is hiermee rekening gehouden.
Bij de huidige situering van de twee geschakelde recreatiewoningen wordt het zicht op de vijver niet onaanvaardbaar belemmerd. Als je het park opkomt is er nog voldoende zicht op de vijver. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen dienen wij te beslissen over het bouwplan zoals dat is ingediend. Indien dit bouwplan op zichzelf aanvaardbaar is, kan het bestaan van alternatieven slechts tot het onderzoeken daarvan nopen, indien op voorhand duidelijk is dat door verwezenlijking van de alternatieven een gelijkwaardig resultaat kan worden bereikt met aanmerkelijk minder bezwaren. Wij zijn echter van mening dat uit de quick-scan blijkt dat er geen gelijkwaardig resultaat kan worden bereikt met de alternatieve locaties. Eisers hebben niet aannemelijk gemaakt dat er alternatieven bestaan, waarmee een dergelijk resultaat kan worden bereikt.
Conclusie
De ingediende zienswijze geeft geen aanleiding voor het wijzigen van het plan.