direct naar inhoud van Artikel 7 Water - 2
Plan: Buitengebied 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1774.BUIBPBUITENGEBIED-0402

Artikel 7 Water - 2

 

7. 1.       Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Water - 2’ aangewezen gronden zijn be­stemd voor:

a.    beken, sloten, en daarmee gelijk te stellen waterlopen ten be­hoeve van het behoud van de natuurlijke en landschappelijke waarden en de waterberging;

b.    oeverstroken;

c.    bruggen, dammen en duikers;

d.    sluizen en stuwen;

e.    waterstaatswerken;

f.     paden;

g.    recreatief medegebruik;

h.    het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de waarden van de historische buitenplaatsen, indien de gronden zijn voorzien van de aanduiding “specifieke vorm van waarde - historische buitenplaats”;

 

en mede bestemd voor:

i.      het beschermen van de drinkwaterwinning, de drinkwaterproductie, de drinkwaterdistributie en de grondwaterkwaliteit van een grondwaterbeschermingsgebied, ter plaatse van de algemene aanduidingregel “milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied”;

j.      de bescherming van de functie van de in het aanliggende gebied gesitueerde molen als werktuig en zijn waarde als landschapsbepalend element, ter plaatse van de algemene aanduidingregel “vrijwaringszone - molenbiotoop”;

k.    het tegengaan van te hoge bebouwing vanwege een straalpad, ter plaatse van de algemene aanduidingregel “vrijwaringszone - straalpad”;

 

met de daarbijbehorende:

l.      bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

7. 2.       Bouwregels

7. 2. 1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkap­pingen worden gebouwd.

7. 2. 2. Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebou­wen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    er zullen geen steigers of naar de aard daarmee gelijk te stel­len aanleggelegenheden worden gebouwd;

b.    de hoogte van bruggen, niet zijnde bruggen ten behoeve van de ontsluiting van erven, zal ten hoogste 10,00 m bedragen;

c.    de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, an­ders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, bevei­liging en regeling van het verkeer, waaronder bruggen ten be­hoeve van de ontsluiting van erven, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

7. 3.       Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend:

-       het gebruik van de gronden als ligplaats of aanleggelegenheid voor vaartuigen en/of woonschepen, woonarken of casco’s (caissons) die tot woonschip of woonark kunnen worden om­gebouwd.

7. 4.       Aanlegvergunningen

7. 4. 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamhe­den uit te voeren:

-       het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden of aanlegplaatsen ten behoeve van het recreatief medege­bruik.

7. 4. 2. Het in lid 7.4.1. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:

a.    het normale onderhoud betreffen;

b.    reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht wor­den van dit plan met een daarvoor benodigde vergunning;

c.    betrekking hebben op gronden die zijn voorzien van de aanduiding “specifieke vorm van waarde - historische buitenplaats”.

7. 4. 3. De in lid 7.4.1. genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, de waarden van de historische buitenplaatsen. Daarnaast zal de waterbeheerder om advies worden gevraagd in verband met de waterhuishoudkundige situatie.