direct naar inhoud van Artikel 40 Leiding - Gas
Plan: Buitengebied 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1774.BUIBPBUITENGEBIED-0402

Artikel 40 Leiding - Gas

 

40. 1.    Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Leiding - Gas’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

a.    een gas-/waterleiding;

 

met de daarbijbehorende:

b.    veiligheidszone;

c.    bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

40. 2.    Bouwregels

40. 2. 1. In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse aan­gewezen bestemming(en) mogen op of in deze gronden geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, anders dan ten behoeve van een gas­leiding.

40. 2. 2. Ten behoeve van deze dubbelbestemming mogen geen bouwwerken worden gebouwd.

40. 3.    Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

 

-       het bepaalde in lid 40.2.1. en toestaan dat de in de andere daar voorkomende bestemming(en) genoemde gebouwen en bouwwerken, geen ge­bouwen zijnde, worden gebouwd, mits:

1.    vooraf advies wordt ingewonnen van de lei­ding­­beheerder;

2.    er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veilig­heid van personen en goederen;

3.    er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een doel­matig en veilig functioneren van de lei­dingen.

40. 4.    Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend:

a.    het permanent opslaan van goederen;

b.    het gebruik van gronden en bouwwerken als risicogevoelig object binnen een aangegeven veiligheidszone.

40. 5.    Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

 

-       het bepaalde in lid 40.4. onder b en toestaan dat gronden en bouw­werken worden gebruikt als risicogevoelig object, mits:

1.    vooraf advies wordt ingewonnen van de lei­ding­beheerder;

2.    er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veilig­heid van personen en goederen.

40. 6.    Aanlegvergunningen

40. 6. 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schrifte­lijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegver­gunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werk­zaamheden uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de re­gels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde be­stemming(en):

a.    het egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur;

b.    het uitvoeren van graafwerkzaamheden dieper dan 40 cm;

c.    het in de grond brengen van voorwerpen dieper dan 40 cm;

d.    het aanleggen of verharden van andere oppervlakteverhardin­gen;

e.    het planten van bomen en het aanbrengen van andere beplan­tingen die dieper wortelen of kunnen wortelen dan 40 cm.

40. 6. 2. Het in lid 40.6.1. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:

a.    het normale onderhoud dan wel het normale agrarische ge­bruik betreffen;

b.    reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht wor­den van dit plan.

40. 6. 3. De in lid 40.6.1. genoemde vergunning kan slechts wor­den verleend indien vooraf advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder en er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een doelmatig en veilig functioneren van de leidingen.