direct naar inhoud van 3.5 Externe veiligheid
Plan: Wonen Rijssen, Oosterhof en Verenland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1742.BPRW2012000-0401

3.5 Externe veiligheid

3.5.1 Algemeen

Externe veiligheid is een beleidsveld dat is gericht op het beheersen van risico's die ontstaan voor de omgeving bij de productie, de opslag, de verlading, het gebruik en het transport van gevaarlijke stoffen. Sinds 1 januari 2010 moet worden voldaan aan strikte risicogrenzen. Die beperkingen moeten in milieuvergunningen en bestemmingsplannen zijn vastgelegd. Een en ander brengt met zich mee dat nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen moeten worden getoetst aan wet- en regelgeving op het gebied van externe veiligheid. Concreet gaat het om risicovolle bedrijven, vervoer gevaarlijke stoffen per weg, spoor en water en transport gevaarlijke stoffen via buisleidingen.

Op de diverse aspecten van externe veiligheid is afzonderlijke wetgeving van toepassing. Voor risicovolle bedrijven gelden onder meer:

  • het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi);
  • de Regeling externe veiligheid (Revi)
  • de Registratiebesluit externe veiligheid;
  • het Besluit risico's Zware Ongevallen (Brzo)
  • het Vuurwerkbesluit.

Voor vervoer gevaarlijke stoffen geldt de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (cRvgs). Op transport gevaarlijke stoffen via buisleidingen is het Structuurschema buisleidingen (SBUI) van toepassing.

Het doel van het ‘Besluit externe veiligheid inrichtingen’ is om de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle inrichtingen en activiteiten tot een aanvaardbaar minimum te beperken.

In het externe veiligheidsplan van de gemeente Rijssen-Holten is het veiligheidsbeleid van de gemeente in beeld gebracht. Doel van het externe veiligheidsbeleid is om een transparant toetsingskader te hebben voor het omgaan met huidige maar ook eventuele toekomstige externe veiligheidssituaties.

3.5.2 Situatie in en bij het plangebied

Aan hand van de Risicokaart Overijssel is een inventarisatie verricht van risicobronnen in en rond het plangebied. Op de Risicokaart Overijssel staan meerdere soorten risico's, zoals ongevallen met brandbare, explosieve en giftige stoffen, grote branden of verstoring van de openbare orde. In totaal worden op de Risicokaart dertien soorten rampen weergegeven. In de volgende afbeelding is een uitsnede van de Risicokaart weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.BPRW2012000-0401_0003.png"

Figuur 4.1. Uitsnede Risicokaart Overijssel (Bron: Provincie Overijssel)

Van de ramptypes die verband houden met externe veiligheid zijn met name ongevallen met brandbare/explosieve of giftige stoffen van belang. Deze ongevallen kunnen nader worden onderscheiden in ongevallen met betrekking tot:

  • inrichtingen;
  • vervoer gevaarlijke stoffen door buisleidingen;
  • vervoer gevaarlijke stoffen over weg, water of spoor.

Inrichtingen en vervoer gevaarlijke stoffen over weg, water of spoor

In het plangebied bevinden zich geen inrichtingen die onder de werking van het Besluit Externe Veiligheid vallen. Binnen het plangebied is er geen sprake van vervoer gevaarlijke stoffen over weg, water of spoor. De afstand tussen het dichtsbijgelegen (beperkt) kwetsbaar object plangebied en een route gevaarlijke stoffen over de weg bedraagt 550 meter en over het spoor 500 meter. Uit het Basisnet Water blijkt dat er binnen de gemeente Rijssen-Holten geen transport van gevaarlijke stoffen over het water plaatsvindt. Gezien deze afstanden is nader onderzoek naar het groepsrisico niet noodzakelijk.

Vervoer gevaarlijke stoffen door buisleidingen
Op 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) in werking getreden. Het Besluit regelt onder andere welke veiligheidsafstanden moeten worden aangehouden rond buisleidingen met gevaarlijke stoffen.

In of bij het plangebied ligt een aardgastransportleiding van de Gasunie waardoor gevaarlijke stoffen worden getransporteerd. De leiding N-557-52 heeft doorsnee van 100 millimeter en een maximale bedrijfsdruk van 40 bar. De 1% letaliteitsgrens ofwel het invloedsgebied van de leiding ligt op ongeveer 45 meter afstand van de leiding. Dit betekent dat buiten deze grens geen rekening hoeft te worden gehouden met de aanwezigheid van deze leiding.

In het kader van het plan Opbroek is voor deze leiding een berekening uitgevoerd met behulp van het programma Carola. Omdat het onderhavige plan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt wordt uitgegaan van de bestaande situatie.

Het plaatsgebonden risico is bepaald door middel van berekeningen. Uit de berekeningen blijkt dat het plaatsgebonden risico voldoet aan de grenswaarde en richtwaarde (beide 1 x 10-6/jaar) geen belemmering vormt in de huidige situatie en de toekomstige situatie. Uit deze berekeningen blijkt, dat de 10-6-contouren op 0 meter ligt van de leiding en dat de curven zodanig ver nog van de oriëntatiewaarde vandaan blijft dat de gemeente Rijssen-Holten de ligging van de leidingen acceptabel vindt.

Volgens het nieuwe Besluit externe veiligheid buisleidingen wordt in het bestemmingsplan de ligging weergegeven van de aanwezige buisleidingen alsmede de volgens artikel 14 lid 1 Bevb daarbij behorende belemmeringenstrook ten behoeve van onderhoud van de buisleiding. Deze belemmeringenstrook bedraagt bij 40 bar en meer 5 meter aan weerszijden van een buisleiding, gemeten uit het hart van de leiding. De gronden, die binnen deze strook zijn gelegen krijgen de dubbelbestemming "Leiding – Gas".

Een en ander brengt met zich mee dat het project in overeenstemming is met wet- en regelgeving ter zake van externe veiligheid.