direct naar inhoud van Artikel 33 Algemene aanduidingsregels
Plan: Wonen Rijssen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1742.BPRW2009000-0401

Artikel 33 Algemene aanduidingsregels

33.1 Vrijwaringszone - molenbiotoop
33.1.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding ยดVrijwaringszone - molenbiotoop' zijn de gronden behalve voor de daar geldende bestemmingen, mede aangewezen voor:

  • a. het behoud en herstel van een goede windvang van een molen;
  • b. het beschermen van de functie van de in dit gebied voorkomende molen als werktuig en van zijn

waarde als landschapsbepalend element.

33.1.2 Bouwregels

Op de in 33.1.1 bedoelde gronden mag de bouwhoogte van bouwwerken die worden verleend met een omgevingsvergunning in afwijking van hetgeen elders in de planregels is bepaald, niet meer bedragen dan:

  • a. bij een afstand tot 100 m van de molen: 5 m;
  • b. bij een afstand tussen 100 en 200 m van de molen: 7 m;
  • c. bij een afstand tussen 200 en 300 m van de molen: 9 m;
  • d. bij een afstand tussen 300 en 400 m van de molen: 11 m;

met dien verstande dat:

  • 1. bestaande gebouwen mogen worden herbouwd tot dezelfde bouwhoogte;
  • 2. bebouwing met een grotere hoogte waarbij het een bouwwerk betreft, dat gezien vanuit de molen aan de achterzijde van bestaande bouwwerken wordt opgericht, en waarbij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
    • a. de hoogte en breedte blijft binnen de contouren (hoogte, breedte) van de bouwwerken waarachter deze wordt opgericht;
    • b. het bouwwerk wordt aan een bestaand bouwwerk gebouwd dan wel vrijstaand opgericht binnen een afstand van ten hoogste 10 m uit bestaande bouwwerken;
    • c. het vloeroppervlak van krachtens deze bepaling opgerichte bouwwerken mag in totaal niet meer bedragen dan 10% van de bouwwerken waarachter wordt gebouwd;
    • d. het oprichten van een bouwwerk is uitsluitend toegestaan, voor zover dit mogelijk is op basis van de overige voor deze bestemming geldende bestemming.

33.1.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 33.1.2 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de betreffende andere bestemming van deze gronden, mits:

  • a. hierdoor geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud en herstel van een goede windvang van een molen;
  • b. ter zake daarvan vooraf advies bij de molenbeheerder is ingewonnen.

33.1.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van de gronden ten behoeve van bomen en beplanting met een hoogte van meer dan:

  • a. bij een afstand tot 100 m van de molen: 5 m;
  • b. bij een afstand tussen 100 en 200 m van de molen: 7 m;
  • c. bij een afstand tussen 200 en 300 m van de molen: 9 m;
  • d. bij een afstand tussen 300 en 400 m van de molen: 11 m;

met dien verstande dat bestaande gebruik is toegestaan, indien het betreft bestaand gebruik met een grotere hoogte.

33.1.5 Afwijken van de gebruiksregels

In afwijking van het bepaalde onder lid 33.1.4 is een gebruik als bedoeld in dat lid toegestaan, mits:

  • a. hierdoor geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud en herstel van een goede windvang van een molen;
  • b. ter zake daarvan vooraf advies bij de molenbeheerder is ingewonnen.

33.2 Vrijwaringszone - straalpad
33.2.1 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiging 'Vrijwaringszone - straalpad' bedraagt de bouwhoogte van een bouwwerk in geen enkel opzicht meer dan de hoogte zoals aangegeven in deze regels, dan wel middels een maatvoeringsaanduiding.

33.2.2 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 33.2.1 wat betreft het oprichten van bebouwing overeenkomstig de bestemming en voorzover uit overleg met de beheerder van de staalverbinding blijkt dat daartegen uit hoofde van bescherming van de straalverbinding geen bezwaar bestaat.