De voor “Verkeer - Railverkeer” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. spoorwegen, alsmede bijbehorende parkeer- en groenvoorzieningen, een en ander met bijbehorende bebouwing, waaronder geluidwerende voorzieningen, perrons en liften en wachtruimtes;
b. een tunnel, ter plaatse van de aanduiding 'tunnel'.
13.2 Bouwregels
De bebouwing dient te voldoen aan de volgende regels:
a. de bouwhoogte van gebouwen mag maximaal 3 m bedragen;
b. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen mag maximaal 200 m2 bedragen;
c. de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde anders dan voor de geleiding, beveiliging en regeling van het railverkeer mag maximaal 5 m bedragen.