Plan: | Bedrijventerrein Rijssen |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1742.BPRB2009000-0501 |
In deze bestemming zijn de bestaande en beoogde Woon-werkzones opgenomen. Binnen deze bestemming zijn bedrijven toegestaan die qua milieuruimte vallen binnen maximaal categorie 2, als vermeld in de bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten bij de regels. Daarnaast zijn bedrijfswoningen toegestaan, waarbij is geregeld dat ten hoogste één bedrijfswoning per bedrijfsgebouw mag worden gerealiseerd. Om vast te leggen dat er alleen reële woon-werkcombinaties ontstaan, is bepaald dat een bedrijfswoning alleen is toegestaan indien het betreffende bedrijfsperceel en de bedrijfsbebouwing aldaar aan bepaalde minimum oppervlaktematen voldoen. Via ontheffing kan van die maten naar beneden worden afgeweken, indien is aangetoond dat er ter plaatse daadwerkelijk een bedrijf wordt uitgeoefend en de bedrijfswoning daadwerkelijk hoort bij en gebonden is aan dat bedrijf.
In de bouwregels van deze bestemming is als een 'verplichtende voorwaarde' voor het verlenen van een 'reguliere' bouwvergunning (ex artikel 44, lid 1 Woningwet) opgenomen, dat die vergunning slechts wordt verleend, indien wordt voldaan aan de Parkeernormen, die in een bijlage bij de regels zijn aangegeven. Met deze regeling wordt vooruitgelopen op de toekomstige situatie dat het stellen van parkeernormen niet meer mogelijk is via de Bouwverordening.
Gelet op de bijzondere positie van het tuincentrum aan de Nijverdalseweg heeft dat een specifieke bestemming gekregen. Op deze plaats is alleen een tuincentrum toegestaan. Het bestemmingsplan maakt hier geen andere bedrijven of andere bestemmingen mogelijk.
Ook in de bouwregels van deze bestemming is de 'verplichtende voorwaarde' betreffende het voldoen aan de Parkeernormen opgenomen.
Staat van bedrijfsactiviteiten / milieuzonering
In deze bestemming zijn bedrijven toegestaan die zijn vermeld in bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten, die deel uitmaakt van de regels.
Door middel van aanduidingen op de verbeelding is bepaald welke categorie bedrijven, waar is toegestaan. In de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn bij de diverse bedrijven voor de diverse milieufactoren, zoals geur, stof en geluid, afstandsmaten aangegeven. Het gaat daarbij om afstanden van bedrijven tot woonbebouwing die is gelegen in een 'rustige woonwijk' (of uiterlijk op de rand daarvan). De bij een bepaald bedrijf aangegeven grootste afstand is bepalend voor de categorie-indeling:
grootste afstand | categorie |
10 m | 1 |
30 m | 2 |
50 m | 3.1 |
100 m | 3.2 |
200 m | 4.1 |
300 m | 4.2 |
Zo zijn binnen een bestemmingsvlak in de directe nabijheid van woonbebouwing -afstand 0 tot 10 m- bedrijven toegestaan die in de Staat van Bedrijfsactiviteiten in categorie 1 vallen. Op een afstand van 30 m zijn bedrijven in categorie 2 toegestaan, op een afstand van 50 m tot 100 m zijn bedrijven in de categorieën 3.1 of 3.2, enzovoort.
Bestaande bedrijven die als zodanig in een hogere categorie vallen dan ter plaatse blijkens de categorie-aanduiding is toegestaan, worden specifiek bestemd, via een specifieke aanduiding.
Deze bestemming bevat een wijzigingsbevoegdheid waarmee een specifieke aanduiding kan worden verwijderd, als vast komt te staan dat dat bestaande bedrijf daar niet meer wordt uitgeoefend. Daarna kan op die plaats alleen nog een bedrijf worden toegestaan, dat binnen de aangeduide categorie valt.
Als er zich een bedrijf voor vestiging aandient dat in de Staat van Bedrijfsactiviteiten in een hogere categorie valt dan ter plaatse is toegestaan, bijvoorbeeld in categorie 4.1, waar categorie 3.2 is toegestaan, dan kan dat bedrijf mogelijk toch worden ingepast. Via een ontheffingsbevoegdheid kan dat bedrijf worden toegestaan, mits het, gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving, redelijkerwijs kan worden gelijkgesteld met bedrijven die op de betreffende plaats als recht, in dit geval dus 3.2, zijn toegestaan.
In de daartoe opgenomen procedure van ontheffing kan worden bezien of eventuele maatregelen mogelijk en toereikend zijn. Deze ontheffingsprocedure zal in de praktijk gelijk oplopen met de toetsingsprocedure van de beoogde bedrijfsactiviteiten in het kader van de Wet milieubeheer.
Enkele bestaande verkooppunten voor motorbrandstoffen, met en zonder LPG, zijn eveneens specifiek aangeduid. Ter plaatse of in plaats daarvan kunnen andere bedrijven zich vestigen, conform de bestemming.
Volumineuze detailhandel
De gemeentelijk Beleidsnota detailhandel op het bedrijventerrein voorziet in de vestigingsmogelijkheid van 'volumineuze detailhandelsbedrijven'. In de planregels is een begripsomschrijving daarvan opgenomen, die uit die Beleidsnota is afgeleid. Het gaat bij dergelijke detailhandelsbedrijven om detailhandel die qua soort en omvang van de verkochte goederen, qua benodigde ruimte en qua parkeerbehoefte en verkeerseffecten, ruimtelijk niet (goed) inpasbaar is in een 'reguliere' winkel-, woon- of centrum-omgeving.
Bestaande volumineuze detailhandelsbedrijven zijn toegestaan via een aanduiding op de betreffende plaats. De regels bevatten een ontheffingsbevoegdheid om ook buiten die aanduidingen volumineuze detailhandelsbedrijven toe te staan, tot een bepaalde, begrensde omvang en met de verplichting om te voldoen aan de parkeernormen. Via die ontheffingsbevoegdheid kunnen ook zogenaamde aflevercentra worden toegestaan; dat zijn bedrijven waar, bijvoorbeeld op internet getoonde en via internet gekochte goederen worden afgeleverd aan de uiteindelijke gebruiker. Er vindt in een aflevercentrum geen uitstalling plaats en er wordt daar ook niet verkocht en gekocht.
Sportvoorzieningen
De op het bedrijventerrein voorkomende voorzieningen voor sport en sportieve recreatie, in de vorm van sportscholen, squashbanen, tennisbanen en fitnesscentra, zijn aangeduid als 'sport' en specifiek bestemd.
'Mogelijk zwaar geluidhinderlijke inrichtingen' Wet geluidhinder
De vestiging van 'mogelijk zwaar geluidhinderlijke inrichtingen', in de zin van de Wet geluidhinder, is in dit gebied niet toegestaan. Dergelijke bedrijven zouden een te groot beslag leggen op de milieuruimte in het gebied en daarmee op de vestigingsmogelijkheden van andere bedrijven. Een uitzondering daarop is de mogelijkheid van (tijdelijke) vestiging van een puinbreker op een daartoe specifiek aangeduide locatie aan de Noordermorssingel.
Wegen en andere bijbehorende voorzieningen
Op de gronden binnen deze bestemming zijn naast bedrijfsvestigingen ook wegen met bijbehorende voorzieningen toegestaan, ter ontsluiting van de betreffende bedrijven. Tevens zijn fiets- en voetpaden, water, groen, parkeervoorzieningen, nutsgebouwtjes e.d. toegestaan.
Bevi's
In deze bestemming komen 'bevi's' voor: inrichtingen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, met een bepaald veiligheidsrisico buiten de inrichting. Onder meer verkooppunten voor motorbrandstoffen met LPG zijn een bevi. Rond bevi's is een 'veiligheidszone - bevi' aangeduid, zodanig dat buiten die zone niet het -maatgevende- plaatsgebonden risico van meer dan 10-6 per jaar wordt veroorzaakt. Het plaatsgebonden risico is in het Besluit externe veiligheid inrichtingen omschreven als: 'risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is'. Bijvoorbeeld bedrijven, waarin koel- en vriesopslag plaatsvindt of kan plaatsvinden, kunnen een bevi zijn, vanwege de mogelijke toepassing van ammoniak als koel-/vriesmiddel.
De plaats van de feitelijke risicobron van de bevi, binnen de betreffende 'veiligheidszone - bevi', is voldoende bepaald; de risicobron zou fysiek binnen de veiligheidszone kunnen verschuiven, maar dan blijft gelden dat buiten de aangeduide veiligheidszone niet een plaatsgebonden risico van meer dan 10-6 per jaar mag worden veroorzaakt. Het risico van een risicobron / bevi kan ook afnemen doordat ter zake technische maatregelen (bijv. een ander brandblussysteem) worden getroffen.
Naast de bestaande bevi's, binnen een 'veiligheidszone - bevi', zijn in het plan geen nieuwe bevi's toegestaan.
Binnen een 'veiligheidszone - bevi' zijn geen (beperkt) kwetsbare objecten, als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen toegestaan. Het betreft in dit kader met name kantoren groter dan 1500 m² per object en ruimten voor kinderopvang.
Uitsluiting MER-(beoordelings)plichtige bedrijven
Onder de toegestane categorieën bedrijven zouden bedrijven kunnen vallen, die MER-(beoordelings)plichtige inrichtingen zijn. Er zou dan op voorhand, reeds vóór de totstandkoming van het bestemmingsplan, een plan-MER moeten worden gemaakt. Daarin zou gerekend moeten worden met de mogelijkheid van vestiging van meerdere van dergelijke inrichtingen her en der op het bedrijventerrein, met name waar categorie 4.1 of hoger is toegestaan (zgn. worst-case-scenario). Aangezien een en ander nu niet goed voorzien en overzien kan worden, zijn MER-(beoordelings)plichtige bedrijven in dit plan uitgesloten. Zou zich in de toekomst een dergelijk bedrijf voor vestiging aandienen, dan dient op dat moment bezien te worden of dat gewenst en haalbaar is. Als dat het geval is dan kan daarvoor een apart bestemmingsplan worden gemaakt plus een aparte, gerichte MER.
Bouwregels
Aan het bouwen van gebouwen op het bedrijfsterrein zijn alleen die eisen betreffende situering, oppervlakte en andere maatvoering gesteld, die nodig zijn om een ruimtelijk en planologisch verantwoorde invulling van het gebied te verkrijgen.
In dat kader dienen gebouwen binnen bouwvlakken te worden gebouwd, op een bepaalde afstand tot wegen en tot een van de zijdelingse perceelsgrenzen.
De hoogtemaat van de gebouwen is zo bepaald dat deze overeen komt met de zonering bouwhoogte. Bijzondere bouwbepalingen zijn opgenomen voor kantoorruimten op bepaalde locaties; dat om een doelmatig ruimtegebruik te bevorderen en de ruimtelijke uitstraling te versterken.
In deze bestemming zijn alleen bestaande bedrijfswoningen toegestaan, alleen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'. In een moderne bedrijfsvoering is een bedrijfswoning in principe geen noodzaak meer en bovendien kunnen bedrijfswoningen belemmeringen, met name qua milieuruimte, opleveren voor omliggende bedrijven.
Ontheffingen van bouwregels
Deze bestemming bevat ontheffingsmogelijkheden betreffende het bouwen van ondergeschikte gebouwen buiten het bouwvlak, de minimumafstanden tot perceelsgrenzen en de toegestane bouwhoogten.
Gebruiksregels
Voor buitenopslag (opslag buiten gebouwen) zijn minimum afstanden tot wegen opgenomen en maximum hoogtematen. Dat in verband met onder meer sociale en verkeersveiligheid en met de gewenste ruimtelijke uitstraling.
Wijzigingsbevoegdheid naar 'Kantoor'
Deze bestemming bevat een wijzigingsbevoegdheid waarmee de bestemming 'Bedrijventerrein' kan worden gewijzigd in kantoor, in bepaalde wijzigingsgebieden (gebied 1, o.a. langs de Morsweg) mét publiekgerichte dienstverlening, en in andere wijzigingsgebieden (gebied 2, o.a. langs de Wattstraat) zónder publiekgerichte dienstverlening. Als een van de voorwaarden voor wijziging is bepaald dat aan bepaalde beeldkwaliteitseisen dient te worden voldaan.
De structurerende groenvoorzieningen in het plangebied, met name langs de randen van wegen en water zijn bestemd als 'Groen'.
De grotere groene gebieden in het oosten van het plangebied aan de oude Veenweg en rondom de kantoren ten zuiden van de spoorlijn, hebben eveneens deze bestemming.
Om het aanwezige water in het gebied veilig te stellen voor de toekomst in het belang van de waterberging en als bufferzone, zijn alle watergangen binnen het plangebied bestemd als 'Water'.
De zelfstandige kantoorvestigingen in het plangebied hebben allen de bestemming Kantoor gekregen. Het gaat hierbij uitsluitend om die kantoren die niet behoren bij een bedrijf. Ondergeschikte kantoren zijn geregeld in de bestemming Bedrijventerrein.
In deze bestemming is tussen de Reggesingel en de spoorlijn een ondergrondse bergbezinkvoorziening voorzien. Deze is als zodanig specifiek aangeduid.
De wegen die de hoofdontsluiting van het plangebied vormen zijn aangewezen als 'Verkeer - Wegen'.
Zoals hiervoor al is aangegeven, kunnen de overige wegen in het plangebied, met de functie van bedrijfsontsluiting, op de gewenste plaats en wijze worden gerealiseerd binnen de bestemming 'Bedrijventerrein'.
De spoorlijn is specifiek bestemd als 'Verkeer-Railverkeer'.
De functies die in principe niet thuishoren in de bestemming Bedrijventerrein, zoals maatschappelijke voorzieningen, horeca en wonen, hebben een specifieke bestemming gekregen.
De gasleiding met de daarbij behorende bebouwingsvrije/risico- zone heeft deze dubbelbestemming gekregen. Voor de andere bestemmingen van deze gronden gelden bijzondere bepalingen met het oog op de bescherming van en de veiligheidssituatie rond deze leiding. Het opgenomen aanlegvergunningstelsel waarmee controle kan worden uitgeoefend op met name grondroeringen (bijv. graafactiviteiten in het kader van bouw- en andere activiteiten), is zo'n bijzondere bepaling.
De gronden met een hoge of middelhoge archeologische verwachtingswaarde of een aanwezige, maar (nog) niet wettelijk beschermde archeologische waarde hebben de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' gekregen. Deze dubbelbestemming ligt over de andere bestemmingen van deze gronden heen. Binnen deze bestemming geldt een aanlegvergunningstelsel waarmee controle kan worden uitgeoefend op met name grondroeringen en andere met bijvoorbeeld bouwwerkzaamheden samenhangende grondwerken. Voor ingrepen over een oppervlakte van 100 m² of meer en met een diepte van 0,5 meter of meer, dient via de aanlegvergunning te worden vastgesteld of er daadwerkelijk archeologische waarden aanwezig zijn en zo ja, wat daar dan mee dient te gebeuren, bijvoorbeeld opgraven.