direct naar inhoud van 4.5 Externe veiligheid
Plan: Buitengebied Holten, speelboerderij Landuwerweg, deelplan I
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1742.BPB2012001D1-0401

4.5 Externe veiligheid

4.5.1 Algemeen

Externe veiligheid is een beleidsveld dat is gericht op het beheersen van risico's die ontstaan voor de omgeving bij de productie, de opslag, de verlading, het gebruik en het transport van gevaarlijke stoffen. Sinds 1 januari 2010 moet worden voldaan aan strikte risicogrenzen. Die beperkingen moeten in milieuvergunningen en bestemmingsplannen zijn vastgelegd. Een en ander brengt met zich mee dat nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen moeten worden getoetst aan wet- en regelgeving op het gebied van externe veiligheid. Concreet gaat het om risicovolle bedrijven, vervoer gevaarlijke stoffen per weg, spoor en water, en transport gevaarlijke stoffen via buisleidingen.

Op de diverse aspecten van externe veiligheid is afzonderlijke wetgeving van toepassing. Voor risicovolle bedrijven gelden onder meer:

  • het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi);
  • de Regeling externe veiligheid (Revi);
  • de Registratiebesluit externe veiligheid;
  • het Besluit risico's zware ongevallen (Brzo);
  • het Vuurwerkbesluit.

Voor vervoer gevaarlijke stoffen per weg, spoor en water geldt de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (cRvgs). Op transport gevaarlijke stoffen via buisleidingen is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) van toepassing.

Het doel van het ‘Besluit externe veiligheid inrichtingen’ is om de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle inrichtingen en activiteiten tot een aanvaardbaar minimum te beperken.

Door Royal Haskoning is het groepsrisico en het plaatsgebonden risico Vervoer gevaarlijke stoffen over het spoor ter hoogte van het plangebied De Kol in de kern Holten bepaald (rapport 9S0700.01 van 16 augustus 2006). Doel van deze rapportage is om een transparant toetsingskader te hebben voor het omgaan met huidige maar ook eventuele toekomstige externe veiligheidssituaties. Voor zover in dit kader van belang is sprake van één aandachtspunt, namelijk de spoorverbinding Deventer-Almelo.

Door Royal Haskoning is gerapporteerd dat geen plaatsgebonden risicocontour aanwezig is ter hoogte van het plangebied De Kol, direct grenzend aan de spoorverbinding. Het plangebied in het voorliggende bestemmingsplan ligt op een veel grotere afstand (circa 150 meter) van de railverbinding. Dit brengt met zich mee dat het plaatsgebonden risico geen belemmering vormt voor de woonbestemming binnen het plangebied. Gelet op de beperkte omvang van het plangebied zijn de gevolgen ten aanzien van het groepsrisico te verwaarlozen. Daarenboven is het vervoer van gevaarlijke stoffen over deze spoorlijn verminderd.

4.5.2 Situatie in en bij het plangebied

Aan hand van de Risicokaart Overijssel is voorts een inventarisatie verricht van risicobronnen in en rond het plangebied. Op de Risicokaart Overijssel staan meerdere soorten risico's, zoals ongevallen met brandbare, explosieve en giftige stoffen, grote branden of verstoring van de openbare orde. In totaal worden op de Risicokaart dertien soorten rampen weergegeven. In de volgende figuur is een uitsnede van de Risicokaart weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.BPB2012001D1-0401_0015.png"

Figuur 4.2. Uitsnede Risicokaart Overijssel (Bron: Provincie Overijssel)

Uit de inventarisatie blijkt dat het plangebied:

  • zich niet bevindt binnen de risicocontour van Bevi- en Brzo-inrichtingen dan wel inrichtingen die vallen onder het Vuurwerkbesluit (plaatsgebonden risico);
  • zich niet bevindt in een gebied waarbinnen een verantwoording van het groepsrisico in verband met risicovolle inrichtingen nodig is;
  • niet is gelegen binnen de veiligheidsafstanden van het vervoer gevaarlijke stoffen;
  • niet is gelegen binnen de veiligheidsafstanden van buisleidingen voor het vervoer van gevaarlijke
  • stoffen.

Een en ander brengt met zich mee dat het project in overeenstemming is met wet- en regelgeving ter zake van externe veiligheid en een goede ruimtelijke ordening niet in het geding is.