direct naar inhoud van Artikel 11 Verkeer - Railverkeer
Plan: Bedrijventerreinen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1740.bpbedrijventerrein-vst1

Artikel 11 Verkeer - Railverkeer

11.1 Bestemmingsomschrijving
11.1.1 Algemeen

De voor Verkeer - Railverkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. spoorwegvoorzieningen;
  • a. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie;
  • b. een stationsgebied, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer-station';
  • c. bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • d. voet- en rijwielpaden;
  • e. verblijfsvoorzieningen;
  • f. geluidwerende voorzieningen;
  • g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. beeldende kunstwerken;
  • j. parkeervoorzieningen;
  • k. nutsvoorzieningen;
  • l. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - monument", het behoud, beheer en herstel van de aanwezige cultuurhistorische en monumentale waarden van de gebouwen en de omgeving;

één en ander met bijbehorende voorzieningen.

11.2 Bouwregels
11.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.

11.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. het bebouwingspercentage van het bouwvlak mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' is aangegeven;
  • c. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder b en c geldt voor bedrijfswoningen en bijgebouwen het volgende:
    • 1. de inhoud mag niet meer bedragen dan 750 m³;
    • 2. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 9 m;
    • 3. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 4 m;
    • 4. per woning mag de totale oppervlakte van bijgebouwen niet meer bedragen dan 75 m²;
    • 5. de bouwhoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 7 m;
    • 6. de goothoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3 m.
11.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aan het volgende te voldoen:

  • a. De hoogte van draagconstructies voor bovenleidingen, seinpalen, bakens en andere railverkeersvoorzieningen mag niet meer bedragen dan 15 m;
  • b. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2,5 m;
  • c. De bouwhoogte van bouwwerken voor het onderbrengen van voorzieningen van de elektrotechnische systemen mag niet meer bedragen dan 7 m;
  • d. De bouwhoogte van kunstwerken mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • e. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.