28.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden waartoe wordt gerekend:
-
a. reliëf: de ruggen, geulen, dijken, kaden en huisterpen;
-
b. waterhuishouding: de contouren van de waterpartijen;
-
c. verkaveling: de tracés en patronen van de kavelgrenzen, wegen en waterlopen;
-
d. bebouwing: de locaties van de bebouwing, zoals deze op de desbetreffende gronden voorkomen, dan wel uit historische bronnen bekend zijn;
-
e. de kernkwaliteiten die behoren tot het provinciaal waardevolle landschap, zoals deze blijken uit de structuurvisie Gelderland, zoals deze luidt ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan.
28.2 Bouwregels
Op de binnen deze bestemming bedoelde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd volgens de daarvoor geldende (enkel)bestemmingen mits hierbij de cultuurhistorische waarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden, of de mogelijkheid tot het herstel van deze waarden, niet blijvend onevenredig worden geschaad.
28.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
28.3.1 Verbod
Het is verboden op de binnen deze bestemming bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:
-
a. die direct zijn gericht op het storten, deponeren of op andere wijze opslaan van baggerspecie, grond, puin of afvalmaterialen, voor zover deze van elders zijn aangevoerd;
-
b. het aanplanten van bomen en/of houtgewas;
-
c. het vellen, rooien en/of beschadigen van bomen en houtgewas;
-
d. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
-
e. het afgraven, ophogen en/of egaliseren van gronden;
-
f. het graven, verbreden, verdiepen of dempen van waterpartijen en watergangen of het aanbrengen van drainagevoorzieningen.
28.3.2 Geen verbod
Het in lid 28.3.1 vervatte verbod geldt niet voor:
-
a. werken en werkzaamheden binnen het kader van het normale onderhoud, beheer of herstel van de functies, die het plan aan de gronden toekent;
-
b. werken en werkzaamheden, voor over daarvoor, op het tijdstip van het van kracht worden van het plan, reeds een vergunning is verleend ingevolge de Ontgrondingenwet;
-
c. werken en werkzaamheden die ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren;
-
d. werken en werkzaamheden die zijn bedoeld om de directe gevolgen van calamiteiten of plagen te beperken;
-
e. werken en werkzaamheden ten aanzien waarvan door burgemeester en wethouders is medegedeeld dat deze, wat aard en omvang betreft, van zodanige ondergeschikte betekenis zijn, dat voor de uitvoering daarvan geen omgevingsvergunning wordt vereist.
28.3.3 Afweging
Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in lid 28.3.1, kan alleen worden verleend indien uit een nader onderzoek is gebleken dat hierdoor de landschappelijke waarden en de natuurwaarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden, of de mogelijkheden tot het herstel of de ontwikkeling van deze waarden, niet blijvend onevenredig worden geschaad.