Buitengebied Kesteren

Status: Geconsolideerde versie
Identificatie: NL.IMRO.1740.bpKEbuitengebied-onh3
Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan

Artikel 37 Algemene aanduidingsregels

 

37.1 Geluidzone - spoor

 

37.1.1 Algemeen

Ter plaatse van de aanduiding "geluidzone - spoor" mogen geen woningen worden gebouwd.

 

37.1.2 Bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 37.1.1 voor de bouw van een woning indien voldaan kan worden aan de vereisten ten aanzien van "zones langs spoorwegen" in de Wet geluidhinder zoals deze wet luidt ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan.

 

 

37.2 Vrijwaringszone - dijk

 

37.2.1 Algemeen

De gronden ter plaatse van de aanduiding "vrijwaringszone - dijk" dienen tevens voor:

  1. bescherming en beheer van de aangrenzende landelijke en regionale (hoofd)waterkering;

  2. werkzaamheden in het kader van de verbetering van de aangrenzende (hoofd)waterkering.

 

37.2.2 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding "vrijwaringszone - dijk" mogen geen bouwwerken worden gebouwd.

 

37.2.3 Verlenen omgevingsvergunning

Tot het verlenen van een omgevingsvergunning volgens het bepaalde in lid 37.2.4 wordt eerst overgegaan, indien hierdoor:

  1. de functies en waarden die in het plan aan de desbetreffende en aan de omliggende gronden zijn toegekend, niet blijvend onevenredig worden geschaad;

  2. bgehoord de betrokken dijk- of waterbeheerder, is gebleken dat hierdoor de waterstaatkundige belangen, de Beleidslijn grote rivieren mede in acht genomen, niet blijvend onevenredig worden geschaad.

 

37.2.4 Bouwwerken

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 37.2.2, voor de bouw van bouwwerken, indien en voor zover het betreft:

  1. waterstaatkundige bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

  2. voor zover de dijk is gelegen aan de rivierzijde van de buitenkruinlijn van de primaire waterkering (de winterdijk): masten ten behoeve van verlichting en bebakening, waarvan de hoogte niet meer bedraagt dan 10 m;

  3. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bescherming en beheer van de aangrenzende landelijke en regionale (hoofd)waterkering en waarvan de oppervlakte niet meer bedraagt dan 10 m2 en de hoogte niet meer bedraagt dan 2,5 m;

  4. voor de bouw van bouwwerken, indien en voor zover deze zijn toegestaan voor de aan de betreffende gronden gegeven bestemmingen.

 

 

37.3 Vrijwaringszone - weg

 

37.3.1 Algemeen

Ter plaatse van de aanduiding "vrijwaringszone - weg", voor zover niet behorend tot gronden met de bestemming Verkeer, mogen geen bouwwerken worden gebouwd.

 

 

37.3.2 Verlenen omgevingsvergunning

Tot het verlenen van een omgevingsvergunning volgens het bepaalde in lid 37.3.3 wordt eerst overgegaan, indien hierdoor:

  1. de functies en waarden die in het plan aan de desbetreffende en aan de omliggende gronden zijn toegekend, niet blijvend onevenredig worden geschaad;

  2. gehoord de betrokken wegbeheerder, is gebleken dat hierdoor de belangen van de bescherming van de besbetreffende verkeerswegen, of de veiligheid van mensen, dieren en goederen, niet blijvend onevenredig worden geschaad.

 

37.3.3 Bouwwerken

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 37.3.1 voor de bouw van bouwwerken, indien en voor zover deze zijn toegestaan voor de voor deze gronden aangegeven bestemmingen.