Buitengebied Kesteren
Status: | Geconsolideerde versie |
Identificatie: | NL.IMRO.1740.bpKEbuitengebied-onh3 |
Plantype: | gemeentelijke overheid/bestemmingsplan |
Artikel 34 Waterstaat - Waterstaatkundige functie
34.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, bestemd voor:
voor zover de dijk is gelegen aan de rivierzijde van de buitenkruinlijn van de winterdijk, de (hoofd)waterkering;
de instandhouding van de bestaande dijk als zodanig en als karakteristiek en cultuurhistorisch element;
verkeerswegen;
instandhouding, dan wel herstel en ontwikkeling, van de landschappelijke waarden en de natuurwaarden die eigen zijn aan rivierdijken;
extensief dagrecreatief medegebruik.
34.2 Bouwregels
Op de binnen deze bestemming bedoelde gronden mogen geen bouwwerken
worden gebouwd.
34.3 Afwijken van de bouwregels
34.3.1 Algemeen
Tot het verlenen van een omgevingsvergunning volgens het bepaalde in de lid 34.3.2 en 34.3.3 wordt eerst overgegaan, indien hierdoor:
de functies en waarden die in het plan aan de desbetreffende en aan de omliggende gronden zijn toegekend, niet blijvend onevenredig worden geschaad;
en uit een schriftelijke verklaring van de betrokken dijk- of waterbeheerder is gebleken dat hierdoor de waterstaatkundige belangen niet blijvend onevenredig worden geschaad.
34.3.2 Bouw van bouwwerken
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken
van het bepaalde in lid 34.2, voor de bouw van bouwwerken, indien en voor
zover het betreft:
waterstaatkundige bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
voor zover de dijk is gelegen aan de rivierzijde van de buitenkruinlijn van de winterdijk: masten ten behoeve van verlichting en bebakening, waarvan de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 10 m;
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming, waarvan de oppervlakte niet meer bedraagt dan 10 m2 en de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 2 m.
34.3.3 Bouwwerken
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken
van het bepaalde in lid 34.2, voor de bouw van bouwwerken, indien en voor zover deze zijn toegestaan voor de in lid 34.1 bedoelde, eveneens voor deze gronden aangegeven, andere bestemmingen.