Buitengebied Kesteren
Status: | Geconsolideerde versie |
Identificatie: | NL.IMRO.1740.bpKEbuitengebied-onh3 |
Plantype: | gemeentelijke overheid/bestemmingsplan |
Artikel 10 Horeca
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
horecabedrijven;
bijbehorende voorzieningen en opslag;
bijbehorende bewoning;
landschappelijke beplanting.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Algemeen
Op de binnen deze bestemming bedoelde gronden mogen uitsluitend worden
gebouwd:
bedrijfsgebouwen ten behoeve van de bestemming;
één woning per bestemmingsvlak dan wel, in geval reeds meerdere woningen aanwezig zijn, het bestaande aantal woningen;
bijgebouwen ten behoeve van de woning;
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming.
10.2.2 Bedrijfsgebouwen
Bij de bouw van de in lid 10.2.1 sub a bedoelde bedrijfsgebouwen, dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
per bestemmingsvlak mag het bebouwd oppervlak niet meer bedragen dan 110% van het bestaande bebouwd oppervlak;
de afstand tot de perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 5 m;
de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 9 m;
de goothoogte mag niet meer bedragen dan 4 m.
10.2.3 Bedrijfswoningen
Bij de bouw van de in lid 10.2.1 sub b bedoelde bedrijfswoning dienen de volgende
bepalingen in acht genomen te worden:
de inhoud mag niet meer bedragen dan 750 m3;
de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 9 m;
de goothoogte mag niet meer bedragen dan 4 m, met dien verstande dat indien de bestaande goothoogte hoger is, deze hoogte maatgevend is.
10.2.4 Bijgebouwen
Bij de bouw van de in lid 10.2.1 sub c bedoelde bijgebouwen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
per bedrijfswoning mag het totale oppervlak van de bijgebouwen niet meer bedragen dan 75 m2;
de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 7 m;
de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.
10.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Bij de bouw van de in lid 10.2.1 sub d bedoelde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 2,5 m.
10.3 Afwijken van de bouwregels
10.3.1 Algemeen
Tot het verlenen van een omgevingsvergunning volgens het bepaalde in lid 10.3.2 wordt eerst overgegaan, indien hierdoor de functies en waarden die in het plan aan de desbetreffende en aan de omliggende gronden zijn toegekend, niet blijvend onevenredig worden geschaad.
10.3.2 Afstand perceelsgrens
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.2 sub b, voor de bouw van een gebouw tot op minder dan de toegestane afstand tot de perceelsgrens, indien en voor zover:
dit gebouw niet of niet doelmatig elders binnen het desbetreffende bestemmingsvlak kan worden opgericht;
de afstand tot de perceelsgrens niet minder bedraagt dan 2 m.