Buitengebied Kesteren

Status: Geconsolideerde versie
Identificatie: NL.IMRO.1740.bpKEbuitengebied-onh3
Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan

Artikel 7 Bedrijf - Agrarisch verwant

 

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Agrarisch verwant' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. de agrarisch verwante bedrijvigheden zoals deze voor de desbetreffende gronden in onderstaande tabel nader zijn aangegeven;

  2. bijbehorende voorzieningen en opslag;

  3. bijbehorende bewoning in een bedrijfswoning;

  4. landschappelijke beplanting.

 

ter plaatse van de aanduiding:

toegestane functie:

agrarisch loonwerkbedrijf

loonwerkbedrijf

specifieke vorm van bedrijf - toeleveringsbedrijf

toeleveringsbedrijf

specifieke vorm van bedrijf - vervoer/opslag

groente en fruit

vervoer/opslag groente en

fruit

 

 

7.2 Bouwregels

 

7.2.1 Algemeen

Op de gronden met de bestemming 'Bedrijf - Agrarisch verwant' mogen uitsluitend worden gebouwd:

  1. bedrijfsgebouwen en bedrijfsbouwwerken ten behoeve van de bestemming;

  2. één woning per bestemmingsvlak dan wel, in geval reeds meerdere woningen aanwezig zijn, het bestaande aantal woningen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding ''wonen uitgesloten'' geen woning is toegestaan.

  3. bijgebouwen ten behoeve van de woning;

  4. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming.

 

7.2.2 Bedrijfsgebouwen

Bij de bouw van de in lid 7.2.1 sub a bedoelde bedrijfsgebouwen, dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:

  1. per bestemmingsvlak mag het bebouwd oppervlak niet meer bedragen dan 140% van het bestaande bebouwd oppervlak waarbij de maximale uitbreiding 500 m² mag bedragen;

  2. de afstand tot de perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 5 m.

 

7.2.3 Bedrijfsgebouwen en bedrijfsbouwwerken

Bij de bouw van de in lid 7.2.1 sub a bedoelde bedrijfsgebouwen en bedrijfsbouwwerken dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:

  1. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 9 m

  2. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 4 m.

 

7.2.4 Bedrijfswoningen

Bij de bouw van de in lid 7.2.1 sub b bedoelde bedrijfswoningen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:

  1. de inhoud mag niet meer bedragen dan 750 m3;

  2. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 9 m;

  3. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 4 m, met dien verstande dat indien de bestaande goothoogte hoger is, deze hoogte maatgevend is.

 

7.2.5 Bijgebouwen

Bij de bouw van de in lid 7.2.1 sub c bedoelde bijgebouwen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:

  1. per bedrijfswoning mag het totale oppervlak van de bijgebouwen niet meer bedragen dan 75 m2;

  2. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 7 m;

  3. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.

 

7.2.6 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bij de bouw van de in lid 7.2.1 sub d bedoelde overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 2,5 m, tenzij het betreft vrijstaande antennemasten, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 15 m.

 

 

7.3 Afwijken van de bouwregels

 

7.3.1 Algemeen

Tot het verlenen van een omgevingsvergunning volgens het bepaalde in de leden 7.3.2 en 7.3.3 wordt eerst overgegaan, indien hierdoor de functies en waarden die in het plan aan de desbetreffende en aan de omliggende gronden zijn toegekend, niet blijvend onevenredig worden geschaad.

 

7.3.2 Afstand perceelsgrens

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.2 sub b, voor de bouw van een gebouw tot op minder dan de toegestane afstand tot de perceelsgrens, indien en voor zover:

  1. dit gebouw niet of niet doelmatig elders binnen het desbetreffende bestemmingsvlak kan worden opgericht;

  2. de afstand tot de perceelsgrens niet minder bedraagt dan 2 m.

 

7.3.3 Overschrijden goothoogte bedrijfsgebouw

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.3 sub b, voor de bouw van een bedrijfsgebouw tot meer dan de toegestane goothoogte, indien en voor zover:

  1. aan één of aan beide zijden een grotere goothoogte noodzakelijk is in verband met de aard van de bedrijvigheid of in verband met het inrijden van voertuigen;

  2. de goothoogte niet meer bedraagt dan 7 m.

 

 

7.4 Specifieke gebruiksregels

Als gebruik in strijd met de bestemming 'Bedrijf - Agrarisch verwant' wordt in ieder geval begrepen de opslag van goederen en materieel in de openlucht, voor zover de hoogte van de opslag meer bedraagt dan 4 m.