Buitengebied Dodewaard en Echteld
Status: | Geconsolideerde versie |
Identificatie: | NL.IMRO.1740.bpDOECbuitengebied-onh1 |
Plantype: | gemeentelijke overheid/bestemmingsplan |
Artikel 32 Leiding - Hoogspanningsverbinding
32.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Leiding - Hoogspanningsverbinding aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bovengrondse hoogspanningsverbindingen, met de hartlijnen zoals deze in onderstaande tabel voor de desbetreffende gronden nader zijn aangeduid;
ter plaatse van de aanduiding: |
toegestane leiding: |
“hartlijn – leiding 380 kV” |
hoogspanningsverbinding 380 kV |
“hartlijn – leiding 150 kV” |
hoogspanningsverbinding 150 kV |
“hartlijn – leiding 50 kV” |
hoogspanningsverbinding 50 kV |
32.2 Bouwregels
32.2.1 Algemeen
Op de gronden met de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming worden gebouwd.
32.2.2 Bouwwerken
Bij de bouw van de in lid 32.2.1 bedoelde bouwwerken dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van een 380 kV hoogspanningsleiding mag niet meer bedragen dan 50 m;
de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van een 150 kV hoogspannings-leiding mag niet meer bedragen dan 40 m;
de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van een 50 kV hoogspanningsleiding mag niet meer bedragen dan 30 m.
32.3 Afwijken van de bouwregels
32.3.1 Algemeen
Tot het verlenen van een omgevingsvergunning volgens het bepaalde in de leden 32.3.2 t/m 32.3.4 wordt eerst overgegaan, indien hierdoor:
de functies en waarden die in het plan aan de desbetreffende en aan de omliggende gronden zijn toegekend, niet blijvend onevenredig worden geschaad;
gehoord de betrokken leidingbeheerder, is gebleken dat hierdoor de belangen van de bescherming van de desbetreffende leidingen, of de veiligheid van mensen, dieren en goederen, niet blijvend onevenredig worden geschaad.
32.3.2 Bouwwerken
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 32.2.1 voor de bouw van bouwwerken, indien en voor zover deze zijn toegestaan voor de in lid 32.1 bedoelde, eveneens voor deze gronden aangegeven, andere bestemmingen.
32.3.3 Bouwhoogte bouwwerken
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 32.2.2 voor de bouw van bouwwerken tot meer dan de toegestane bouwhoogte, indien en voor zover deze noodzakelijk zijn in verband met locale omstandigheden, waaronder begrepen kruisingen met andere hoogspanningslijnen, overspanningen die groter zijn dan voor de desbetreffende hoogspanningslijn overigens wordt toegepast en de aanwezigheid in het terrein van hoogteverschillen, bebouwing en beplanting.
32.3.4 Zend- en ontvangstinstallatie
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 32.1 voor de bouw van zend- en ontvangstinstallaties ten behoeve van radio- en telefoonverkeer, indien en voor zover zij deel uitmaken van een bouwwerk ten behoeve van een hoogspanningsleiding en het woon- en leefklimaat in de omgeving niet onevenredig wordt beperkt.