Buitengebied Dodewaard en Echteld

Status: Geconsolideerde versie
Identificatie: NL.IMRO.1740.bpDOECbuitengebied-onh1
Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan

Artikel 19 Horeca

 

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. horecabedrijven;

  2. bijbehorende voorzieningen en opslag;

  3. bijbehorende bewoning in een bedrijfswoning;

  4. ter plaatse van de aanduiding “parkeerterrein” uitsluitend parkeervoorzieningen en landschappelijke beplanting;

  5. landschappelijke beplanting.

 

 

19.2 Bouwregels

 

19.2.1 Algemeen

Op de gronden met de bestemming Horeca mogen uitsluitend worden gebouwd:

  1. bedrijfsgebouwen ten behoeve van de bestemming;

  2. één bedrijfswoning per bestemmingsvlak dan wel, in geval reeds meerdere bedrijfswoningen aanwezig zijn, het bestaande aantal bedrijfswoningen;

  3. bijgebouwen ten behoeve van de bedrijfswoning;

  4. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming.

Indien tussen bestemmingsvlakken de aanduiding ‘relatie’ is aangegeven worden deze vlakken aangemerkt als één vlak.

 

19.2.2 Bedrijfsgebouwen

Bij de bouw van de in lid 19.2.1 sub a bedoelde bedrijfsgebouwen, dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:

  1. per bestemmingsvlak mag het bebouwd oppervlak niet meer bedragen dan 110% van het bestaande bebouwd oppervlak;

  2. de afstand tot de perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 5 m;

  3. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 9 m;

  4. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 4 m.

 

19.2.3 Bedrijfswoningen

Bij de bouw van de in lid 19.2.1 sub b bedoelde bedrijfswoning dienen de volgende

bepalingen in acht genomen te worden:

  1. de inhoud mag niet meer bedragen dan 750 m3;

  2. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 9 m;

  3. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 4 m, met dien verstande dat indien de bestaande goothoogte hoger is, deze hoogte maatgevend is.

 

19.2.4 Bijgebouwen

Bij de bouw van de in lid 19.2.1 sub c bedoelde bijgebouwen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:

  1. per bedrijfswoning mag het totale oppervlak van de bijgebouwen niet meer bedragen dan 75 m2;

  2. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 7 m;

  3. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.

 

19.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bij de bouw van de in lid 19.2.1 sub d bedoelde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 2,5 m.

 

 

19.3 Afwijken van de bouwregels

 

19.3.1 Algemeen

Tot het verlenen van een omgevingsvergunning volgens het bepaalde in lid 19.3.2 wordt eerst overgegaan, indien hierdoor de functies en waarden die in het plan aan de desbetreffende en aan de omliggende gronden zijn toegekend, niet blijvend onevenredig worden geschaad.

 

19.3.2 Afstand perceelsgrens

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 19.2.2 sub b, voor de bouw van een gebouw tot op minder dan de toegestane afstand tot de perceelsgrens, indien en voor zover:

  1. dit gebouw niet of niet doelmatig elders binnen het desbetreffende bestemmingsvlak kan worden opgericht;

  2. de afstand tot de perceelsgrens niet minder bedraagt dan 2 m.