Buitengebied Dodewaard en Echteld
Status: | Geconsolideerde versie |
Identificatie: | NL.IMRO.1740.bpDOECbuitengebied-onh1 |
Plantype: | gemeentelijke overheid/bestemmingsplan |
Artikel 13 Bedrijf - Kernenergiecentrale in ontmanteling
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Bedrijf - Kernenergiecentrale in ontmanteling aangewezen gronden zijn bestemd voor:
het onderhoud en de ontmanteling van de bestaande kernenergiecentrale;
een bijbehorend dienstgebouw met informatieruimte;
bijbehorende voorzieningen en opslag;
ter plaatse van de aanduiding “groen” uitsluitend voor beplanting, afrasteringen en doorgangen ten behoeve van ontsluitingswegen;
ter plaatse van de aanduiding “haven” uitsluitend voor een haven ten behoeve van de aan- en afvoer per schip van goederen en materiaal en voor de bijbehorende in- en uitlaat van koelwater, procesafvalwater, gezuiverd huishoudelijk afvalwater en regenwater;
landschappelijke beplanting.
13.2 Bouwregels
13.2.1 Algemeen
Op de gronden met de bestemming Bedrijf - Kernenergiecentrale in ontmanteling mogen uitsluitend worden gebouwd:
bouwwerken ten behoeve van de bestemming.
13.2.2 Goothoogte bouwwerken
Bij de bouw van de in lid 13.2.1 sub a bedoelde bouwwerken mag de goothoogte niet meer bedragen dan 5 m en de bouwhoogte niet meer dan 9 m.
13.2.3 Bouwwerken
Bij de bouw van de in lid 13.2.1 sub a bedoelde bouwwerken dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
per bestemmingsvlak mag het bebouwd oppervlak niet meer bedragen dan 110% van het bestaand bebouwd oppervlak;
de afstand tot de perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 5 m.
13.3 Afwijken van de bouwregels
13.3.1 Algemeen
Tot het verlenen van een omgevingsvergunning volgens het bepaalde in lid 13.2 wordt eerst overgegaan, indien hierdoor de functies en waarden die in het plan aan de desbetreffende en aan de omliggende gronden zijn toegekend, niet blijvend onevenredig worden geschaad.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2 voor de bouw van een bouwwerk dat niet voldoet aan de genoemde bepalingen in lid 13.2, indien en voorzover uit nader onderzoek is gebleken dat het bewuste bouwwerk noodzakelijk is voor het onderhoud en de ontmanteling van de kernenergiecentrale.