Plan: | Markstraat 3 Opheusden |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | omgevingsvergunning |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1740.boOPmarkstraat3-bsl1 |
Tussen Kesteren en Opheusden ligt aan de Rijnbandijk het voormalig hoornwerk 'Aan de Spees'. Dit hoornwerk maakte in het verleden onderdeel uit van de Grebbelinie en Betuwestelling. In een nog verder verleden liep hier ook de grens van het Romeinse Rijk, de zogenaamde Limes. Het is dus een locatie waar twee historische lijnen elkaar treffen.
Aan de Markstraat 3a ligt het recreatiepark De Linie. Dit recreatiepark loopt grotendeels langs de historische lijn van de Betuwestelling. De eigenaar en exploitant van het recreatiepark heeft de wens de historische setting weer enigszins te doen herleven, door het plaatsen van een reconstructie van een Romeinse wachttoren. Deze wachttoren is echter in strijd met het geldende planologische regime dat ter plaatse geldt. In de afbeelding is de globale ligging van het plangebied aangegeven.
Globale ligging plangebied tussen Kesteren en Opheusden (bron: openstreetmap)
Via voorliggend document wordt gemotiveerd waarom medewerking wordt verleend en waarom dat kan volgens de Wet ruimtelijke ordening (Wro). De ruimtelijke onderbouwing maakt onderdeel uit van de omgevingsvergunningaanvraag.
Het plangebied maakt onderdeel uit van het bestemmingsplan 'Buitengebied Kesteren', vastgesteld op 8 april 2014. Op de locatie van de te realiseren wachttoren geldt de bestemming "Water - Waterkering".
Uitsnede bestemmingsplan Buitengebied Kesteren (bron: ruimtelijkeplannen)
De voor "Water - Waterkering" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de binnen deze bestemming bedoelde gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd.
Direct ten zuiden van de locatie voor de Wachttoren geldt de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie". Verder gelden er de dubbelbestemmingen "Waarde - Cultuurhistorisch waardevol gebied 2" en "Waarde - Archeologie 1"
Naast het bestemmingsregime vanuit het bestemmingsplan 'buitengebied Kesteren' geldt dat het initiatief ook is gelegen in het Rijksinpassingsplan dijkverbetering Hagestein - Opheusden. De beoogde locatie van de wachttoren valt onder de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk 1'. Hierbij geldt dat deze gronden, naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens zijn aangeduid voor de bescherming, onderhoud en instandhouding van de primaire waterkering. Er mag niet worden gebouwd, behoudens ondergrondse verankeringselementen ten behoeve van de in dit plan vervatte dijkverbetering. Er is een afwijkingsmogelijkheid aanwezig, waarbij de bijbehorende bouwregels in acht worden genomen en waarbij het belang van de waterkering niet onevenredig wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende waterbeheerder.
Na dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 de bestaande situatie beschreven. In hoofdstuk 3 komt het initiatief aan bod. In hoofdstuk 4 is een beknopte beschrijving van het relevante beleid opgenomen en wordt het project inhoudelijk op haalbaarheid getoetst aan de hand van het geldende beleid en (milieu)wetgeving. Tot slot bevat hoofdstuk 5 een conclusie van het initiatief.
Ter hoogte van het plangebied ontmoeten een tweetal historische lijnen elkaar. De jongste is de Grebbelinie, een verdedigingslijn die werd verlengd door de gemeente Neder-Betuwe in 1799-1800. De veel oudere lijn is de limes, de grens van het Romeinse rijk. Dit geheel van verdedigingswerken met een afstand van vijfduizend kilometer volgde in Nederland de Rijn. Restanten daarvan zijn en worden met enige regelmaat vastgelegd tijdens opgravingen. Van de Grebbelinie en de Betuwestelling is in het landschap meer te zien. Een belangrijk onderdeel hiervan is het hoornwerk 'Aan de Spees', waar het plangebied onderdeel van uit maakt. Op de luchtfoto is de beoogde ligging van de locatie aangegeven.
Luchtfoto met globale ligging plangebied (bron: Bing Maps)
De Rijnbandijk heeft (naast een verkeersfunctie) een belangrijke waterkerende functie voor de Nederrijn. De waterkerende werking wordt zo belangrijk geacht dat de dijk in het geldende bestemmingsplan "Buitengebied Kesteren" de bestemming 'Water - Waterkering' heeft gekregen. Dit heeft tot gevolg dat ten eerste de waterkerende functie de belangrijkste is. Daarnaast mag de grond gebruikt worden als verkeersweg. De hoeveelheid verkeer is beperkt, de weg wordt vooral voor bestemmingsverkeer, landbouwverkeer en recreatief verkeer gebruikt.
Ter hoogte van de locatie is een informatiebord aanwezig, met daarop de historie van de Spees, de Grebbelinie en Limes. Ook is er ruimte voor auto's om te parkeren. Vanaf de dijk loopt een pad over de fortificaties richting camping De Linie.
Plaats beoogde ligging wachttoren met reeds bestaand informatiebord
Ten noorden van de Rijnbandijk liggen de uiterwaarden van de Neder Rijn en is de Grebbeberg zichtbaar. Ten zuiden van de locatie ligt het buitengebied tussen Kesteren en Opheusden. Tussen het plangebied en de Markstraat ligt camping de Linie. De langgerekte vorm benadrukt de historie van de plek van de Betuwestelling. Het recreatiepark De Linie legt zich toe op verblijfsrecreatie. Mensen kunnen hier recreatief verblijven op de camping en in een trekkershut of vakantiehuisje. De omgeving heeft een agrarisch karakter waar vooral boomkwekerijen voorkomen. Op circa 200 meter afstand ten oosten van het plangebied ligt bedrijventerrein 't Panhuis.
Het plan voorziet in het plaatsen van een houten constructie, afgeleid van een vroegere Romeinse wachttoren. Op de afbeelding hierna (onderdeel van de bouwtekening van de vergunningaanvraag) is de toren te zien.
Afbeelding wachttoren (bron: Huibers bouwkundig ontwerp en advies)
Het is de bedoeling de toren te gaan gebruiken voor recreatieve en informatieve doeleinden. De toren zal dienst doen als uitzichtpunt. In de toren zal aandacht besteed worden aan de geschiedenis van de Grebbelinie en de Romeinse grens.
Beoogde locatie van de geplande wachttoren (bron: Google Maps)
De toren heeft op zichzelf geen cultuurhistorische waarde, maar dient als verwijzing naar het vroegere gebruik van deze regio als verdedigingslinie van het Romeinse Rijk.
De toren is reeds door de initiatiefnemer gerealiseerd en staat tijdelijk bij de ingang van het recreatiepark. Op de foto is de toren te zien.
Foto van gerealiseerde wachttoren (tijdelijk geplaatst op voorterrein camping)
De toren is demontabel gemaakt en zal van de parkeerplaats bij de camping verhuizen naar het Hoornwerk aan de Spees. Vanaf de wachttoren ontstaat een fraai uitzicht op de Rijn, de Grebbeberg en het restant van de Betuwestelling. In combinatie met de reeds aanwezige parkeerplaats en het informatiebord wordt zo een rustpunt voor de toerist gecreëerd. De initiatiefnemer is voornemens hier op incidentele basis koffie, thee of frisdrank te verstrekken aan bezoekers van de toren. Deze horeca is ondersteunend aan de educatieve en toeristische functie en het betreft uitsluitend daghoreca.
De aanwezige parkeerplaats biedt plek aan circa 5 auto's. De Rijnbandijk is een rustige weg en is op zon- en feestdagen niet voor doorgaand gemotoriseerd verkeer toegankelijk. Hierdoor worden er geen problemen verwacht qua parkeerruimte (zie ook paragraaf 4.3).
De toren mag vanuit het omliggende landschap zichtbaar zijn. Wel wordt de toren aan de westzijde landschappelijk ingepast. Dit om te voorkomen dat er vanuit de toren inkijk ontstaat op de bewoners van de woning Rijnbandijk 139a. Dit heeft de initiatiefnemer met de bewoners afgestemd.
Het realiseren van de wachttoren betreft een kleinschalig initiatief met een geringe impact op de omgeving. Het Rijks- en provinciale beleid bieden geen aanknopingspunten die voor onderhavig initaitief aan de orde zijn.
Wel kan gesteld worden dat het initiatief aanhaakt op het gemeentelijk beleid ten aanzien van het stimuleren van initiatieven omtrent cultuurhistorie en recreatie. Reden om mee te werken aan dit initiatief. In de Structuurvisie Neder-Betuwe (vastgesteld 17 juni 2010) staat het volgende:
Vanuit cultuurhistorisch oogpunt zou een reconstructie van de Betuwelinie of
de Spanjaardsdijk wenselijk zijn. Het beleid is er daarom primair op gericht de nog aanwezige
restanten te beschermen, zichtbaar te maken en op te nemen in een recreatieve structuur
om ze bekendheid te geven.
Het realiseren van de wachttoren op deze locatie voegt nog een extra dimensie toe aan het cultuurhistorisch belang van de Betuwelinie, namelijk de kruising met de Romeinse Limes op deze plek. Voor een beschrijving van overige beleidskaders wordt verwezen naar het recent vastgestelde (en vigerende) bestemmingsplan 'Buitengebied Kesteren.
Voor wat betreft de randvoorwaarden geldt dat de aspecten op het gebied van milieu (bodem, geluid, luchtkwaliteit, milieuzonering, externe veiligheid, etc.) gezien de functie en de kleinschaligheid van het initiatief, in combinatie met de verrijdbaarheid van de toren, niet aan de orde zijn. Wel vragen in verband met de locatie op de dijk en de ligging nabij het natuurgebied de aspecten water, verkeer en ecologie nog nadere aandacht. Deze aspecten zijn samen met het aspect cultuurhistorie en archeologie hierna verder uitgewerkt. Ook komt de economische uitvoerbaarheid aan de orde.
Het aspect water is van groot belang binnen de ruimtelijke ordening. Door verstandig om te gaan met het water kan verdroging en wateroverlast (waaronder ook risico van overstromingen e.d.) voorkomen worden en de kwaliteit van het water hoog gehouden worden.
Op Rijksniveau en Europees niveau zijn de laatste jaren veel plannen en wetten gemaakt met betrekking tot water. De belangrijkste hiervan zijn het Waterbeleid voor de 21e eeuw, de Waterwet en het Nationaal Waterplan.
Waterbeleid voor de 21e eeuw
De Commissie Waterbeheer 21ste eeuw heeft in augustus 2000 advies uitgebracht over het toekomstige waterbeleid in Nederland. De adviezen van de commissie staan in het rapport 'Anders omgaan met water, Waterbeleid voor de 21ste eeuw' (WB21). De kern van het rapport WB21 is dat water de ruimte moet krijgen, voordat het die ruimte zelf neemt. In het Waterbeleid voor de 21e eeuw worden twee principes (drietrapsstrategieën) voor duurzaam waterbeheer geïntroduceerd:
Waterwet
De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater, en verbetert ook de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. Daarnaast levert de Waterwet een flinke bijdrage aan kabinetsdoelstellingen zoals vermindering van regels, vergunningstelsels en administratieve lasten. Een belangrijk gevolg van de Waterwet is dat de aloude vergunningstelsels uit de voorheen afzonderlijke waterbeheerwetten zijn gebundeld. Dit resulteert in één vergunning, de watervergunning.
Nationaal Waterplan
Op basis van de Waterwet is het Nationaal Waterplan vastgesteld door het kabinet. Het Nationaal Waterplan geeft op hoofdlijnen aan welk beleid het Rijk in de periode 2009 - 2015 voert om te komen tot een duurzaam waterbeheer. Het Nationaal Waterplan richt zich op bescherming tegen overstromingen, beschikbaarheid van voldoende en schoon water en de diverse vormen van gebruik van water. Het geeft maatregelen die in de periode 2009-2015 genomen moeten worden om Nederland ook voor toekomstige generaties veilig en leefbaar te houden en de kansen die water biedt te benutten.
Watertoets
De 'watertoets' is een instrument dat waterhuishoudkundige belangen expliciet en op evenwichtige wijze laat meewegen bij het opstellen van ruimtelijke plannen en besluiten. Het is geen technische toets maar een proces dat de initiatiefnemer van een ruimtelijk plan en de waterbeheerder met elkaar in gesprek brengt in een zo vroeg mogelijk stadium. In de waterparagraaf worden de watertoets en de uitkomsten van een eventueel overleg opgenomen.
Planspecifiek
De grond waarop de wachttoren geprojecteerd is, heeft de bestemming "Water - waterkering". Dit heeft te maken met de waterkerende werking van de Rijnbandijk. Gronden met deze bestemming mogen worden gebruikt als (hoofd)waterkering, verkeerswegen, instandhouding dan wel herstel en ontwikkeling, van de landschappelijke waarden en de natuurwaarden die eigen zijn aan rivierdijken en extensief dagrecreatief medegebruik. Op deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd.
In overleg met het waterschap Rivierenland is echter gekeken naar de mogelijkheden om het project te realiseren. Bij brief van 25 maart 2014 heeft het waterschap aangegeven akkoord te gaan met het plaatsen van de wachttoren zoals op de bouwtekeningen is aangegeven (zie Hoofdstuk 3).
Het plan wijzigt de functie van de gronden niet en doet geen afbreuk aan de waterkerende werking van de dijk. Ook zijn geen voorzieningen aanwezig die een rioolaansluiting mogelijk maken. Om deze reden is het initiatief vanuit watertechnische aspecten uitvoerbaar.
Onderdeel van goede ruimtelijke ordening is het effect van een beoogd nieuw project op de verkeersstructuur. In onderhavig geval gaat het om het realiseren van een uitzichttoren, die ook als informatiepunt fungeert. Echter, de Rijnbandijk is een rustige weg en is op zon- en feestdagen niet voor doorgaand gemotoriseerd verkeer toegankelijk. Het meeste verkeer dat het bezoek aan de toren veroorzaakt, zal bestaan uit langzaam verkeer. Voor de enkele auto die de locatie aandoet, is reeds een (halfverharde) parkeerplaats aanwezig. Deze parkeerplaats biedt plek aan circa 5 auto's. Gezien de hiervoor beschreven aspecten kan gesteld worden dat het initiatief uitvoerbaar is op het gebied van verkeer en parkeren.
Gebiedsbescherming
De Natuurbeschermingswet richt zich op de bescherming van gebieden. In de Natuurbeschermingswet zijn de volgende gronden aangewezen en beschermd:
Naast deze drie soorten gebieden is de (Provinciale) Ecologische Hoofdstructuur ((P)EHS) in het kader van de gebiedsbescherming van belang. De (P)EHS is een samenhangend netwerk van belangrijke natuurgebieden in Nederland. Zij bestaat uit bestaande natuurgebieden, nieuwe natuurgebieden en ecologische verbindingszones. De EHS draagt bij aan het bereiken van de hoofddoelstelling van het Nederlandse natuurbeleid, namelijk: 'Natuur en landschap behouden, versterken en ontwikkelen, als bijdrage aan een leefbaar Nederland en een duurzame samenleving'. Hiertoe zijn de volgende uitgangspunten van belang:
Soortenbescherming
De Flora- en faunawet regelt de bescherming van de in het wild voorkomende inheemse planten en dieren: de soortenbescherming. De wet richt zich vooral op het in stand houden van populaties van soorten die bescherming behoeven. In de wet zijn algemene en specifieke verboden vastgelegd ten aanzien van beschermde dier- en plantensoorten. Naast een aantal in de wet (en daarop gebaseerde besluiten) vermelde specifieke mogelijkheden om ontheffing te verlenen van in de wet genoemde verboden, geeft de wet een algemene ontheffingsbevoegdheid aan de minister. Bekeken moet worden in hoeverre ruimtelijke plannen negatieve gevolgen hebben op beschermde dier- en plantensoorten en of er compenserende of mitigerende maatregelen genomen moeten worden.
Daarnaast geldt voor iedereen in Nederland altijd, dus ook los van het voorliggende beoogde ruimtelijke project, dat de zorgplicht nageleefd moet worden bij het verrichten van werkzaamheden. Voor menig soort geldt dat indien deze zorgplicht nagekomen wordt een bepaald beoogd project uitvoerbaar is.
Planspecifiek
Op onderstaande afbeelding is een uitsnede gegeven van de begrenzing van de nabijgelegen natuurgebieden. Ten eerste begint op ca. 30 meter afstand van de projectlocatie het nationaal landschap "Veluwe". Daarnaast is de Nederrijn aangeduid als EHS. De gronden aan weerszijden van de Nederrijn en ook de Nederrijn zelf zijn beschermd in het kader van Natura 2000. De grens van het Natura 2000 gebied ligt op ca. 65 meter van de plek waar de wachttoren is geprojecteerd.
Begrenzing N2000 gebied "Rijntakken" deelgebied "Uiterwaarden Neder-Rijn". Nationaal landschap "Veluwe" en EHS
Het Natura 2000 gebied "Uiterwaarden Neder-Rijn" aan soorten en habitattypen. De aanwezige soorten en typen zijn met name gevoelig voor (verstorende) effecten op het gebied van: Oppervlakteverlies, verzuring, verontreiniging, verstoring door licht, verstoring door mechanische effecten en verandering in populatiedynamiek. Verandering van een van deze criteria zou leiden tot een strijdigheid met de instandhoudingsdoelstelling voor dit Natura 2000 gebied.
Het op te richten bouwwerk heeft geen gevolgen op één van deze genoemde criteria, omdat het een houten bouwwerk betreft dat buiten de grenzen van het Natura 2000-gebied ligt. Omdat verder de functie van de gronden op locatie of in de omgeving niet wijzigt, maar het enkel een bouwwerk betreft wordt gesteld dat er geen sprake van een significante verslechtering van soorten en habitattypen. Dit geldt ook voor de EHS, er is geen sprake van effecten hierop.
Qua soortenbescherming kan gesteld worden dat er geen bebouwing wordt gesloopt waarin zich mogelijk (leefgebieden van) beschermde soorten bevinden. Ook worden er geen bomen of andere houtopstanden gekapt, waardoor hier ook geen verstoring te verwachten valt. Bij het plaatsen van de toren moeten de gebruikelijke richtlijnen in acht worden genomen; de soorten mogen niet in het broedseizoen worden gestoord.
De uitvoerbaarheid van het initiatief op het gebied van ecologie is daarmee aangetoond.
In elk ruimtelijk plan moet een beschrijving worden opgenomen van de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden wordt omgegaan. Denk aan aanwezige monumenten, historische gebieden, kenmerkende (straat)beelden en landschapselementen. Bij het maken van plannen kan ook (weer) rekening gehouden worden met al deze elementen die er vroeger wel waren maar nu niet meer. Een bijzonder onderdeel van cultuurhistorie is archeologie.
Cultuurhistorie
Onder de noemer Modernisering Monumentenzorg (MoMo) heeft het Rijk in 2009 een aanzet gegeven voor een goede afweging van het belang van de cultuurhistorie in de ruimtelijke ordening. Gepleit wordt voor een verantwoorde verankering van de integrale cultuurhistorie in structuurvisies, bestemmingsplannen en milieueffectrapportages. Het voornaamste doel hiervan is om het cultuurhistorische karakter van Nederland op gebiedsniveau te behouden en te versterken. De aandacht voor cultuurhistorie is ook wettelijk vastgelegd in het Besluit ruimtelijke ordening. Artikel 3.1.6 onder 2 van dit Besluit geeft aan dat “een beschrijving van de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten rekening is gehouden” in het bestemmingsplan opgenomen moet worden.
Archeologie
Archeologie gaat over de (verwachte) cultuurhistorische waarde in de bodem. Op 16 januari 1992 is in Valletta (Malta) het Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed (Verdrag van Malta) ondertekend. Het Nederlandse parlement heeft dit verdrag in 1998 goedgekeurd. Het Verdrag van Malta voorziet in bescherming van het Europees archeologisch erfgoed onder meer door de risico's op aantasting van dit erfgoed te beperken. Deze bescherming is in Nederland wettelijk verankerd in de Monumentenwet 1988. Op basis van deze wet zijn mogelijke (toevals)vondsten bij het verrichten van werkzaamheden in de bodem altijd beschermd. Er geldt een meldingsplicht bij het vinden van (mogelijke) waardevolle zaken. Dat melden dient terstond te gebeuren. In het kader van een goede ruimtelijke ordening in relatie tot de Monumentenwet kan vooronderzoek naar mogelijke waarden nodig zijn zodat waar nodig die waarden veiliggesteld kunnen worden en / of het initiatief aangepast kan worden.
Ook de Wet op de archeologische monumentenzorg (WAMZ) uit 2007 is in dit kader van belang. De verantwoordelijkheid voor cultuurhistorische waarden ligt bij de gemeente en dit moet bij vaststelling van bestemmingsplannen (en andere ruimtelijke besluiten) meegenomen worden.
Planspecifiek
Vanuit het geldende bestemmingsplan "Buitengebied Kesteren" hebben de gronden waarop de wachttoren wordt geprojecteerd de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorisch waardevol gebied 2'. Deze gronden, zijn (behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen), mede bestemd voor behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden. Hier wordt mee bedoeld dat bijzonder reliëf in het landschap bewaard moet blijven. Ook de contouren van de waterpartijen dienen behouden te blijven, evenals het verkavelingspatroon dat zich uit in wegen en waterlopen en dat bebouwing die van oudsher aanwezig is op een bepaalde plek gehandhaafd moet blijven. Tevens is op de Archeologische Beleidskaart aangegeven dat het fort De Spees een archeologisch monument is.
Realisatie van de wachttoren brengt geen van de te behouden cultuurhistorische aspecten in gevaar. Het dijkprofiel en de restanten van de fortificaties (walprofiel en kazematten) worden niet aangetast. Sterker, realisatie van de wachttoren voegt een nieuw aspect toe aan de cultuurhistorische beleving van deze plek. Voor het ontwerp van de wachttoren is onderzoek verricht de verschijningsvorm van de oorspronkelijke Romeinse wachttorens. Het ontwerp volgt hieruit, zodat de bezoeker een realistische blik krijgt op hoe deze wachttorens er vroeger uit hebben gezien.
Naast de beschermende dubbelbestemming voor cultuurhistorie geldt ook de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie 1", die mede bestemd zijn voor behoud en bescherming van waardevolle archeologische informatie in de bodem. Voor het plaatsen van de demontabele toren zijn nauwelijks ingrepen aan de bodem nodig. Het archeologisch bodemarchief blijft hiermee in stand.
Concluderend kan gesteld worden dat het initiatief een cultuurhistorische meerwaarde geeft aan de locatie. Tevens komt door de verrijdbaarheid van de toren en het ontbreken van fundering het archeologisch bodemarchief niet in gevaar. Hiermee is het initiatief uitvoerbaar op het gebied van cultuurhistorie en archeologie.
Bij de voorbereiding van een projectbesluit dient, op grond van artikel 3.1.6 lid 1, sub f van het Bro, onderzoek plaats te vinden naar de (economische) uitvoerbaarheid van het plan. In principe dient bij vaststelling van een ruimtelijk besluit tevens een exploitatieplan vastgesteld te worden om verhaal van plankosten zeker te stellen. Op basis van 'afdeling 6.4 grondexploitatie', artikel 6.12, lid 2 van de Wro kan de gemeenteraad bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan echter besluiten geen exploitatieplan vast te stellen indien:
Planspecifiek
Voor dit initiatief is er een overeenkomst gesloten tussen initiatiefnemer en gemeente. De wachttoren is reeds gerealiseerd, mede dankzij subsidiëring via de gemeente. Het initiatief wordt hiermee economisch uitvoerbaar geacht.
Onderhavig initiatief omvat een wenselijke verbetering van het cultuurhistorisch belang van de locatie. Tevens is de landschappelijk impact gering. Met deze ontwikkeling worden geen ruimtelijke belangen geschaad. Ook conflicteert het initiatief niet met het vigerende beleid. Het plan wordt daarmee uitvoerbaar geacht.