Plan: | Bedrijventerrein Haven (Goor) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1735.KNxGOOxACTHVx-VS10 |
De Flora- en faunawet schrijft voor dat ieder zoveel mogelijk dient te voorkomen dat zijn of haar handelen negatieve gevolgen heeft voor de flora en fauna in het algemeen en de beschermde soorten in het bijzonder. Dat laatste brengt de wettelijke verplichting met zich mee om in het kader van de ruimtelijke plan- en visievorming, de uitvoering en het verstrekken van vergunningen (omgevingsvergunningen voor de onderdelen 'bouwen', 'sloop', 'het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden', en 'milieu') en bij de uitvoering van werken een inventarisatie te maken van de beschermde soorten. Aan deze inventarisatie moet een beschrijving gekoppeld worden van de ecologische effecten van de betreffende ingreep en de maatregelen die genomen kunnen worden om de negatieve ecologische effecten te verminderen en eventueel te compenseren.
Indien door die negatieve effecten inbreuk wordt gepleegd op de verbodsbepalingen ( artikel 8 t/m 12) van de Flora- en faunawet kan een vrijstelling op basis van deze wet worden verleend of kan een verzoek tot ontheffing van deze verbodsbepalingen worden aangevraagd.
Verwacht mag worden dat de ecologische waarde van de intensief bebouwde en verharde delen van het plangebied vrij gering is. Grote delen van het plangebied, waaronder het westelijke deel van het bedrijfsterrein van de Eternitfabriek zijn echter vrij extensief bebouwd en hebben een groen karakter. Binnen die delen van het plangebied zijn mogelijkheden voor het de vestiging en verspreiding van beschermde planten- en dierensoorten.
De oprichting van nieuwe bebouwing is binnen de de bestemmingen 'Bedrijf' en 'Bedrijventerrein' beperkt tot de gronden binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken. De nog onbebouwde gronden binnen de bouwvlakken van deze bestemmingen zijn voorzien van een verharding of halfverharding. De kans dat bij een eventuele bebouwing van deze gronden beschermde soorten worden bedreigd zal vrij gering zijn.
De oprichting van bebouwing is binnen de de bestemmingen 'Wonen' en 'Woongebied' voornamelijk mogelijk op de gronden binnen de op de verbeelding aangegeven bouwstroken.Ook die gronden zijn grotendeels verhard, zijn voorzien van halfverharding of maken deel uit van bestaande tuinen. Ook voor deze gronden geldt dat de kans dat bij een eventuele bebouwing van deze gronden beschermde soorten worden bedreigd vrij gering is.