direct naar inhoud van 4.6 Externe veiligheid
Plan: Bedrijventerrein Haven (Goor)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1735.KNxGOOxACTHVx-VS10

4.6 Externe veiligheid

4.6.1 Inleiding

Bij Externe Veiligheid (EV) gaat het om de gevaren die de directe omgeving loopt in het geval er iets mis mocht gaan tijdens de productie, het behandelen of het vervoer van gevaarlijke stoffen. De daaraan verbonden risico's moeten aanvaardbaar blijven. Binnen de EV worden twee normstellingen gehanteerd:

  • het Plaatsgebonden Risico (PR) richt zich vooral op de te realiseren basisveiligheid voor burgers;
  • het Groepsrisico (GR) stelt beperkingen aan de maatschappelijke ontwrichting als gevolg van calamiteiten met gevaarlijke stoffen. Bebouwing is niet toegestaan binnen de zogenaamde 10-6 contour van het PR.
4.6.2 Wetgeving/regelingen

Besluit externe veiligheid

Sinds 27 oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) van kracht. Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het beperken en beheersen van risico's voor de omgeving vanwege activiteiten met gevaarlijke stoffen. Het Bevi is gericht aan het bevoegd gezag inzake de Wet milieubeheer en de Wet ruimtelijke ordening en heeft onder meer tot doel om bij nieuwe situaties toetsing aan de risiconormen te waarborgen. Het Bevi is van toepassing op vergunningplichtig risicovolle bedrijven en de nabijgelegen al dan niet geprojecteerde (beperkt) kwetsbare objecten. In artikel 2, lid 1 van het Bevi is opgesomd wat wordt verstaan onder risicovolle bedrijven en wat wordt verstaan onder (beperkt) kwetsbare objecten.

Uit het Bevi en de richtlijnen voor vervoer gevaarlijke stoffen vloeit de verplichting voort om in ruimtelijke plannen in te gaan op de risico's in het projectgebied ten gevolge van handelingen met gevaarlijke stoffen. De risico's dienen te worden beoordeeld op het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Voor elke verandering van het groepsrisico (af- of toename) in het invloedsgebied moet een verantwoording worden afgelegd, over de wijze waarop de toelaatbaarheid van deze verandering in de besluitvorming is betrokken. Samen met de hoogte van het groepsrisico moeten andere aspecten worden meegewogen in de beoordeling van het groepsrisico. Onder deze aspecten vallen zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid.

Besluit externe veiligheid buisleidingen

Op 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) in werking getreden. Het Bevb brengt het externe veiligheidsbeleid voor buisleidingen op dezelfde lijn als het beleid voor inrichtingen en vervoer van gevaarlijke stoffen. Hier geldt eveneens een grenswaarde en richtwaarde voor het plaatsgebonden risico alsmede een verantwoordingsplicht ten aanzien van het groepsrisico voor het bevoegd gezag voor de ruimtelijke ordening. Voor de verantwoordingsplicht is een onderscheid gemaakt tussen het 100%-letaliteitsgebied en het 1%-letaliteitsgebied. Binnen eerstgenoemd gebied geldt een uitgebreide verantwoordingsplicht, in laatstgenoemd gebied dient alleen bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid beschouwd te worden. Een bestemmingsplan geeft de ligging weer van de in het plangebied aanwezige buisleidingen alsmede de daarbij behorende belemmeringenstrook ten behoeve van het onderhoud van de buisleiding. De belemmeringenstrook bedraagt ten minste vijf meter aan weerszijden van een buisleiding gemeten vanuit het hart van de buisleiding.

Wijziging 'Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen'

In de wijziging van de 'Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen' (CRvgs), gepubliceerd op 21 december 2009 in de Staatscourant, is ingespeeld op de ontwikkelingen rondom basisnet Weg en basisnet Water. De ontwikkelingen rondom Basisnet Spoor zijn sinds de publicatie op 13-7-2012 ook doorgevoerd (Bijlage 4). Veranderingen die vanwege de ontwikkelingen omtrent Basisnet Weg en Water zijn doorgevoerd, betreffen de volgende:

  • berekeningen van PR 10-6/jr.-contouren voor (rijks)wegen zijn niet meer nodig,aangezien veiligheidszones in bijlage 5 van de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen zijn gegeven die als plaatsvervangend voor de PR 10-6/jr.-contouren gelden;
  • bij vaarwegen is een onderscheid gemaakt tussen 'rode' en 'zwarte' vaarwegen afhankelijk van het type schip dat over deze vaarweg stoffen vervoert. In bijlage 6 is dit onderscheid gemaakt en tevens aangegeven welke transporthoeveelheden dienen te worden gehanteerd bij risicoberekeningen. Deze aantallen zijn zo gekozen dat ze geen PR 10-6/jr.-contour veroorzaken die buiten de vaarweg is gelegen. Vaarwegen die niet in de bijlage worden genoemd, hebben geen noemenswaardige risicocontouren;
  • Bij de berekening van het groepsrisico voor zowel Weg als Water dienen de getallen uit respectievelijk bijlage 5 en 6 te worden gebruikt. In het geval van de Weg wordt alleen nog gebruik gemaakt van de hoeveelheden LPG.

Gemeentelijk beleid

Met betrekking tot externe veiligheid is er in 2012 een gemeentelijke nota opgesteld. Voor bedrijventerreinen worden de navolgende ambities nagestreefd:

  • Binnen een 10-6-contour van het zogenoemde plaatsgebonden risico (PR) zijn nieuwe beperkt kwetsbare objecten eventueel gemotiveerd toegestaan.
  • In nieuwe situaties dienen de PR 10-6-contouren binnen de inrichtingsgrenzen van risicovolle inrichtingen te blijven, daarbij zijn uitzonderingen onder voorwaarden mogelijk.
  • Het invloedsgebied dat geldt voor het bepalen van het zogenoemde groepsrisico (GR) van een risicobron mag niet over woongebieden vallen.
  • Een toename van het groepsrisico wordt onder voorwaarden geaccepteerd.
  • De oriënterende waarde voor het groepsrisico wordt in nieuwe situaties als richtwaarde beschouwd.
4.6.3 Inrichtingen

Uit de risicokaart van de provincie Overijssel blijkt dat zich in het plangebied één bedrijf bevindt die onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) valt: Agrowin aan de Haven 2. Zie onderstaande uitsnede van de risicokaart Overijssel. Direct ten westen van Agrowin is nog een ander bedrijf gelegen waar ook opslag van gevaarlijke stoffen plaatsvindt (Triferto), maar deze valt niet onder het Bevi.

afbeelding "i_NL.IMRO.1735.KNxGOOxACTHVx-VS10_0002.jpg"

Afbeelding 2: Uitsnede risicokaart Overijssel (bron: overijssel.nl)

De plaatsgebonden risicocontour (de zwarte cirkel op de uitsnede) behorende bij Agrowin ligt niet alleen over het eigen terrein, maar gaat deels over de inrichtingsgrens heen. Zo ligt het deels over het terrein van Triferto, maar ook voor een heel klein gedeelte over het openbare gebied direct ten oosten van Agrowin. Het bedrijf Agrowin zal verplaats worden naar het perceel Haven 8. Op deze locatie zal in onderhavig bestemmingsplan de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - groothandel in chemische producten' opgenomen worden. Op de bestaande locatie zal deze aanduiding verwijderd worden waardoor het huidige bedrijven onder het overgangsrecht geplaats worden tot het moment van verplaatsing.

Aangezien voorliggend bestemmingsplan een conserverend karakter heeft en niet specifiek leidt tot uitbreiding van Agrowin en/of een vergroting van het groepsrisico, hoeft in dit kader geen verdere verantwoording van het groepsrisico plaats te vinden.

4.6.4 Buisleidingen

In of in de nabijheid van het plangebied zijn geen buisleidingen gelegen. De dichtstbijzijnde leiding ligt op een afstand van meer dan 1.000 meter en dat is voldoende ver weg gelegen zodat geen nader onderzoek nodig is.

4.6.5 Vervoer gevaarlijke stoffen over weg, water of spoor

Water

Het Twentekanaal wordt aangegeven in de Risicoatlas hoofdvaarwegen Nederland, maar het plaatsgebonden risico overschrijdt de waarde van 10-6/jr langs de oever van het Twentekanaal niet. Bovendien wordt de oriënterende waarde van het groepsrisico nergens in Overijssel overschreden.

In het Basisnet Water is het Twentekanaal ook opgenomen; als binnenvaartcorridor zonder toetsafstand. Dit betekent dat er ten aanzien van de PR geen beperkingen gelden en dat bij ruimtelijke ontwikkelingen geen groepsrisicoverantwording nodig is vanwege de nauwelijks merkbare effecten op het groepsrisico.

Spoor

De aan de noordzijde van het plangebied grenzende spoorverbinding is opgenomen in het Basisnet Spoor, waarmee aangegeven wordt dat over dit spoortraject vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. uit het Basisnet blijkt echter dat het btreffende spoortraject geen PR-contour heeft en geen plasbrandaandachtsgebied. Ten aanzien van het groepsrisico wordt in het Basisnet Spoor vermeld dat het groepsrisico ter plaatse van het plangebied kleiner is dan 0,3 * de oriëntatiewaarde. In de huidige situatie is dan ook een goed woon- en leefklimaat gegarandeerd. Aangezien op basis van dit bestemmingsplan geen nieuwe kwetsbare functies in de nabijheid van het spoor mogelijk worden gemaakt, heeft dit bestemmingsplan geen invloed op het groepsrisico en is het herberekenen van het groepsrisico niet benodigd.

Weg

Geen van de wegen in de omgeving van het plangebied zijn opgenomen in het Basisnet weg of door de gemeente aangewezen als route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen.