Type plan: exploitatieplan
Naam van het plan: De nieuwe Rietgraaf e.o. tweede herziening 2020
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1734.0339OOSTpark15expl-VSG1

Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 Aanlegactiviteiten

Aanlegwerkzaamheden van werken (geen bouwwerken zijnde) zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.2 Anterieure overeenkomst

Overeenkomst tussen gemeente en particuliere eigenaar over grondexploitatie, gesloten vóór de vaststelling van een planologische maatregel.

1.3 Bestemmingsplan

Het bestemmingsplan De Nieuwe Rietgraaf e.o. van de gemeente Overbetuwe.

1.4 Bijdrage aan ruimtelijke ontwikkelingen

Financiële vergoeding aan de gemeente voor in een vastgestelde structuurvisie vastgelegde ruimtelijke ontwikkelingen, als bedoeld in artikel 6.24, lid 1, sub a Wro.

1.5 Binnenplanse verevening

De op grond van een exploitatieplan toe te passen omslagmethode van kostenverhaal, waarbij rekening wordt gehouden met tussen bouwpercelen bestaande verschillen in uitgifteprijzen en inbrengwaarden.

1.6 Bouwen

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats.

1.7 Bouwweg

Een weg met een al dan niet tijdelijk karakter ten behoeve van het ontsluiten van het bouwterrein, die voldoet aan de eisen zoals in de toelichting is beschreven.

1.8 Bouwwerk

Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.9 Bovenplanse verevening

het bijdragen vanuit winstgevende exploitatiegebieden ter (gedeeltelijke) dekking van een tekort in de grondexploitatie van een ander exploitatiegebied (voor de winstlocatie betreft de bovenplanse verevening een kostenpost in de exploitatieopzet, voor de verlieslocatie een opbrengst).

1.10 Bovenwijkse (meerwijkse) voorziening

Voorziening die van nut is voor het exploitatiegebied en voor één of meer andere gebieden.

1.11 BVO (bruto vloeroppervlak)

De som van de bruto vloeroppervlakte van binnenruimten van gebouwen welke tot het complex behorende.

1.12 Eigenaar

De rechthebbende van, inclusief zakelijk rechthebbenden op de eigendom van een binnen de exploitatiegrens van het plan gelegen onroerende zaak.

1.13 Exploitatiebijdrage

De door een particuliere eigenaar op grond van een anterieure of posterieure overeenkomst, dan wel via de omgevingsvergunning aan de gemeente verschuldigde vergoeding in de kosten van de grondexploitatie.

1.14 Exploitatiegebied

De afbakening van het gebied binnen de grenzen van het bestemmingsplan, niet zijnde te handhaven bestaande bestemmingen.

1.15 Exploitatieplan

Plan als bedoeld in artikel 6.12 Wro.

1.16 Gebouw

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijk, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.17 Gesloten grondbalans

Een dusdanige balans tussen enerzijds gronden welke binnen het exploitatiegebied worden afgegraven en afgevoerd en anderzijds gronden welke voor ophoging van gronden worden aangevoerd dat de hoeveelheid af te graven en af te voeren gronden evenveel is als de hoeveelheid grond voor ophoging.

1.18 Groene bufferzone

Het overeenkomstig het beeldkwaliteitsplan aan de zuidzijde van het bedrijvenpark in te richten gebied zoals nader aangeduid op bijlage 3d.

1.19 Locatie-eisen

De in een exploitatieplan op te nemen eisen voor de werken en werkzaamheden voor het bouwrijp maken, de aanleg van nutsvoorzieningen en het inrichten van de openbare ruimte, alsmede de in een exploitatieplan op te nemen regels omtrent de uitvoering daarvan (artikel 6.13, lid 2, sub b, c en d Wro).

1.20 Macro-aftopping

De toepassing van de in artikel 6.16 Wro opgenomen regels omtrent de maximering van de totale verhaalbare kosten.

1.21 Micro-aftopping

De toepassing van de nog vast te stellen ministeriële regeling, zoals bedoeld in artikel 6.2.6 Bro, omtrent de maximering van de verhaalbaarheid van de in artikel 6.2.4, sub g tot en met j Bro genoemde kostensoorten.

1.22 Particulier opdrachtgeverschap

Situatie dat de burger of een groep van burgers – in dat laatste geval georganiseerd als rechtspersoon zonder winstoogmerk – volledige juridische zeggenschap heeft over en verantwoordelijkheid draagt voor het gebruik van de grond, het ontwerp en de bouw van de eigen woning (artikel 1.1.1, lid 1, sub g Bro).

1.23 Plan van aanpak

Een document waarin staat aangegeven op welke wijze de werken en werkzaamheden worden uitgevoerd.

1.24 Posterieure overeenkomst

Overeenkomst tussen gemeente en particuliere eigenaar over grondexploitatie, gesloten na de vaststelling
van een exploitatieplan.

1.25 Sociale huurwoning

Huurwoning, zoals bedoeld in artikel 1.1.1, lid 1, sub e Bro.

1.26 Sociale koopwoning

Koopwoning, zoals bedoeld in artikel 1.1.1, lid 1, sub f Bro.

1.27 Werk

Een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde.

1.28 Woningbouwcategorie

Een in het Bro aangewezen financieringscategorie voor woningbouw, waaromtrent in het ruimtelijk besluit en exploitatieplan regels kunnen worden gesteld.

1.29 Woonlandgoed

Terrein bedoeld voor maximaal 3 koopwoningen en andere bebouwing en groenvoorzieningen, die qua aard en omvang passen bij de bestemming woonlandgoed.

Artikel 2 Regels omtrent het uitvoeren van werken en werkzaamheden

Het proces voor de uitvoering van de in Hoofdstuk 2 van de toelichting genoemde werken en werkzaamheden vindt plaats op de volgende wijze:

2.1 Algemene kwalitatieve eisen aan werken en werkzaamheden

  1. Voorafgaand aan de uitvoering van de werken en werkzaamheden dienen het inrichtingsplan alsmede de bestekken ter goedkeuring aan de gemeente te worden voorgelegd. Het bestek op basis van het inrichtingsplan dient te voldoen aan de eisen zoals gesteld in RAW 2015. Dit voorschrift geldt voor de eisen met betrekking tot de werken en werkzaamheden maar ook voor uitvoering van werken en werkzaamheden waarvoor geen specifieke eisen zijn opgenomen. Het is verboden werken en werkzaamheden uit te voeren in strijd met het goedgekeurde bestek.
  2. Partijen die de werken en werkzaamheden uitvoeren dienen zich bij de uitvoering te houden aan de standaardnormen van de gemeente voor de uitvoering van openbare werken alsmede door de gemeente gestelde nadere eisen, zoals vastgelegd in: het Beeldkwaliteitsplan (bijlage 9).
  3. Het is verplicht gemeentelijk toezicht op de uitvoering toe te staan.
  4. Partijen die de werken en werkzaamheden uitvoeren zijn verplicht tot het onderhouden van de  bouwwegen in de fase van het bouwrijp maken van de wegen en fietspaden in de fase van het gebruiksrijp maken tot een jaar na de oplevering van de openbare werken aan de gemeente.

2.2 Melding van voorgenomen aanvang van uitvoering van werken en werkzaamheden

  1. Uiterlijk 14 weken vóór de voorgenomen aanvang van de uitvoering van werken en werkzaamheden wordt daarvan door de exploitant schriftelijk melding gedaan aan burgemeester en wethouders.
  2. Bij die melding wordt een Plan van aanpak gevoegd, dat in ieder geval inhoudt:
    1. een aanduiding van de werken en werkzaamheden waarop de melding betrekking heeft;
    2. de locatie van de te verrichten werken en werkzaamheden;
    3. de kwaliteit van de te verrichten werken en werkzaamheden;
    4. de aard en de omvang van de te verrichten werken en werkzaamheden;
    5. het tijdvak van de te verrichten werken en werkzaamheden.

2.3 Instemming met voorgenomen aanvang van uitvoering van werken en werkzaamheden

  1. Een plan van aanpak behoeft de schriftelijke instemming van burgemeester en wethouders. Uiterlijk 6 weken na ontvangst van een plan van aanpak wordt omtrent de instemming ermee besloten.
  2. Burgemeester en wethouders onthouden zich van instemming met een plan van aanpak, indien daarin niet aannemelijk is gemaakt dat daarbij de eisen van de gemeente Overbetuwe in acht zijn genomen.

2.4 Melding van voltoiing van uitvoering van werken en werkzaamheden

  1. Zodra de werken en werkzaamheden waarop een melding als bedoeld in artikel 2.2 betrekking heeft, zijn voltooid, wordt daarvan door de exploitant schriftelijk melding gedaan aan burgemeester en wethouders.
  2. Bij een melding wordt een voltooiingverslag gevoegd, dat in ieder geval inhoudt:
    1. een aanduiding van de werken en werkzaamheden waarop het de melding betrekking heeft;
    2. de locatie van de verrichtte werken en werkzaamheden;
    3. de kwaliteit van de verrichtte werken en werkzaamheden;
    4. de aard en de omvang van de verrichtte werken en werkzaamheden;
    5. het tijdvak van de verrichtte werken en werkzaamheden.

2.5 Instemming met voltooiing van uitvoering van werken en werkzaamheden

  1. Een voltooiingverslag behoeft de schriftelijke instemming van burgemeester en wethouders. Uiterlijk 6 weken na ontvangst van een voltooiingverslag wordt omtrent de instemming ermee besloten.
  2. Burgemeester en wethouders onthouden zich van instemming met een verslag, indien daarin niet aannemelijk is gemaakt dat de daarin begrepen werken en werkzaamheden zijn uitgevoerd in overeenstemming met artikel 2.1.

2.6 Afwijking

De artikelen 2.2 tot en met 2.5 zijn niet van toepassing, indien de gemeente ter zake als exploitant optreedt.

Artikel 3 Regels met betrekking tot aanbesteding van de uitvoering van werken en werkzaamheden en de daaropbetrekking hebbende diensten

3.1 Aanbestedingsprotocol

Op de gunning van de opdrachten voor de uitvoering van werken en werkzaamheden is het Inkoop en aanbestedingsbesluit gemeente Overbetuwe 2019 van toepassing dat door het college van burgemeester en wethouders van Overbetuwe is vastgesteld op 20 september 2019 met zaaknummer 17bwb00030. Dit aanbestedingsbesluit is als bijlage 13 bij dit exploitatieplan gevoegd.

3.2 Melding van gunning van werken en werkzaamheden

  1. Uiterlijk 14 weken voor de voorgenomen aanvang van werken en werkzaamheden wordt daarvan door de exploitant schriftelijk melding gedaan aan burgemeester en wethouders.
  2. Bij die melding wordt een aanbestedingsverslag gevoegd, dat in ieder geval inhoudt: een aanduiding van de werken en werkzaamheden waarop de melding betrekking heeft.

3.3 Instemming met gunning van werken en werkzaamheden

  1. Een aanbestedingsverslag behoeft de schriftelijke instemming van burgemeester en wethouders. Uiterlijk 6 weken na ontvangst van een aanbestedingsverslag beslissen burgemeester en wethouders omtrent de instemming daarmee.
  2. Burgemeester en wethouders onthouden zich van instemming met een aanbestedingsverslag, indien daarin niet aannemelijk is gemaakt dat de daarin begrepen opdracht voor de uitvoering van de betrokken werken en werkzaamheden niet is gegund in overeenstemming met artikel 3.1.

Artikel 4 Fasering

4.1 Verbod in strijd met tijdvakken

  1. Het is verboden werken of werkzaamheden uit te voeren in strijd met de faseringstijdvakken.
  2. Burgemeester en wethouders kunnen bij het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in 4.1 sub 1, indien dit past in een in voorbereiding zijnde herziening van dit exploitatieplan dat als ontwerp ter visie heeft gelegen.

4.2 Tijdvak fasering

  1. De fasering van de ontwikkelingen in het exploitatiegebied vindt plaats in opeenvolgende fasen zoals aangegeven in de faseringskaarten en de bijlagen 3, 3a, 3b en 3c waarop de ontwikkeling per fase is aangegeven.
Omgevingsvergunningen voor bebouwing in een fase mogen niet eerder worden verleend dan de in
onderstaande tabel en achter de betreffende fase opgenomen jaar en de faseringskaarten.
 
 
 
 
 

4.3 Ontwerp schetsplan per fase

Voor de start van een ontwikkeling van een fase dient voor deze fase een plan te worden overlegd waaruit
blijkt dat er sprake is van een samenhangende efficiënte indeling van de geplande opstallen.
 
Het is verboden om te starten met de uitvoering van werken en werkzaamheden voor de betreffende
fase voordat het ontwerp schetsplan is goedgekeurd.

Artikel 5 Koppeling tussen bouw- en aanlegactiviteiten

5.1 Verbod handelen in strijd met koppelingen

Het is verboden werken of werkzaamheden uit te voeren in strijd met de in dit artikel genoemde koppelingen.

5.2 Koppelingen

Voordat met de aanleg wordt begonnen moet uit nog te verrichten onderzoek blijken of er sanering plaats moet vinden. Hiertoe zal in overleg met de gemeente een opdracht tot nader onderzoek worden verstrekt. De resultaten zullen worden vastgelegd in een rapport. Indien uit het aanvullend onderzoek blijkt dat er een saneringsnoodzaak bestaat dan moet de sanering zijn voltooid voordat met de aanleg van de watergangen wordt begonnen.
 
Naast bodemkwaliteit dienen ook de gebieden die in het bestemmingsplan de dubbelbestemming “Waarde-archeologie” en Waarde-archeologisch verwachtingsgebied” nader te zijn onderzocht en vrijgegeven door een archeologisch deskundige alvorens tot bouwrijpmaakwerkzaamheden kan worden overgegaan. In het bestemmingsplan is hiertoe ook een omgevingsvergunningstelsel opgenomen voor aanleg van werken en werkzaamheden.
 
Met het uitvoeren van werken en werkzaamheden voor het bouwrijp maken van fase 3 mag niet eerder worden begonnen dan nadat de groene bufferzone geheel conform het overeenkomstige artikel 2 goedgekeurde inrichtingsplan en bijlage 3d is gerealiseerd en opgeleverd.

5.3 Tijdvak

De werkzaamheden genoemd onder 5.2 eerste en tweede alinea dienen te zijn voltooid voordat de in artikel 4 genoemde fasering tot uitvoering wordt gebracht. Indien uit de onderzoeken blijkt dat extra maatregelen of nader onderzoek noodzakelijk is, waardoor extra niet geraamde kosten moeten worden gemaakt en extra tijd nodig is waardoor de fasering niet meer gehaald kan worden, mogen deze activiteiten pas worden uitgevoerd na herziening van dit exploitatieplan.

Artikel 6 Verbodsbepalingen

Het is verboden de werken, werkzaamheden en bouwwerken, als omschreven in dit exploitatieplan, uit te voeren in strijd met de eisen zoals beschreven in dit exploitatieplan. Overtreding wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van de Wet op de economische delicten artikel la onder 2o.

7 Slotregel

Deze regels worden aangehaald onder de naam Regels exploitatieplan De Nieuwe Rietgraaf e.o. tweede herziening.